Het wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) ligt nu bij de Raad van State voor advies en moet zelfstandigen een vangnet gaan bieden. Tegen een aftrekbare premie van maximaal € 171 per maand wordt tot de AOW-leeftijd maximaal het minimumloon uitgekeerd. De wachttijd is twee jaar.
Meijvogel vindt de introductie van de verplichte AOV een positief punt. “Het is mooi dat je als ondernemer de vrijheid hebt om een AOV te sluiten die aansluit op wat je nodig hebt. Maar helaas hebben nog veel te weinig ondernemers dat gedaan. Ongeveer 20% van de zzp’ers heeft nu een AOV. Dat is de belangrijkste reden geweest om voor iedereen een basisvoorziening te regelen. Dus de komst van de BAZ is goed.”
Wel zijn er kanttekeningen te maken, vindt Meijvogel. “Als belastingplichtige ondernemer (IB) moet je ook met deze verzekering nog altijd de eerste twee ziektejaren zelf opvangen.”
AOV heeft altijd meerwaarde
De verwachting is dat de BAZ niet eerder dan 2030 kan worden ingevoerd. Alle tijd dus om je voor te bereiden, maar Meijvogel raadt adviseurs aan om nu al met klanten om de tafel te gaan zitten. “Ik vind dat een AOV voor elke zelfstandig ondernemer meerwaarde heeft. Het arbeidsongeschiktheidsrisico is moeilijk op te vangen, zeker als je nog twintig jaar moet werken.”
Het arbeidsongeschiktheidsrisico is moeilijk op te vangen, zeker als je nog twintig jaar moet werken”
De IB-ondernemer komt straks automatisch in de BAZ terecht, maar dat is nog altijd een basisvoorziening. “Heb je een hoger inkomen, dan wil je liever niet terugvallen naar het minimumloon. Doorgaans is 80% van je inkomen gebruikelijk. Een aanvullend bedrag verzekeren is niet mogelijk binnen de BAZ. Er is één regeling, ongeacht leeftijd of beroep. Het is nu aan verzekeraars om daar iets aanvullend voor te regelen.” Klaverblad denkt aan zo’n aanvullend product en aan een product waarmee je het risico in de eerste twee jaar kunt verkleinen.

Geen wachttijd
Een ander voordeel van een AOV bij een private verzekeraar is dat er geen sprake is van een verplichte lange wachttijd – bijvoorbeeld de AOV’s van Klaverblad hebben daarentegen een minimum van 14 dagen. Eerder uitkeren hoeft niet te leiden tot een veel hogere premie, geeft Meijvogel aan. “In het eerste ziektejaar, de zogeheten rubriek A, geldt een eigen verzekerd bedrag. Als verzekeraar moeten wij wel eerder uitkeren bij een kortere wachttijd, maar de premie van rubriek A is lager dan de premie voor de rest van de uitkeringsperiode. Dat komt doordat mensen sneller herstellen in het eerste jaar. Per saldo is dat minder kostbaar dan iemand die na twee jaar nog ziek is. Dan is de kans dat je herstelt namelijk veel kleiner.”
Leeftijd en beroep spelen ook een rol. De BAZ kijkt daar niet naar”
Een onbekende factor bij de BAZ is dat wordt uitgegaan van een ‘basisfunctiebeoordeling’: is iemand nog in staat om het minimumloon te verdienen? Dat wijkt af van het WIA-criterium, dat uitgaat van iemands verlies aan verdiencapaciteit ten opzichte van het inkomen. “Het is een nieuw begrip en wij moeten nog uitzoeken wat het precies inhoudt”, zegt Meijvogel. Een gemiddelde Nederlandse AOV-verzekeraar hanteert beroepsarbeidsongeschiktheid als richtlijn. “Daarnaast spelen leeftijd en beroep ook een rol. De BAZ kijkt daar niet naar.”
Overgangsrecht en opt-out
Dat is belangrijk omdat de BAZ een duaal stelsel wordt. Private verzekeraars mogen dus ook een eigen vervangend product gaan aanbieden. “Dat moet aan veel voorwaarden voldoen, zoals minimaal dezelfde premie en dekking”, legt Meijvogel uit. En dat is een volgende reden om nu al aan de slag te gaan met een AOV, vindt hij. Er gaat namelijk overgangsrecht gelden. “Wie op de nog te bepalen peildatum al een AOV heeft, kan vrijstelling krijgen voor de verplichte BAZ. Voor de AOV’s die onder dat overgangsrecht vallen, gelden soepele voorwaarden. De premie hoeft bijvoorbeeld niet minimaal hetzelfde te zijn.”
Voor ons is het de uitdaging om een interessanter product dan de BAZ in de markt te zetten”
Ná de peildatum geldt de zogeheten opt-out: een ondernemer kan er dan jaarlijks voor kiezen de verplichte AOV in te ruilen voor een AOV bij een private verzekeraar. “Er is ook dan een keuze, maar de regels voor die opt-out zijn wel strenger dan voor het overgangsrecht. Dan moet je wel een product met minimaal dezelfde premie en dekking als de BAZ afsluiten.”
Extra aanvullende dekking mag een verzekeraar altijd bieden en voor die extra’s gelden geen toetsingsvoorwaarden, zegt Meijvogel. “Voor ons is het de uitdaging om een interessanter product dan de BAZ in de markt te zetten. Anders kiest een ondernemer voor het UWV omdat daar leeftijd en beroep geen rol spelen én er geen medische beoordeling is. We willen dus voor dezelfde premie een beter product ontwikkelen.”
Onzekere peildatum
De peildatum die voor bestaande AOV’s gaat gelden, is nog niet bekend. “De peildatum zou in theorie al morgen kunnen zijn, maar ook pas over een jaar. Het is dus goed om als adviseur niet af te wachten maar ondernemers te blijven informeren en adviseren. Want vóór de peildatum hebben ze de flexibiliteit om een AOV te sluiten die voldoet aan het overgangsrecht. Na die datum gelden de strengere eisen van het toetsingskader van de opt-out. Let erop dat die verzekeringen dan moeten zijn geaccepteerd vóór de peildatum. Een lopende aanvraag valt er dus buiten.”
Het loont de moeite om te kijken of je in de private markt een betere oplossing kunt vinden voor hetzelfde geld”
Los daarvan is het altijd belangrijk om met de ondernemer de noodzaak van een AOV te bespreken. “Voor een grote groep is de premie onder de BAZ best flink. Het loont de moeite om te kijken of je in de private markt een betere oplossing kunt vinden voor hetzelfde geld.”
Maar bovendien: een ondernemer kan morgen arbeidsongeschikt worden. “Die heeft dan niets aan de BAZ. Klanten zonder AOV kun je nu wijzen op de verplichting die eraan komt. Je kunt dan aangeven dat je nu al naar een goed alternatief kunt kijken waar je meer aan hebt.” En voor dezelfde premie als de BAZ zijn er nu al AOV’s te vinden met een (veel) betere dekking, aldus Meijvogel.
Aanvullende diensten
Een bijkomend voordeel is dat private verzekeraars vaak uitgebreide diensten bieden om de ondernemer te helpen terug te keren in het arbeidsproces. “Wij huren daarvoor specialisten in als een organisatieadviseur of een mental coach. Vergeet ook niet dat wij die diensten preventief kunnen inzetten. Een ondernemer kan het bij ons melden als hij of zij merkt dat het niet goed gaat. Wij gaan daar dan mee aan de slag. Het UWV biedt zulke diensten niet. Hoe eerder je in gesprek gaat, hoe makkelijker het is om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.”
Dit artikel is gesponsord door Klaverblad.








