Pensioenfonds Loodsen is ingevaren: 'Het was knopen doorhakken en flexibel zijn'

Pensioenfonds Loodsen is ingevaren: 'Het was knopen doorhakken en flexibel zijn'

Blijdschap en opluchting bij Beroepspensioenfonds Loodsen (BPL). Dit fonds kreeg als eerste groen licht van DNB om per 1 januari over te gaan op het nieuwe pensioenstelsel. Dat hebben ze klaargespeeld dankzij grondige voorbereiding, doortastendheid en flexibiliteit. Maar geluk speelde ook mee. "We hebben geprofiteerd van het momentum."

Vier jaar heeft het traject van BPL geduurd. In 2021 begonnen de voorbereidingen. “We hebben goed onderzocht wat er nodig was om het traject tot een goed einde te brengen. Onze grootste uitdaging was hoe we ervoor konden zorgen dat iedereen zich voldoende gehoord en gecommitteerd voelde. Dat was nog belangrijker dan een goede planning en structuur”, zegt Rajesh Grobbe, directeur van het bestuursbureau.

Want BPL is een beroepspensioenfonds. “Bij ons werkt het net even anders dan bij een bedrijfstakpensioenfonds. Daar is het pensioen opgelegd via een verplichtstelling op basis van representativiteit. Bij ons gaan de leden er zelf over.”

Koplopers

BPL is één van de drie fondsen die per 1 januari zijn overgegaan op de WTP. De andere twee zijn Pensioenfonds Werk & (Re)integratie (PWRI) en het personeelspensioenfonds van pensioenuitvoerder APG (PPF APG). De overige 22 fondsen die in 2024 de groep ‘koplopers’ vormden, hebben de transitie doorgeschoven naar een later moment.

Rechtszaak

Voor BPL had het ook weinig gescheeld of ze hadden de overgang moeten uitstellen. Een gepensioneerde havenloods spande eind vorig jaar een kort geding aan omdat hij vond dat hij de informatie te kort voor het invaarmoment had ontvangen. Rajesh Grobbe: “De beleidsregel is: tenminste een maand van tevoren de informatie verstrekken, dat hebben we gedaan. Gelukkig oordeelde de rechter dat wij niets verkeerds hadden gedaan. Dus konden we door.”

Hoe hebben jullie het klaargespeeld om als eerste de eindstreep te halen?

“Allereerst hebben we een besluitvaardig en flexibel bestuur. Ze durfden knopen door te hakken en hielden de vaart erin. Soms kregen ze ’s ochtends een afspraak ingeschoten om ’s middags bij DNB aan tafel te komen. Dat deden ze dan.

Verder hebben onze fondsorganen, zoals het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie, zich heel flexibel opgesteld. Hetzelfde geldt trouwens voor de werkgroep Transitie Pensioenregeling namens de Nederlandse Loodsencorporatie (de Nederlandse Loodsencorporatie is gelijkgesteld aan een beroepspensioenvereniging). En wij als bureau zorgden voor goede informatievoorziening, zodat alle fondsorganen hun rol goed konden spelen.”

We hebben ook geluk gehad. Bijvoorbeeld doordat onze pensioenadministrateur Blue Sky Group geen grote systeemverandering heeft doorgevoerd”

Geluk

“We hebben ook geluk gehad. Bijvoorbeeld doordat onze pensioenadministrateur Blue Sky Group geen grote systeemverandering heeft doorgevoerd. Ze konden de administratie verbouwen in hun huidige systeem. Wij hadden dus minder last van een Big Bang dan pensioenuitvoeringsorganisaties die wel van IT-platform moeten wisselen.

En op het laatst konden we ook profiteren van het momentum. Want onze uitbestedingspartijen hadden vanuit hun eigen, commerciële perspectief óók een reden om de transitie te laten slagen. Bedrijven als Blue Sky Group, BlackRock, Northern Trust en Sprenkels wilden natuurlijk ook graag laten zien dat ze ervaring hebben met de pensioentransitie. Ik heb gemerkt dat ze daarom extra stappen voor ons hebben gezet. Iedereen was van goede wil.”

Speelt de geringe omvang van jullie fonds een rol bij de transitie?

“Ons fonds heeft ongeveer 1.350 deelnemers. Dat aantal zal niet veel uitmaken. Maar ik denk wel dat de samenstelling van ons bestand een rol speelt. De deelnemers vormen een heel homogene groep. Bij deze beroepsgroep geldt vaak: eens een loods, altijd een loods. Iedereen had dezelfde jaarlijkse pensioenopbouw en er zijn weinig gewezen deelnemers. Dat heeft wel geholpen bij de berekeningen, en ook bij het onderdeel datakwaliteit.”

Hoe zijn jullie ervaringen met toezichthouder DNB?

“Constructief. Als we vragen hadden, konden we altijd terecht. De lijnen waren kort. We hebben veel expertsessies met ze gehad. Maar het is zwaar geweest. We kregen heel veel vragen van ze.

En dat zijn wij, met onze omvang, niet gewend. Grotere fondsen hebben waarschijnlijk continu toezichtonderzoeken, zij zullen daar eerder capaciteit voor hebben. Bij ons was het echt iets wat we erbij moesten doen, naast de gewone run.

We hadden geen enkel referentiekader. Wat kun je nou verwachten als je zo'n invaardossier indient?”

Daarbij was het voor beide partijen een nieuw proces. We hadden geen enkel referentiekader. Wat kun je nou verwachten als je zo'n invaardossier indient? En om je een beeld te geven: ons dossier bestond uit meer dan 9.600 pagina's. Dus dan heb je nogal wat aan te tonen.”

Wat gaan jullie nu doen?

“We moeten nu zaken afronden. Als startpunt om het vermogen te verdelen gaan we uit van de dekkingsgraad van december. Maar die hebben we pas sinds vorige week – als schatting – beschikbaar: 125,4 procent. Onze voorlopige prognoseberekening was gebaseerd op de dekkingsgraad van eind augustus.

Natuurlijk wisten we al wat de rente gedaan heeft, hoe de aandelenkoersen zijn geweest. De geschatte dekkingsgraad per december wijkt niet zoveel af van de dekkingsgraad van eind augustus. Op basis van de voorlopige prognose konden we al melden dat onze deelnemers er zo’n 8 procent op vooruit gaan. Maar pas vorige week hebben we de stand per eind december en kunnen we beginnen met de voorlopige invaarberekeningen.

Medio februari gaan we de rendementen toebedelen aan de persoonlijke vermogens. En gaan we de verhoogde voorlopige uitkeringen doen aan de gepensioneerden. Inclusief de nabetaling over januari, want het was te kort dag om die in januari al aan te passen.”

Tupo

“Vervolgens gaan de certificerend actuaris en accountant alle gegevens over 31 december nog eens controleren. Pas als dat allemaal is afgetekend, hebben we de definitieve dekkingsgraad. Dán vindt de definitieve invaarberekening plaats. En ontvangen de deelnemers de Tupo, het transitieoverzicht met de definitieve uitkering. Dat zal pas in juli zijn.

“En voor de rest blijft het heel spannend. Ik ben benieuwd hoe het loopt en welke vragen we krijgen. Alles staat weliswaar goed op de rit, maar je weet het pas als je het ook echt uitvoert. Wij zeggen hier: het bootje is te water. Maar het kan nog wel even duren voordat het goed vaart.”

Linda Welther

Linda Welther

Redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.