'Verzekeraars scheren ADHD'ers ten onrechte over één kam'

'Verzekeraars scheren ADHD'ers ten onrechte over één kam'

Ondernemers met ADHD of ADD die een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) willen afsluiten, krijgen over het algemeen een polis waarbij dekking voor psychische problemen is uitgesloten. Want verzekeraars gaan ervan uit dat deze groep verzekerden gemiddeld vaker psychische klachten ontwikkelt. Discriminatie, vinden belangenbehartigers.

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is vooral bekend van kinderen met druk, impulsief gedrag. Maar de laatste jaren wordt de diagnose ook steeds vaker gesteld bij volwassenen. Bij hen uit de onrust zich meer in het hoofd. Volwassenen met ADHD hebben vaak problemen met de executieve functies, zoals impulsief en snel afgeleid zijn. Ook chronisch slaaptekort komt voor.

Maar de groep mensen die deze diagnose krijgt, is enorm gevarieerd. En lang niet alle ADHD’ers ervaren psychische problemen die hun (werkzame) leven serieus belemmeren, vertelt Julie Houben. Ze is woordvoerster van belangenorganisatie voor en door mensen met een neurodivers brein Impuls & Woortblind.

“Uit onderzoek weten we dat ADHD vaak pas tot verhoogde risico’s voor iemands functioneren leidt als er sprake is van 'comorbiditeit'. Wat wil zeggen: als de diagnose wordt gesteld in combinatie met bijvoorbeeld een depressie of angststoornis."

Meldpunt aov-aanvragen ADHD'ers

Tot een jaar of tien geleden konden mensen met ADHD helemaal geen aov krijgen. Tegenwoordig kan dat wel, maar psychische problemen blijven uitgesloten van dekking. Daar zijn veel ADHD’ers verbolgen over. Na overleg met het Verbond van Verzekeraars is de belangvereniging een meldpunt gestart waar deze mensen hun aov-aanvraag-ervaringen kunnen delen.

Houben: “Deze mensen zijn over het algemeen heel boos. Velen kregen pas laat de diagnose en juist daardoor zijn ze alleen maar beter gaan functioneren. Ze krijgen nu medicatie waardoor ze zich beter voelen, of ze hebben nu geleerd hoe ze met hun ADHD-brein moeten omgaan. Daarnaast voelen de melders zich niet gehoord door verzekeraars. Die rekenen mensen af op statistieken en kijken niet naar de persoon. Ze gaan nooit het gesprek aan.”

‘Light-variant’

Houben vermoedt dat de ondernemers met ADHD die een aov aanvragen, niet matchen met de ADHD-onderzoeksgroepen waarop verzekeraars hun risico-inschattingen nu baseren. “Zij die een aov aanvragen zijn vaak goed verdienende ondernemers, anders kunnen ze zo'n verzekering ook niet betalen. Bij hen zal er amper sprake zijn van disfunctioneren.

“Ik krijg weleens de indruk dat de diagnose ADHD de laatste tijd wel erg makkelijk gesteld wordt. Wellicht hebben sommigen een soort light-variant? En is deze nieuwe werkelijkheid al doorgedrongen tot het wetenschappelijk onderzoek, vraag ik me af met mijn boerenverstand…? Maar de verzekeraars blijven de hele groep over één kam scheren.”

Julie Houben (Impuls & Woortblind): "Ik krijg weleens de indruk dat de diagnose ADHD de laatste tijd wel erg makkelijk gesteld wordt. Wellicht hebben sommigen een soort light-variant? Maar de verzekeraars blijven de hele groep over één kam scheren”
Julie Houben (Impuls & Woortblind): "Ik krijg weleens de indruk dat de diagnose ADHD de laatste tijd wel erg makkelijk gesteld wordt. Wellicht hebben sommigen een soort light-variant? Maar de verzekeraars blijven de hele groep over één kam scheren”

‘Klassieke fout’

In november kwam het conflict met de verzekeraars aan bod in een pittige uitzending van consumentenprogramma Kassa, van BNNVARA. Behalve Impuls & Woortblind was ook o.a. hoogleraar psychiatrie Jim van Os in de uitzending. Hij veegde de vloer aan met de manier waarop verzekeraars hun acceptatiebeleid baseren op onderzoek.

Van Os: “Verzekeraars maken een klassieke fout bij de interpretatie van onderzoeksgegevens: ze gaan af op data op groepsniveau. Maar die zeggen weinig tot niets over eventuele uitval op individueel niveau. Inderdaad kun je concluderen dat er bij ADHD op groepsniveau een hoger risico is op uitval. Maar zo’n statistisch verhoogd risico is een kansberekening en niet automatisch een voorspelling dat iemand daadwerkelijk problemen zal ervaren.”

'Discriminatie'

Hij vervolgt: “Het beleid van verzekeraars veronderstelt dat iedere persoon met ADHD evenveel risico loopt. Ze houden geen rekening met individuele verschillen in copingvaardigheden, een ondersteunende omgeving of behandelresultaten. Ook maken ze geen onderscheid tussen mensen met ADHD die werkelijk problemen hebben en mensen die gewoon goed functioneren.”

“Door deze context te negeren, beoordeelt de verzekeraar mensen willekeurig. Een diagnose als ADHD maakt iemand niet minder capabel, maar dit beleid suggereert impliciet dat ze ongeschikt zijn. Mensen uitsluiten van verzekeringen op basis van zo’n diagnose komt neer op discriminatie.”

Jim van Os (UMC Utrecht): "Een diagnose als ADHD maakt iemand niet minder capabel, maar dit beleid suggereert impliciet dat ze ongeschikt zijn. Mensen uitsluiten van verzekeringen op basis van zo’n diagnose komt neer op discriminatie"
Jim van Os (UMC Utrecht): "Een diagnose als ADHD maakt iemand niet minder capabel, maar dit beleid suggereert impliciet dat ze ongeschikt zijn. Mensen uitsluiten van verzekeringen op basis van zo’n diagnose komt neer op discriminatie"

Solidariteitsbeginsel

Het Verbond van Verzekeraars reageert fel op deze beschuldiging: “Dat verzekeraars zich baseren op statistische data op groepsniveau is juist de kracht van verzekeren en het fundament van solidariteit organiseren. Verzekeraars moeten kijken naar groepen. Daarbinnen kunnen ze rekening houden met indicatoren die laten zien in welke risicogroep een individu zich bevindt”, zegt woordvoerder Barbara van der Rest. “Het voorspellen van de kans op schade op individueel niveau is niet alleen onmogelijk, het is ook onwenselijk omdat je dan geen risico’s meer kunt delen. Dan is er geen solidariteit meer.”

Van der Rest gaat verder: “Ons beeld is dat iemand met lichte ADHD, zonder klachten, behandeling of uitval, goed te verzekeren is. Iemand met ernstige ADHD en bijkomende depressie- en mogelijke verslavingsproblematiek zal een dermate hoog risico hebben, dat een verzekering waarschijnlijk niet mogelijk is. De groep ertussenin – de grootste groep – krijgt vaak een uitsluiting voor psychische klachten. Een verzekeraar moet dit natuurlijk goed onderbouwen, maar van discriminatie is geen sprake. Uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens bevestigen dit ook.” (CRM, zie kader, red.)

De woordvoerder van het Verbond vervolgt: “Daarbij komt: over coping met ADHD en medicijngebruik bestaat geen zekerheid voor dertig jaar; dat geven artsen ook toe. Een behandelend arts kan altijd zeggen: het gaat goed, geen probleem, en anders komt u vooral terug en kijken we verder. Dat kan de medisch adviseur van de verzekeraar níét.”

Bonus-/malussysteem

In februari 2025 gaan het Verbond en Impuls & Woortblind opnieuw in overleg. Van der Rest: “Als er data zijn die laten zien hoe de eerder benoemde middengroep van ADHD’ers nog verder opgedeeld zou kunnen worden in hogere en lagere risico’s, en wat de impact is van goede medicatie, dan staan we daar uiteraard voor open.”

Julie Houben van Impuls & Woortblind: “Er zijn goede manieren voor verzekeraars om hun beleid aan te passen, zonder dat het verzekeraars te veel belast. Stel bijvoorbeeld een bonus-/malussysteem in. Geef mensen met ADHD eerst een verhoogde premie, en als de verzekerde dan vijf jaar stabiel blijft, kun je de premie verlagen naar het reguliere niveau.”

Linda Welther

Linda Welther

Redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.