Roelof Visscher, manager van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit, constateert dat er vorig jaar minder fraudezaken waren, maar dat het wel om hogere bedragen ging. “In 2022 werden 10.000 fraudeurs betrapt en bespaarden we 80 miljoen euro. In 2023 waren er 8.000 gevallen, maar viel de schade met 86 miljoen euro hoger uit. In principe is een claim met hogere bedragen geen fraude-indicator, maar je ziet wel dat particulieren minder proberen verzekeraars op te lichten.
De kans dat je tegen de lamp loopt, is groter geworden. Je ziet daardoor dat, wie het wel probeert, voor een hoger bedrag fraude probeert te plegen. Oftewel: de gelegenheidsfraudeur is terughoudender geworden. Diegenen die nog wel fraude plegen, proberen een klapper te maken. Dat alles maakt ook dat het steeds meer een kwestie van georganiseerde criminaliteit wordt, in plaats van gelegenheidsfraude.”
Waarschuwingssysteem
Het CBV onderhoudt contact met de functionarissen bij verzekeraars die gaan over veiligheidszaken. Visscher: “Mits zij zijn aangesloten bij het Protocol Incidenten-waarschuwingssysteem Financiële Instellingen. Dat zijn bijna vijfhonderd functionarissen. Wij informeren hen over opvallende trends of modus operandi van fraudeurs waar ze op kunnen of moeten letten. Wij krijgen de incidentenmeldingen van verzekeraars. Dat zijn, vanwege het waarborgen van privacy, altijd meldingen die een invloed op derden hebben of kunnen hebben. Oftewel: er moet een gerechtvaardigd belang zijn om een andere verzekeraar te kunnen informeren wat er gebeurt.”
Contact met elkaar opnemen
“Een persoon kan iets proberen bij een verzekeraar”, vervolgt Visscher. “Die start een incidentonderzoek naar fraude en maakt een melding bij ons. Zo’n melding gaat dan niet naar onze hele achterban, maar blijft in onze computer zitten. Totdat een andere verzekeraar ook een melding doet over die persoon. Dan zeggen we tegen beide verzekeraars dat ze contact met elkaar moeten opnemen. Dat is de uitleg achter de regels zoals we die binnen het waarschuwingssysteem hanteren.”
Het kunnen registreren van gegevens van fraudeurs is voorbehouden aan verzekeraars met een vergunning van de Autoriteit Persoonsgegevens. “De melding die wij als CBV zien, komt dus altijd van een verzekeraar. We weten daaruit niet hoeveel signalen over mogelijke fraudegevallen voortkomen uit het intermediair.”
Grootschalige fraudevormen
“We gaan in de trendcommunicatie met ons netwerk niet in op individuele gevallen, maar kunnen wel delen wat ons opvalt of wat we generiek aan ontwikkelingen zien”, vervolgt Visscher. “In heel veel gevallen gaat het om grootschalige fraudevormen die met internetkanalen te maken hebben. Denk aan partijen die in bulk valse aanvragen voor verzekeringen doen. Dat zijn steeds vaker beroepscriminelen achter computers die honderden aanvragen tegelijk doen. Lukt er een, dan hebben ze een groot bedrag verdient.
Bij dit alles hebben we het niet over het intermediair, want daar is de anonimiteit van de indiener vele malen minder groot. Het intermediair kent, als het goed is, zijn klant en handelt namens het individu. Een fraudepleger wil liever niet dat er met hem wordt meegekeken. Dat neemt niet weg dat het intermediair wel zaken kan signaleren die onderzoekwaardig zijn.
We maakten in het verleden wel mee dat claims werden ontvangen van aanrijdingen die steeds op eenzelfde locatie plaatsvonden. Vaak is dat ook meer georganiseerde criminaliteit. Dan zie je in diverse schademeldingen bijvoorbeeld telkens dezelfde rotonde en daar botsen ze geregeld om kwart of drie in de nacht. Dat is informatie die steeds bij verschillende claimbehandelaars op het bureau terechtkomt en daardoor niet direct opvalt en tot vragen leidt.”
Onderbuikgevoel
“Waar we het dan van moeten hebben, is het onderbuikgevoel van de claimbehandelaar”, zegt Visscher. “Heb ik deze locatie al niet eens eerder langs zien komen? Als een fraudeur vervolgens tegen de lamp loopt, kunnen we aan verzekeraars aangeven dat ze moeten opletten als de betreffende locatie voorbijkomt.” Dergelijke oplettendheid verwacht Visscher ook van het intermediair.
“Stel, je moet een onderbouwing opstellen op basis van een inkomensverklaring, maar je kent de betrokkenen omdat ze twee straten verderop wonen. Dit kunnen niet hun inkomsten zijn. Dan mag je best vragen stellen aan een klant. Ook omdat het intermediair die informatie weer doorspeelt naar de verzekeraar.
Je hebt als intermediair het voordeel ten opzichte van het directe kanaal dat je de lokale situatie en de klant kunt inschatten”
Je hebt als intermediair het voordeel ten opzichte van het directe kanaal dat je de lokale situatie en de klant kunt inschatten. Het intermediair heeft zo een poortwachtersfunctie. Ook om claims die ingediend zijn op basis van valse informatie te onderscheppen. Als de adviseur niet te goeder trouw is en meewerkt aan de fraude, dan wordt deze zelf onderwerp van onderzoek. Dat komt bijna nooit voor.”
Groenteboer en designzonnebril
De voorbeelden van fraude in een factsheet van het CBV spreken tot de verbeelding. Na inbraak in de woning claimt verzekerde diverse goederen, waaronder een laptop en een drone. De aanschaf van deze goederen wordt onderbouwd met facturen van een en dezelfde winkel.
Onderzoek naar het adres van de winkel leidt naar een groente- en tabakswinkel. De expert van de verzekeraar bezoekt de locatie en stelt vast dat de geclaimde goederen daar niet kunnen zijn aangeschaft. De claim van de verzekerde van ruim 15.000 euro gaat in rook op en de gegevens van deze ‘rotte appel’ worden in het externe verwijzingsregister vastgelegd.
En andere casus gaat over een verzekerde die naar eigen zeggen is beroofd van een deel van haar ruimbagage op weg naar haar zonvakantie. Juist toen had ze die dure designzonnebril zo hard nodig. Bij het onderzoek naar de claim verschijnen op social media haar vakantiefoto’s met een hoofdrol voor die ‘gestolen’ zonnebril. Mevrouw biecht op dat ze te veel heeft geclaimd. Het aandikken van haar claim betekent dat alles wordt afgewezen.
Fraudeurs kunnen bijvoorbeeld AI een opdracht geven om een foto te genereren van hun eigen auto met schade en dan een claim indienen”
AI-tools voor indienen schades
Visscher waarschuwt ook voor het gebruik van AI-tools bij het indienen van schades. “Wees daar alert op. Fraudeurs kunnen bijvoorbeeld AI een opdracht geven om een foto te genereren van hun eigen auto met schade en dan een claim indienen. Verzekeraars hebben hun oplossingen om dat tegen te gaan. Ik kan me voorstellen dat intermediairs die technische tools niet hebben, maar ze kunnen wel putten uit hun ervaring of eigen waarneming. Hebben ze die persoon gezien in het dorp in zijn donkerblauwe Volkswagen en was er helemaal geen schade?”
“Het steeds belangrijker dat je kennis hebt van ICT om fraude te kunnen signaleren”, benadrukt Visscher. “En zorg dat je eigen beveiliging van je bedrijfssystemen op orde is zodat je geen doelwit wordt voor datadiefstal.”
Bedorven inhoud van vriezer
In de factsheet zit nog een voorbeeld. Tijdens afwezigheid van verzekerde gaat de vriezer kapot en verzekerde claimt de bedorven inhoud van de vriezer. Verzekerde stuurt als bewijs foto’s van de verloren gegane inhoud toe, maar onderzoek wijst uit dat deze beschimmelde beelden van internet zijn geplukt.
Verzekerde erkent dat het de verkeerde foto’s zijn en stuurt direct de ‘juiste’ foto’s op. Helaas voor de verzekerde wordt duidelijk dat die foto’s diezelfde dag zijn gemaakt en dat alle etenswaar keurig bevroren is. Wel blijkt dat op de foto’s een filter is geplaatst waardoor de inhoud van de vriezer toch bedorven lijkt. De claim wordt afgewezen.
Schade die andere verzekerden bespaard blijft
Verzekeraars hebben vorig jaar 3.177 keer iemands gegevens in het centrale waarschuwingssysteem gezet. Dat is 15 procent minder dan in 2022. Visscher: “In totaal staan er nu ongeveer 14.500 mensen in dat systeem. De oudste registratie is acht jaar, de jongste een dag. Je mag maximaal acht jaar zo’n registratie bewaren, maar als je er tegenwoordig inkomt, sta je er niet meer standaard acht jaar in. Hoe lang de periode van de registratie is, deelt de registerende verzekeraar met degene waar het om gaat. De duur van de registratie hangt bijvoorbeeld af van de zwaarte van de fraude en andere factoren in het dossier.”
De CBV-manager vindt het belangrijk om te laten zien hoeveel schade ‘zijn’ centrum en netwerk van fraudeonderzoekers heeft bespaard. “Want dat is de schade die de rest van de verzekerden bespaard blijft en die je dus niet terugziet in een premieverhoging. Het intermediair kan in de fraudepreventie een mooie rol spelen omdat de adviseur lokaal zijn pappenheimers kent. Hij of zij is er ook bij gebaat om een zuivere bedrijfsvoering te hebben. Dus wees alert. Niet alles zal fraude zijn, maar je kunt in ieder geval bij een vermoeden in de aanvraag of de claim duiken. Eventueel samen met je verzekeraar.”