Van Rooijen (NN) over Wtp: 'Mkb heeft nog koudwatervrees'

Van Rooijen (NN) over Wtp: 'Mkb heeft nog koudwatervrees'
Foto: Harmen de Jong

Gerard van Rooijen, directeur pensioen bij Nationale-Nederlanden, ziet dat het mkb koudwatervrees heeft om naar het nieuwe pensioenstelsel over te gaan. Hij roept pensioenadviseurs dan ook op om vooral de voordelen van een overgang aan ondernemingen duidelijk te maken. "Dankzij de Wtp wordt het pensioen transparanter en duidelijker."

Hoe staan jullie ervoor in de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel?
“Ik vind dat we er goed voor staan. We zijn voorbereid op de Wtp en zijn klaar voor de overgang. Maar belangrijker dan dat we dat zelf constateren, vind ik de vraag hoe het intermediair vindt dat wij ervoor staan. In de tevredenheidscijfers van IG&H scoren we hoog op het gebied van pensioen. Daar staan we op plaats één wat betreft tevredenheid. Dat koester ik. Daarnaast ben ik blij dat de Wtp er ligt. Dat deze niet meer ter discussie staat en dat er geen grote of drastische wijzigingen komen. Ik zie uitdagingen bij het intermediair: hoe ga ik al mijn klanten op een goede manier begeleiden van de oude producten naar het nieuwe wettelijke kader? Per 1 juli 2023 konden we als verzekeraar al offreren volgens de Wtp, maar toen gingen pas enkele procenten in onze portefeuille over naar Wtp-producten. Vaak zijn dat nieuwe klanten. Inmiddels is ongeveer tien procent van de bedrijven overgestapt.”

Gaat de overgang langzaam?
“Ja, ik vind van wel. Mijn oproep aan pensioenadviseurs is: vat de koe bij de horens. Laten we komende hernieuwingsperiode vol inzetten op een echte transitie naar de Wtp. Ik zie dat adviseurs daar verschillende ambitieniveaus in hebben. Wat ik daarmee bedoel? De ene adviseur gaat vol voor de transitie naar de Wtp, terwijl de andere nog hernieuwt op basis van de oude condities. Dat laatste betekent eigenlijk dat je het transitiemoment voor je uitschuift tot uiterlijk 1 januari 2028."

Dat betekent in feite dat je nu advieskosten maakt en voor 1 januari 2028 nog een keer”

"Ik zie dat adviseurs van grotere ondernemingen zich volop aan het oriënteren zijn om de overstap te maken, maar dat het mkb toch nog koudwatervrees heeft. ‘We gaan de stap nog wel een keer maken’, hoor ik dan. Dan verlengen ze de huidige regeling en kiezen ze voor de eerbiedigende werking. Maar dat betekent in feite dat je nu advieskosten maakt en voor 1 januari 2028 nóg een keer. Dat is zonde. Van het moment én van de kosten. Ook omdat de komende jaren, zo horen we ook van pensioenadviseurs, het aantal handen om zo’n overgang te bewerkstelligen schaars zal zijn.”

Zijn er meer argumenten om haast te maken?
“Kiezen voor eerbiedige werking lijkt aantrekkelijk omdat het voor nu minder ingrijpend en ingewikkeld is. Maar dan heb je geen toekomstvaste pensioenregeling en krijg je verschillen binnen je bedrijf. Daar wordt onderling tussen personeelsleden over gepraat. Ook kan het zijn dat je, door de oude regeling te verlengen, je minder aantrekkelijk wordt voor jongere medewerkers op de arbeidsmarkt. Zij krijgen in de Wtp-proof-regeling met een vlakke premie namelijk een hogere pensioenopbouw. Ik vrees dat 75 tot misschien wel 80 procent van de bedrijven die verlengen voor de eerbiedigende werking kiest momenteel. Adviseurs en hun klanten zien, naast de transitieverplichtingen, het vormgeven van de compensatievergoedingen als een extra hobbel. Ik zou daarom willen zeggen: laat je niet belemmeren doordat het meer werk is, want je moet op een gegeven moment toch over."

"Daarnaast komen we een dezer dagen met de lancering van een nieuw product gebaseerd op de eerbiedigende werking, maar dat product is volledig Wtp-proof. Naar de toekomst toe kun je daarbij binnen dat product een moment prikken om voor nieuwe medewerkers naar een vlakke premie over te gaan.”

Uit een uitvraag van toezichthouder DNB blijkt dat een substantieel deel van de pensioenfondsen van plan is te liquideren. Twintig procent geeft aan te willen stoppen als zelfstandig pensioenfonds. Dat zijn 35 fondsen.
“Er ligt een grote keuze over hun toekomst op het bord van de pensioenbesturen. Dit speelt met name bij ondernemingspensioenfondsen. Die zijn zich met alle wijzigingen aan het beraden op hoe hun toekomst eruitziet. En dan met name speelt de keuze tussen de flexibele premieregeling en de solidaire premieregeling. Of ze sluiten aan bij een pensioenfonds of ze kiezen voor een buy-out. Als ze kiezen voor een buy-out, dan zijn wij ook een partij om zaken mee te kunnen doen. Het aantal partijen dat die optie aanbiedt is beperkt, maar desondanks is de concurrentie daarin hevig. Dus denk ik dat pensioenbestuurders aantrekkelijke deals kunnen maken. We hebben al een aantal buy-outs gesloten dit jaar. Daarbij zagen we dat we garanties konden afgeven over uitkeringen en indexaties. Dan zie je dat een buy-out, natuurlijk afhankelijk van de dekkingsgraad, een aantrekkelijke optie is voor pensioenbesturen.”

Wat is eigenlijk in essentie het voordeel van de Wtp?
“Dat de nieuwe regelingen veel transparanter en duidelijker zijn. Een werkgever kan hierdoor makkelijker de toegevoegde waarde van een pensioenregeling schetsen voor zijn medewerkers. De werkgever kan ook makkelijker de financiële planning van werknemers faciliteren of ondersteunen en keuzemogelijkheden bieden in de beleggingen. Bijvoorbeeld de keuzemogelijkheid bieden dat medewerkers risicovoller of juist minder risicovol willen beleggen. Maar ook of ze die beleggingen duurzamer willen laten plaatsvinden. Waar in het verleden pensioen meer als een product werd verkocht, zien we nu veel meer geïntegreerde proposities op het gebied van goed werkgeverschap. Daar zit ook de combinatie met inkomensverzekeringen die adviseurs ter sprake kunnen brengen.”

Ziet u het pensioenbewustzijn als gevolg van de overgang naar de Wtp toenemen?
“Jazeker. We hebben veel ervaring met het activeren van onze deelnemers. Maar werkgevers spelen ook een grote rol bij het activeren van hun werknemers. Bijvoorbeeld door hen gratis een uur financiële ondersteuning aan te bieden of een persoonlijk keuzebegeleidingsgesprek. Er zijn namelijk weinig werknemers die uit zichzelf een adviseur opzoeken. Adviseurs moeten nu zelf de boer op om gesprekken met eerst werkgevers en daarna werknemers te voeren. In onze nieuwe propositie, waarover ik eerder sprak, faciliteren we voor deelnemers dat zij makkelijker bij de adviseur terecht kunnen, door in te tekenen op één-op-één keuzebegeleidingsgesprekken. Ze kunnen dan ook makkelijk inzien hoe hun pensioenregeling in elkaar zit, hoe de wetgeving werkt en wat de keuzes en mogelijkheden zijn. De propositie, die we in 2025 introduceren, is bedoeld om het gesprek aan te gaan. In welke life cycles wil je beleggen? Wil je wel of niet bijsparen? Wil je je nabestaandenpensioen regelen? Wat zijn de implicaties van eerder of later met pensioen gaan? Enzovoorts.”

Adviseurs moeten proactief met werkgevers aan de slag met betrekking tot de Wtp, hoor ik u zeggen. Omdat werkgevers anders achteraan in de file komen te staan om de datum van 1 januari 2028 te halen. Maar is dat wel een valide argument richting ondernemer, die op zich weinig met de drukte van de adviseur te maken heeft?
“Ja, dat ben ik met je eens. De adviseur kan niet wachten en zijn hele portefeuille pas in december 2027 overzetten. Maar dat is voor de ondernemer niet echt relevant. Je kunt zo iemand als adviseur wel verleiden. De Wtp-regelingen sluiten beter aan bij de arbeidsmarktsituatie van vandaag de dag, waarin werknemers vaker switchen van werkgever of als zelfstandige aan de slag gaan. Schets de voordelen van de nieuwe regeling. Het nabestaandenpensioen is bijvoorbeeld een stuk transparanter dan in de oude regeling. Stimuleer ondernemingen en ondernemers om eerder 'over' te gaan. Je kunt de overstap beter snel dan laat maken. Het is aan adviseurs om met hun klanten daarin stappen te zetten.”

Ronald Bruins

Ronald Bruins

is redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.