Een vrouw van Afghaanse afkomst heeft een Alles in één Polis bij Interpolis. Op 1 januari 2021 meldt ze op haar inboedelverzekering een inbraak, waarbij voor ongeveer tachtigduizend euro aan gouden sieraden en achttienduizend euro aan contant geld als gestolen wordt opgegeven.
Een week later trekt ze de claim in: de daders zijn bekenden van haar en hebben de gestolen goederen weer teruggegeven. Maar een maand later is het weer raak, ditmaal als de vrouw op vakantie is. Opnieuw geeft ze de sieraden, die ze van een bevriende man had gekregen, en het geldbedrag als gestolen op.
Twijfels bij Achmea
Achmea twijfelt met het oog op de eerdere melding en begint een toedrachtonderzoek, waarbij ze de vrouw, haar partner en juwelier Parel in Beverwijk bezoeken. Bij die zaak zouden de sieraden zijn aangeschaft. Naar aanleiding van de bevindingen van de onderzoeker concludeert Achmea dat de nota's vals zijn en dat de vrouw heeft gefraudeerd. De verzekering wordt beëindigd en er volgt registratie in de frauderegisters.
De verzekerde stapt naar de rechter. Die is het medio 2023 in een tussenvonnis met Achmea eens dat er vragen vallen te stellen bij de aankoopnota’s van de als gestolen opgegeven sieraden en het visitekaartje van de verkopende juwelier. Zo zou het visitekaartje ten tijde van de aankoop niet meer in gebruik zijn geweest. Maar is die onduidelijkheid genoeg om te oordelen dat de verzekerde opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt met het doel te misleiden? De rechter vraagt van Achmea meer bewijs.
Juwelier herkent facturen niet
In dat kader roept Achmea de onderzoeker op als getuige. Die verklaart onder meer dat hij heeft gesproken over de facturen, waar niet op stond wie de verkoper was. Als bewijs leverde de vrouw foto's aan waarop te zien is dat zij de sieraden droeg in een winkel in Beverwijk.
De onderzoeker gaat langs bij juwelier Parel. Die is stellig: de facturen zijn niet door die winkel geschreven, want die hanteert voorgedrukte facturen met bedrijfsnaam, logo en volgnummer. Bovendien is de factuur opgesteld in 'Darsi' (vermoedelijk wordt bedoeld Dari, red.), een andere taal dan het Nederlands. Bovendien schat de eigenaar dat de bedragen op de facturen (€ 38.600 en € 19.900) veel te hoog zijn voor de sieraden die op de factuur staan. Volgens hem vertegenwoordigen de sieraden een waarde van maximaal tienduizend euro.
Het aangedragen visitekaartje was allang, nog voor 2020, in onbruik geraakt, verzekert de juwelier bovendien. Tot slot leest hij op een derde, in het Arabisch opgestelde, factuur dat er een goudprijs is gerekend van ongeveer 120 euro per gram: zo hoog is de goudprijs nooit geweest.
Andere onderzoeken rechtvaardigen conclusie niet
De onderzoeker heeft in zijn verhoor echter niets verklaard wat niet al in het naar aanleiding van zijn toedrachtonderzoek opgestelde rapport staat, zo weegt de rechter af. En dat is onvoldoende om mee vast te stellen dat de vrouw verzekeringsfraude heeft gepleegd.
Ook de verklaringen over andere (verzekerings-)zaken waarnaar onderzoeken zouden lopen en waaruit een dubieuze moraliteit zou moeten blijken, weegt de rechter niet mee. "Dat [is] onvoldoende om te kunnen oordelen dat er 'dus' bij het indienen van de onderhavige claim sprake is geweest van verzekeringsfraude."
Rechter: iets zien is nog geen inzage hebben
De vrouw heeft tegenstrijdig verklaard, vindt Achmea. Ze beweerde dat ze zelf heeft gezien dat de facturen door de juwelier zijn uitgeschreven en meegegeven aan haar man, maar ook dat zij de nota’s van haar man heeft ontvangen en tot dat moment niet eerder inzage heeft gehad in de aankoopbonnen.
"Met de verklaring tegenover de onderzoeker dat zij heeft gezien dat de bonnen met de hand zijn geschreven door de juwelier, is nog niet gezegd dat zij heeft gezien wat de juwelier heeft opgeschreven en in welke taal dat is gebeurd", is echter de strikte uitleg van de rechter.
Achmea had juwelier moeten laten opdraven
Achmea heeft een steek laten vallen door de betrokken juwelier niet als getuige op te roepen, oordeelt de rechtbank. "Dit had - gegeven de aan Achmea gegeven bewijsopdracht - wel van Achmea mogen worden verwacht. Het komt dan voor rekening en risico van Achmea dat niet kan worden vastgesteld dat [de verzekerde] (die dit met klem tegenspreekt) welbewust een onjuiste verklaring heeft afgelegd over de koop van de sieraden en de in dat kader door de juwelier uitgeschreven facturen."
Geen fraude
De vrouw heeft ook diefstal van achttienduizend euro in contanten opgegeven. Dat bedrag blijkt afkomstig van de verkoop van haar Volkswagen via haar ex-partner, die autohandelaar is. De rechter vindt daarbij irrelevant dat bij die verkoop een BMW is ingeruild en laat ook een door Achmea aangevoerde verzwegen aankoop van een huis van 1,3 miljoen euro buiten beschouwing.
Geen fraude dus. Mocht Achmea dan wel uitkering weigeren omdat de vrouw er niet in is geslaagd het bezit en de waarde van de als gestolen opgegeven goederen te bewijzen?
De rechter stelt vast dat de sieraden daadwerkelijk door de man zijn aangekocht en dat de vrouw de sieraden draagt op de foto's in de betrokken winkel en in de woning. Bovendien heeft Achmea geen onderzoek gedaan naar de werkelijke waarde van de sieraden. Daarom moet de verzekeraar het maximaal verzekerde bedrag van vijftienduizend euro uitkeren.
Opnieuw geen gelijk Achmea
Achmea moet ook een vergoeding voor het geclaimde geldbedrag van achttienduizend euro aftikken. "Met betrekking tot het gestolen geld mogen aan de verzekerde geen al te zware eisen worden gesteld om aannemelijk te maken dat er geld is gestolen. Wel moet het door de verzekerde als gestolen opgegeven bedrag aannemelijk zijn", zo stelt de rechter. En dat is het geval: de Volkswagen had dat bedrag kunnen opleveren. Veel houdt de verzekerde daar niet aan over, want er is maximaal voor 1.250 euro aan contanten verzekerd. De onderzoekskosten van ruim zestienduizend euro komen voor rekening van Achmea, staat in de uitspraak.
Eerder dit jaar stootte Achmea al zijn neus bij de rechter in een zaak waarbij een stel ruim 35.000 euro aan uitkering mocht houden omdat niet was aangetoond dat de factuur voor een gestolen schilderij vals was.