Het softwareconcern in kwestie ontving in september 2020 een dwangbevel van – toen nog – reispensioenfonds Bpf Reisbranche (tegenwoordig uitgevoerd door PGB). Ze moest, teruggerekend tot de oprichting, nog 820.000 euro aan pensioenpremie betalen, omdat het concern volgens bedrijfstakpensioenfonds Bpf Reisbranche verplicht was om aan het reispensioenfonds deel te nemen.
‘Geen reisagent’
Eerder oordeelde de kantonrechter al dat het softwareconcern niet verplicht was om aan het pensioenfonds voor de reisbranche deel te nemen, aangezien de hoofdmoot van de werkzaamheden (lees: meer dan 50%) niet die van reisagent is. Die van Prijsvrij is dat wél, maar zij maken ‘slechts’ onderdeel uit van dit concern.
PGB ging tegen dit besluit in hoger beroep. Zij is van oordeel dat het bedrijf met haar werkzaamheden wél binnen de reisbranche, en daarmee onder de verplichtstelling, valt. De kantonrechter hanteerde echter een te nauw benadering van het begrip ‘bemiddeling’.
Bewust zo ingekleed
Het concern zou het bedrijf bewust zo hebben ingekleed dat ze niet verplicht zijn pensioenpremies af te dragen, denkt PGB. Het softwarebedrijf heeft een ander verhaal: ze zijn in essentie een softwarebedrijf, dat IT-diensten verleent en haar software ter beschikking stelt aan partijen in de reisbranche. Waaronder inderdaad Prijsvrij.
Dat Prijsvrij binnen hetzelfde concern valt, betekent niet dat het twee dezelfde bedrijven zijn, oordeelt het hof. Daarnaast gaat het bij verplichtstelling over het werkgeversniveau, niet het concernniveau. Prijsvrij heeft niet eens mensen in dienst, constateert onder meer het hof.
Vergelijking met Booking mank
In de uitspraak wordt ook nog de verplichtstelling van Booking.com aangehaald. Die vergelijking gaat volgens het hof mank, aangezien het IT-bedrijf zelf geen reisplatform in bezit heeft: haar klanten daarentegen wél, maar daar zijn net zo goed andere IT-bedrijven zijdelings bij betrokken. Ook ontvangt het softwarebedrijf geen commissie over de verkochte reizen van reisorganisatoren en consumenten.
Het hof gaat dus mee in de eerdere uitspraak van de kantonrechter. Het hoger beroep van PGB faalt dus, valt te lezen in de uitspraak.