NHG bezorgd om betaalbaarheid woonlasten. 'Moeten inflatierisico meer bespreken'

NHG bezorgd om betaalbaarheid woonlasten. 'Moeten inflatierisico meer bespreken'

De hoeveelheid betaalachterstanden op hypotheken is historisch laag, maar evengoed blijkt dat veel Nederlanders nét (niet) rondkomen en zich daarover flink zorgen maken. De uitkomsten van de allereerste woonlastenmonitor van NHG bevestigen enkele vermoedens die al bestonden. "We zagen onze zorgen nergens in de cijfers terug."

Binnen NHG wordt Arthur van de Woestijne gezien als dé initiator achter de Woonlastenmonitor. Hij neemt ons mee terug naar het einde van de coronaperiode en vlak daarna. Het tijdvak waarin het idee van dit NHG-onderzoek, dat financiële zorgen van huizenbezitters en de betaalbaarheid van woonlasten combineert, ontstond.

Van de Woestijne: “Er was veel negatieve berichtgeving, de energieprijzen begonnen op te lopen, maar wij als NHG merkte daar qua betalingsachterstanden eigenlijk weinig van. Dat is op zich niet gek, want de klant klopt – hopelijk – eerst aan bij de adviseur of de geldverstrekker. Maar ook uit gesprekken met die partijen kwam geen toename in betalingsachterstanden naar voren.”

Meer zicht op risico’s wenselijk

Maar NHG was wel benieuwd wat er zich dan allemaal áchter die stilte plaatsvond. Want in Utrecht maakte men zich toch best wel zorgen..

“We wilden weten wat er op ons afkwam. Maar we zagen onze zorgen nergens terug in de cijfers. Dat maakte de behoefte aan vroegsignalering alleen maar groter. En toen dacht ik: hoe mooi zou het zijn als we nou data gaan verzamelen en onderzoek gaan doen om juist het sentiment dat leeft bij huizenbezitters boven tafel te krijgen?”

En zo geschiedde.

Hoe duid jij kort en bondig de eerste resultaten van de Woonlastenmonitor?
“Dat veel meer huizeneigenaren dan verwacht zich echt wel behoorlijk zorgen maken over de betaalbaarheid van hun woonlasten. Landelijk geeft bijna veertig procent aan dat ze net wel of net niet genoeg inkomen hebben om de maand mee door te komen. En veel mensen liggen daar dus wakker van. Eén op de vier maakt zich zorgen en dat is in mijn ogen echt een fors percentage.”

Ik had je die inflatiecijfers niet kunnen voorspellen. Ik ben zelf 51 en de inflatie lag altijd rond de 2%. Had een adviseur die twee jonge starters drie jaar geleden een hypotheek adviseerde, uit moeten gaan van een inflatie van vijf keer zo hoog?”

Hoe komt dit zo? Doordat ze, rekening houdend met de leennormen, tot het randje gefinancierd zijn om maar een huis te kunnen kopen?
“Zo zou ik het niet willen stellen. Ik weet namelijk niet of er altijd tot het randje gefinancierd is. Het is vooral belangrijk dat de adviseur de consument er tijdens het adviesgesprek bewust van maakt dat omstandigheden kunnen veranderen. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat iemand die een woning wil kopen, dit vooral heel erg graag gefinancierd krijgt. Ongeacht of hij of zij daarbij hoog in de LTV komt te zitten.”

“De lening kan dan op het moment van afsluiten misschien wel verantwoord zijn, maar hoe zit het wanneer de lasten stijgen of de inkomsten dalen? Er zullen vast mensen zijn die nu drie jaar later denken: ‘Was dat toen wel een verstandige keuze?’ Het is belangrijk om juist dit soort risico's te bespreken en te bekijken hoe je die - in ieder geval deels - afdekt.”

Parallellen met bankencrisis

Maar goed, een inflatiepiek van meer dan tien procent, valt daar wel op te adviseren? “Ik had je die cijfers echt niet kunnen voorspellen hoor. Ik ben zelf 51 en de inflatie lag altijd rond de twee procent. Had een financieel adviseur die twee jonge starters drie jaar geleden een hypotheek adviseerde, uit moeten gaan van een inflatie van vijf keer zo hoog?”

Met de wijsheid van nu wel, maar goed, achteraf is het mooi wonen. Dat het snel fout kan lopen, weet Van de Woestijne nog van de bankencrisis van 2008. “Toen ging het bij sommigen ineens heel hard. Zeker toen problemen zich opstapelden: dat je niet alleen je baan kwijtraakte, maar ook nog in een echtscheiding terechtkwam of arbeidsongeschikte raakte.”

Werkloosheid is gezien de krapte op de arbeidsmarkt nu minder een issue en de loonstijgingen compenseren deels voor de hogere prijzen. Maar de woningmarkt is en blijft onverminderd oververhit en de geopolitieke stabiliteit is momenteel ver te zoeken. Dus zullen de zorgen bij Van de Woestijne en zijn collega's niet snel verdwijnen, is de verwachting.

Wat hopen jullie dat de adviseur met de uitkomsten van de woonlastenmonitor gaat doen?
“Ik hoop dat de adviseur bij nieuwe klanten extra aandacht besteedt aan onverwachte gebeurtenissen. Kijk, arbeidsongeschiktheid wordt vaak wel meegenomen. En veel adviseurs hebben het echt wel het over een orv, als een extra financieel product. Maar heb je het inflatierisico ook echt serieus besproken? Ik hoop dat de adviseur dat vanaf nu wel meer gaat doen.”

“We zien in de Woonlastenmonitor bijvoorbeeld ook terug dat huizenbezitters bezuinigen op onderhoud. Benadruk als adviseur daarom vooral dat het belangrijk is dat onderhoud van de woning tijdig plaatsvindt, anders ontstaan er op lange termijn grotere problemen die vaak nog veel kostbaarder zijn.”

En bij de bestaande klanten hoop je dat adviseurs meer inzetten op actief klantbeheer? Niet zozeer in het kader van een nieuw verdienmodel, maar ook met het oog op die maatschappelijke impact?
“Zo zien en voelen wij het in ieder geval wel, vanuit onze maatschappelijke rol. En het zou mooi zijn als we dat als keten, met z’n allen, ook steeds meer op die manier gaan zien. Alles wat bijdraagt aan meer proactief handelen en acteren vind ik per definitie een goed idee.”

Ik zou het heel mooi vinden als geldverstrekkers en adviesketens naar ons toekomen. ‘Joh, we hebben nog wel interessante data, misschien kunnen we jullie helpen?’ Dat zou geweldig zijn”

Jullie spreken de hoop uit dat meer partijen hun data met jullie delen voor ‘waardevollere inzichten’. Aan wat voor data van wat voor partijen moet ik dan denken?
“We hebben er voor nu voor gekozen om vooral met onze eigen achtergronddata te werken, gecombineerd met extern onderzoek naar het sentiment onder woningbezitters. Maar ik kan me voorstellen dat er in het kader van vroegsignalering nog veel meer waardevolle databronnen zijn, die niet per se direct met de hypotheeklasten samenhangen. Wordt bijvoorbeeld de energienota nog wel op tijd betaald? Beschikken gemeenten misschien over gegevens die ons onderzoek rijker kunnen maken?”

“Hetzelfde geldt voor geldverstrekkers en grotere adviesketens. Ik zou het heel mooi vinden als dergelijke partijen naar ons toekomen. ‘Joh, we hebben nog wel interessante data, misschien kunnen we jullie helpen?’ Dat zou geweldig zijn. Dus aan iedereen bij wie er nu een belletje begint te rinkelen: neem vooral contact met ons op.”

Aäron van der Sanden

Aäron van der Sanden

Redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.