Nedasco duikt mailtje op en komt alsnog onder brandend-pandschade uit

Nedasco duikt mailtje op en komt alsnog onder brandend-pandschade uit

Nedasco gaf in 2020 namens De Goudse voorlopige dekking af voor een op dat moment in brand staand pand. Voor de rechter leek dat een eitje: de serviceprovider draaide op voor de ruim vier ton schade. Maar in hoger beroep zorgt een nog niet eerder opgedoken mailtje voor een ommekeer, erkende ook De Goudse: die heeft de schade weer terugbetaald aan Nedasco.

De firma Grachtenroos vraagt via Univé Nedasco om een offerte voor een brandverzekering voor (horeca)panden aan de Rozengracht 20 en 21 in Zaandam. Maar de herbouwwaarde is nogal fors, zodat een opgave niet een-twee-drie geregeld is: De Goudse moet zich daar ook even over buigen. Nedasco wil wel twee weken voorlopige dekking bieden op basis van de criteria voor een ander verzekerd pand. Eind augustus 2019 meldt Nedasco dat de panden verzekerd kunnen worden, onder voorbehoud van 'een gunstig schadeverloop en een technische inspectie', zo staat op de offerte.

Inspectie vergeten

De offerte wordt op 17 september 2019 voor akkoord getekend, maar Nedasco vergeet om de technische inspectie in de panden te laten uitvoeren. En dat heeft gevolgen, want op 21 januari 2020 is er brand in de panden. De schade wordt gemeld en een medewerker van Nedasco geeft - al dan niet in paniek - een polisblad voor de panden af met als ingangsdatum 13 september 2019, waarbij als reden voor de afgifte staat vermeld ‘voorlopige dekking’, zonder vermelding van het voorbehoud van inspectie.

Buiten volmacht getreden

De Goudse peinst er niet over om voor de schade op te draaien en krijgt gelijk van de rechter: er is voor de brand geen definitieve verzekeringsovereenkomst tussen Grachtenroos en Goudse tot stand gekomen, omdat Nedasco na ontvangst van de door getekende offerte geen verdere actie heeft ondernomen. Voorlopige verzekeringsdekking was er slechts tot 13 september 2019. Nedasco is dan ook buiten haar volmacht getreden door na de brand met terugwerkende kracht een definitief polisblad af te geven met ingangsdatum 13 september 2019, zonder het door Goudse gemaakte voorbehoud van inspectie en zonder dat een inspectie had plaatsgevonden. Nedasco moet de ruim vier ton betalen.

E-mail doet de zaak kantelen

Nedasco gaat in hoger beroep en komt met een e-mail van 18 september 2019 op de proppen, waarin Nedasco aan Univé meldt: 'Wij bieden u vanaf de gewenste ingangsdatum voorlopige dekking, tenzij er in de offerte anders wordt bepaald.' En die mail was kennelijk ook bij De Goudse bekend, want die erkent direct dat op basis daarvan de brandschade toch vergoed moest wordenen dat Nedasco helemaal niet buiten de volmacht is getreden. Nedasco krijgt de vier ton dus weer terug, maar die 44.000 euro aan gedurende drie jaar gemaakte proceskosten houdt De Goudse in. Want die waren helemaal niet nodig geweest als dat mailtje eerder boven water was gekomen.

Proceskosten niet nodeloos

Nedasco heeft de mail echter niet opzettelijk achtergehouden, oordeelt het hof. Bij de rechter stelde het volmachtbedrijf al dat ten tijde van de brand sprake was van voorlopige dekking, omdat dat gebruikelijk is in de periode dat de verzekeraar de risico’s beoordeelt en dat het verrichten van een technische inspectie daaronder valt. Dat mailtje was helemaal niet nodig, was de overtuiging.

Pas toen het oordeel van de rechter bekend was, ging Nedasco op zoek naar nadere onderbouwing van (de bevestiging van) voorlopige dekking. 'In die omstandigheden kan het Nedasco niet worden aangerekend dat zij pas in hoger beroep de e-mail van 18 september 2019 heeft overgelegd. De herkansingsfunctie van het hoger beroep brengt mee dat het partijen vrij staat om andere (of aanvullende) feiten en omstandigheden naar voren te brengen dan in eerste aanleg zijn aangevoerd, zoals Nedasco in dit geval heeft gedaan.'

Goudse had het kunnen weten

Het betoog dat Nedasco De Goudse had moeten informeren dat het een standaard werkwijze is om na ontvangst van de aanvraag aan de tussenpersoon voorlopige dekking af te geven, slaagt niet. 'Het hof acht het aannemelijk dat Goudse, zoals Nedasco aanvoert, bekend is met de werkwijze van Nedasco, omdat partijen al meer dan 16 jaar samenwerken in welke periode ook audits hebben plaatsgevonden bij Nedasco. Bovendien heeft Goudse niet gesteld dat zij Nedasco heeft gevraagd om bewijs te verstrekken van de bevestiging van de voorlopige dekking. Daarnaast ligt het voor de hand dat Goudse als verzekeraar ook zelf administreert of al dan niet (voorlopige) dekking is verleend.'

Beroepskosten waren wel nodeloos

Kortom: De Goudse moet ook de resterende 44.000 euro overmaken aan Nedasco. De kosten van het hoger beroep moet elke partij zelf dragen, vindt het gerechtshof. Toen de e-mail opdook, hadden beide partijen zelf wel een oplossing kunnen vinden, zo luidt het oordeel: de beroepskosten zijn in de ogen van het hof wél nodeloos veroorzaakt.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19 maart 2024

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.