De consument schakelde in april 2022 de adviseur in voor advies over en bemiddeling bij het oversluiten van zijn hypotheek en het verkrijgen van een financiering voor de bouw van een garage. De adviseur diende de aanvraag in bij ABN Amro-label Florius, waarna snel een renteaanbod volgde van 2,48 en 2,64 procent met een rentevastperiode van 20 jaar. Dat gold onder voorwaarden tot en met 7 juli. Cruciaal waren een aantal data waarop bepaalde documenten moesten zijn aangeleverd. De consument tekende kort na ontvangst van het aanbod voor akkoord en verzamelde diverse benodigde stukken.
Renteaanbod is verlopen
Tijdens het adviestraject heeft de adviseur na contact met de acceptant van de hypotheekverstrekker geconcludeerd dat de bank de geldigheidsduur van het renteaanbod zou verlengen, omdat niet alles tijdig in orde was. Onterecht. Een geluidsopname van het gesprek tussen de adviseur en de acceptant bevestigt dit. Gevolg is dat het renteaanbod tot ongenoegen van de klant verliep. Die liet het er niet bij zitten en stapte naar de geschillencommissie van Kifid.
Klant wil schadevergoeding
De man wilde zijn schade vergoed zien en voerde aan via een andere adviseur een hypotheek met een variabele rente (toen 2,28 procent) te hebben afgesloten, omdat een rentevastperiode van 20 jaar niet meer rendabel was gezien de gestegen hypotheekrente. Een vergoeding van 50 mille wegens renteschade vond de klant wel op zijn plaats. Het verschil tussen de rente in het verlopen renteaanbod en de huidige rente zou 1,5 procent bedragen.
Adviseur laat steken vallen
De geschillencommissie was er snel uit dat de adviseur fikse steken heeft laten vallen door het renteaanbod te laten verlopen. Hij heeft dus de zorgplicht geschonden. De vraag of de klant schade lijdt, is echter moeilijk te beantwoorden. Hiervoor moet een vergelijking worden gemaakt tussen de financiële situatie van de consument nadat de adviseur de fout heeft gemaakt met de hypothetische financiële situatie dat de adviseur die fout niet had gemaakt.
Schade is niet vast te stellen
“Die vergelijking is in dit geval niet makkelijk te maken”, aldus de geschillencommissie. “Het rentepercentage dat de consument voor zijn huidige lening betaalt staat vast, maar onzeker is of de consument het rentepercentage uit het renteaanbod zou hebben betaald als de adviseur de fout niet had gemaakt."
De bank heeft de aanvraag namelijk nooit inhoudelijk beoordeeld, omdat de consument de aanvraagprocedure heeft beëindigd nadat het renteaanbod was vervallen. "Of de inhoudelijke beoordeling tot een toe- of afwijzing zou hebben geleid is daardoor niet bekend.” Omdat de schade niet is vast te stellen, hoeft de adviseur niets te betalen. De uitspraak is bindend.