Meijer heeft als commercieel directeur van TAF Verzekeringen iets in de week te leggen bij de Nederlandse klant. Een droom die hij in een daad wil omzetten en waar hij naar eigen zeggen tegelijk al een tijd mee worstelt. Een plan dat potentieel revolutionair kan zijn in de preventie van arbeidsongeschiktheid en kosten kan besparen bij overlijdensrisicoverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Voor TAF en voor de klant. Maar hij weet, zo ook zijn zakenpartners en het intermediair: beschikbaarheid van kennis over de genetische aanleg van klanten, potentiële patiënten, ligt gevoelig. Toch steekt Meijer zijn nek uit.
Nogal conservatieve verzekeraars
Meer dan een jaar geleden begon Michiel Meijer bij TAF als commercieel directeur. Voorheen was hij algemeen directeur bij Van Bruggen Adviesgroep. Zijn observatie was toen dat verzekeraars “een stuk minder digitaal in de wedstrijd zitten vergeleken met sommige hypotheekverstrekkers".
Het is mijn ultieme droom cliënten te belonen die zich houden aan de aanbevelingen volgend uit de dna-test”
In zijn zoektocht naar innovatie verdiepte hij zich in het gebruik van brondata. Hij onderzocht samen met Matthijs Mons, managing director bij Yellowtail, of TAF als verzekeraar van overlijdensrisico en arbeidsongeschiktheid – met toestemming van de klant – het elektronisch patiëntendossier zou kunnen raadplegen. Het voordeel zou zijn dat verzekeraar geen medische waarborgen meer aan de klant hoeft te vragen en de afhandeling volledig digitaal kan. Het plan bleek zeer complex, al is het nog steeds een route die hij onderzoekt.
TAF in gesprek met tester van DNA
Hij ontdekte iets anders. Het delen en gebruiken van dna-data neemt internationaal naar verwachting sterk toe. Dit kon de branche wel eens helpen eenvoudiger maatwerk te leveren. Meijer kwam in contact met een bedrijf uit Slovenië. Dit verrichte al dna-tests op speekselbasis, voor een aantal grote internationale verzekeraars. Resultaat: TAF is nu met één van die partijen in gesprek om te kijken of de verzekeraar een dna-test ook facultatief aan kan bieden aan zijn bestaande en nieuwe klanten.
Gebruik van de dna-test in de praktijk
Een dna-test op speeksel laat de verzekeraar zelf doen, maar het betreft puur de proefafname. Het gaat om het verzamelen van het genetisch materiaal. De verzegelde proef gaat naar het laboratorium dat een dna-profiel maakt op basis van het speeksel. De dna-test signaleert genetische aanleg op aandoeningen waarvan een consument nog niet wist of had kunnen weten. Invullen van een gezondheidsverklaring doet hij immers op basis van zijn kennis van aandoeningen in de rechte lijn van de ouders.
In een gezondheidsverklaring wordt alleen gevraagd naar doktersbezoeken. Wie bij een dokter komt met vragen over erfelijkheid of preventieve behandelingen, mag je deze vragen dus met “nee” beantwoorden. Dit omdat verzekeraars met elkaar hebben afgesproken om nooit vragen te stellen over erfelijke ziektes bij verzekeringsbedragen onder vastgestelde vragengrenzen. Verschillende verzekeraars stellen deze vragen óók niet boven die bedragen. Daarnaast hebben verzekeraars afgesproken om voor alle erfelijke ziektes niet te vragen naar erfelijke ziektes in de familie, uitslagen van erfelijkheidsonderzoek van een verzekerde zelf en eventuele preventieve behandelingen. Dit om te voorkomen dat mensen geen erfelijkheidsonderzoek meer laten doen, eveneens voor preventie.
Waarborgen voor privacy
Belangrijk is dat de verzekeraar geen inzage heeft in de uitslag van de dna-test. TAF krijgt dus ook geen informatie over welke ziekten een klant kan krijgen. Of de kans op overlijden op een bepaalde leeftijd. De gegevensbescherming is gewaarborgd, vertelt Meijer. “Partijen die dna-testing aanbieden, moeten voldoen aan de hoogste bescherming op het gebied van data en privacy.” Alleen de patiënt of klant kan via een te downloaden app alleen op zijn of haar eigen smartphone zijn dna-profiel terugzien. Hij kan vervolgens aan TAF wel toestemming geven om te checken of hij de aanbevelingen uit de app naleeft.
Doel is preventie
Uiteindelijk is dat het doel: de app geeft aanbevelingen hoe de klant met zijn gezondheid zou kunnen omgaan, gerelateerd aan de resultaten die uit de dna-test naar voren komen. Bijvoorbeeld, iemand heeft een erfelijke aanleg voor hoog cholesterol. De app wijst hem dan op het juiste dieet. “Het is mijn ultieme droom”, zegt Meijer, “om cliënten te belonen die de aanbevelingen uit de app opvolgen, zodat de kans dat ze onze producten nodig gaan hebben steeds kleiner wordt.”
Het betekent preventie, waardoor bij TAF minder claims binnenkomen. Meijer: “Stel dat het lukt om de kans op arbeidsongeschiktheid ten gevolge van lichamelijk ongemak of overlijden uit te stellen of terug te dringen, dan leidt dat er toe dat we minder reservering nodig hebben voor deze risico’s. Dat voordeel kunnen we teruggeven aan de klant.” Momenteel hebben mensen met een ernstige erfelijke aandoening in de familie te maken met hogere premies, terwijl zij mogelijk nooit ziek worden, of überhaupt het gen niet dragen.
Premie kan licht dalen
Meijer schat dat dat er wel degelijk een premievoordeel te behalen moet zijn, al zal dat gering zijn. Te denken valt aan 2 tot 4 procent invloed op de premie. Dat lijkt misschien niet veel, maar in de huidige markt van overlijdensrisicoverzekeringen die zeer concurrerend is, moet een verzekeraar scherp innoveren. “Je moet het echt anders gaan doen om nog verder mee te kunnen zakken in een eventuele premie”, zegt Meijer. “Alle kleine beetjes helpen nu meer dan de grote stappen die in het verleden gemaakt zijn in de overgangsperiode naar digitalisering van de bedrijfsprocessen. De tijd van die kostenbesparingen is voorbij, die zijn inmiddels geïmplementeerd.”
Meedoen niet verplicht
Meijer benadrukt dat het omgekeerd niet de bedoeling kan zijn dat cliënten die de aanbevelingen niet opvolgen, als het ware daarvoor worden gestraft. Alleen al omdat een verzekeraar nooit inzicht kan hebben in gedrag nadat een klant geaccepteerd is.
Ik worstel nog met de lading van een dna-test bij de gemiddelde consument. Zijn wij als Nederlanders al rijp ervoor, om dit te gaan doen?”
Meijer besprak zijn plan met een aantal grote intermediairs in Nederland. “De helft zei, gechargeerd: ‘ik zou mijzelf niet aan zo’n test onderwerpen, want wat gebeurt er met mijn gegevens en wie kan die gegevens inzien?' De andere helft zei: 'als dit een voordeel gaat opleveren in mijn acceptatie of de manier waarin ik begeleid word, waardoor een voorval als overlijden of arbeidsongeschiktheid zich minder snel zou kunnen voordoen, dan zou ik dat altijd doen'.” Ook sprak hij consumenten. De ene groep zei te geloven in de ontzorging en ondersteuning via de app. Een andere groep aarzelde vanuit de overweging met de testuitslag geconfronteerd te kunnen worden in plaats van ervan te profiteren. “Ook was er een groep die zei: 'sommige dingen wil ik liever niet weten'.”
Testen op een kantelpunt
“Dus ik worstel nog met de vraag hoe zwaar de lading is van een dna-test bij de gemiddelde Nederlandse consument”, zegt Meijer. “Zijn wij als Nederlanders al rijp ervoor, om dit te gaan doen? Dat is een beetje mijn overweging op dit moment.” Opvallend genoeg is zijn plan in het buitenland al ten uitvoer gebracht. “Verzekeraars in Duitsland bijvoorbeeld bieden het klanten al facultatief aan. Daar lijkt er een minder zware lading te liggen op het woord dna-test. We zitten op een kantelpunt. Daarom ben ik er ook nog niet formeel mee gestart.”