De procureur-generaal adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep dat de verzekeraar heeft ingesteld te verwerpen. In vrijwel alle gevallen neemt het hoogste rechtscollege dit advies over. Voor de verzekerde timmerman in kwestie betekent dit dat Aegon de verzekeringsovereenkomst ongeclausuleerd moet voortzetten en dat de man recht heeft op een aov-uitkering.

Hof floot rechtbank eerder al terug

Eind 2022 floot het hof Aegon terug, nadat de Utrechtse rechtbank eerder het met de verzekeraar eens was dat de man de precontractuele mededelingsplicht heeft geschonden. De kwestie draaide om het invullen van de gezondheidsverklaring die bij het afsluiten van de verzekering moest worden ingesteld. Die bleek zo slordig te zijn opgesteld dat de man, die als gevolg van een burn-out uit de running raakte, onmogelijk de informatie kon aanleveren op de wijze die Aegon graag had gezien.

De twintiger met een eigen klusbedrijf sloot bijna zes jaar geleden een aov af bij Aegon. Al kort nadat de verzekering inging, bleek hij ziek. Aegon wees een claim af, omdat de man niet had gemeld dat hij in het verleden de huisarts en psycholoog had bezocht vanwege concentratieproblemen. De psycholoog stelde nooit een aandoening vast; hij beschouwde het consult als een coachingsgesprek. Voor de man was in elk geval nooit duidelijk geworden dat er iets met hem aan de hand zou zijn op medisch vlak dat hij had moeten melden.

Gezondheidsverklaring onduidelijk

Het hof stelde vast dat de timmerman de gezondheidsverklaring onmogelijk juist had kunnen invullen. Daarbij is vooral gekeken naar de context van het volledige formulier te hebben gekeken, waar de invulinstructie niet deugdelijk bleek. Ook bevatte het formulier volgens het hof diverse omissies en onduidelijkheden.