Toen eind 2021 de Autoriteit Financiele Markten haar standpunt over advies en informatieverstrekking kenbaar maakte, trok dit de aandacht in de adviesbranche. Schuiling: "Vanuit deze sector rezen er 'grote zorgen' over de mogelijke financiële risico's voor consumenten en de vrees dat niet-deskundige medewerkers wijzigingen in bestaande contracten zouden kunnen doorvoeren. Vanwege deze interpretatie stelde de sector de agenda voor 2023 op, in afwachting van onderzoekresultaten naar de gevolgen en adviesbehoeften van consumenten." Onlangs heeft de minister van Financiën de conclusie gepubliceerd op basis van twee uitgevoerde onderzoeken.
Geen noodzaak om toezichtswetgeving aan te passen
De minister concludeert dat er geen noodzaak is om de financiële toezichtswetgeving aan te passen. Schuiling: "Persoonlijk advies gedurende de looptijd van het product, de beheerfase, valt niet onder de Wft, zolang er geen nieuw financieel product wordt afgesloten. Met deze uitkomst behouden aanbieders de mogelijkheid om consumenten in de beheerfase te assisteren bij keuzes die zij moeten maken."
Vier verschillende manieren
In het eerste onderzoek communiceerde de aanbieder in de beheerfase op vier verschillende manieren met de klant. Schuiling: "Echter, er is geen bewijs gevonden dat consumenten vaker advies inwonnen of verstandigere keuzes maakten als gevolg van deze communicatie."
Het tweede onderzoek onthulde dat de behoefte aan advies niet afhankelijk is van de financiële geletterdheid van de consument. Schuiling: "Een opvallende bevinding was dat consumenten zich minder lieten leiden door hun eigen kennis als feedback uit een financiële kennistoets aantoonde dat ze hun kennis overschatten. Desondanks resulteerde de feedback niet in een grotere bereidheid om financieel advies in te winnen. Dit onderzoek benadrukt dus de waarde van een effectieve kennistoets bij execution only, met feedback als waardevolle bijdrage aan consumentenbescherming en gedragsverandering."
Ook eisen vanuit burgerlijk recht
Hoewel de toezichthouder geen wettelijke bevoegdheden heeft in de beheerfase, betekent dit niet dat 'informeren' niet zorgvuldig en vakbekwaam moet plaatsvinden. Schuiling: "Immers, het burgerlijk recht stelt via het Burgerlijk Wetboek ook eisen aan dienstverlening. Ondanks dat de adviesregels uit de Wft niet van toepassing zijn op persoonlijk advies voor reeds aangeschafte financiële producten, verwachten de civiele rechter en het Klachtinstituut Financiële Dienstverlening nog steeds dat een redelijk handelende en bekwame adviseur rekening houdt met de noodzakelijke informatie om tot een degelijk advies te komen. De bestaande wettelijke normen blijven dus relevant, zij het dat de financiële dienstverlener hierop niet door de toezichthouder kan worden aangesproken."