Driehonderdduizend woningen per jaar verduurzamen. Dat zijn de benodigde aantallen om de eerste afspraken uit het Klimaatakkoord (1,5 miljoen verduurzaamde woningen in 2030) te realiseren. Met gemiddeld zo’n 30.000 woningen per jaar (rekende TNO voor) liggen ambitie en realisatie echter mijlenver uit elkaar.

De Versnelcoalitie voor Groene Woninginvesteringen – een samenwerkingsverband tussen publieke en private partijen, zoals de SVn, VFN en De Hypotheker – steekt een hand uit naar de overheid, om samen ervoor te zorgen dat het verduurzamingstempo omhooggaat.

Gekke cirkelredenering leennormen

Een persoonlijke lening is volgens VFN-voorzitter Martin Aalders een ideaal middel om verduurzamingsmaatregelen mee te financieren. “Als je 10.000 tot 30.000 euro moet investeren, is het verhogen van je hypotheek relatief duur, zeker wanneer je de notaris- en advieskosten afzet tegen het bedrag dat je wilt lenen.” En ook niet iedereen heeft dit bedrag op de spaarrekening staan, of wenst dit spaargeld daarvoor aan te wenden.

Maar zij die voor de aanschaf en installatie van zonnepanelen of een warmtepomp een persoonlijke lening af willen sluiten, stuiten vaak op een gekke cirkelredenering, legt Aalders uit. “Mensen willen hun woning gaan verduurzamen en zo de energielasten verlagen. Maar door de huidige leennormen kunnen ze daar geen lening voor afsluiten, want hun lasten zijn te hoog, door die opgelopen energiekosten.”

Jullie hebben daarom, samen met Nibud, een gestandaardiseerd leenkader ontwikkeld, voor alle kredietverstrekkers. Wat houdt dit in?
“Dat leenkader omvat twee componenten. De ene component is dat dit leenkader uitgaat van de lagere toekomstige energielasten. Dat levert meer financieringsruimte op; bij maandelijks 50 euro kostenbesparing zo’n 9.000 euro extra leenruimte bij een looptijd van 15 jaar. Daarnaast rekenen we aan de hand van de NTA 8800-normen door wat elke maatregel aan energiebesparing oplevert; dit moet de woningbezitter helpen om te bepalen welke verduurzamingsstappen de meeste impact hebben.”

Maar er zijn bijvoorbeeld ook regelingen waarbij je geld kunt lenen van de overheid, tegen 0 procent rente.
“Dat is inderdaad een prima regeling voor huizenbezitters en VvE's die op dit moment wel willen verduurzamen maar geen lening kunnen krijgen. Daarvan zeggen we tegelijkertijd ook: dat is eigenlijk niet de rol van de overheid. De overheid is geen bedrijf dat leningen verstrekt; laat dat maar aan de markt over. Wat ons betreft kan de overheid veel beter garant staan, zoals bij NHG. Dankzij een op te richten garantiefonds kunnen kredietverstrekkers dan veel voordeliger leningen verstrekken, met lagere rentetarieven.”

Welke rol kan de hypotheekadviseur spelen in het versnellen van de verduurzaming van het woningmarktbestand?
“Onze kredietverstrekkers willen adviseurs een concreet product aanbieden, dat zij ook echt aan hun klanten kunnen adviseren. Nu grijpen veel adviseurs naar het afsluiten van een tweede hypotheek, maar we willen ervoor zorgen dat zij hun klanten ook goed kunnen adviseren over het afsluiten van een persoonlijke lening. Dat dit een uitstekend product is om kleinere bedragen, tot 30.000 euro, mee te lenen.”

Het idee is dan dat kredietverstrekkers zelf een product rondom dit nieuwe leenkader en de garantiestelling gaan ontwikkelen?
“Precies. Daar kunnen ze dan zelf passende voorwaarden aan hangen. Het werkt net zoals bij NHG. Rugdekking van de overheid maakt producten goedkoper, maar aanbieders moeten het zelf ook aantrekkelijk in de markt zetten. Dat levert de adviseur weer allerlei adviesmogelijkheden op; die heeft dan productkeuze te over.”

Je kunt niet versnellen zonder een stip op de horizon. Wat is jullie tijdlijn?
“We hebben ons niet voor niets de Versnelcoalitie genoemd: het kan dus altijd sneller. We willen in ieder geval voor het eind van het jaar de methodiek, met het gestandaardiseerde leenkader, hebben staan. Wij zijn er klaar voor.”