Vanaf 2016 heeft de toezichthouder hypotheekaanbieders aangespoord om een aanpak te ontwikkelen voor potentieel kwetsbare klanten met een (deels) aflossingsvrije hypotheek. ‘’Een aflossingsvrije hypotheek biedt in veel gevallen extra financiële flexibiliteit. Het is daarbij belangrijk dat mensen zich er wel van bewust zijn dat ook aan een aflossingsvrije hypotheek aan het einde van de looptijd moet worden afgelost of geherfinancierd,’’ laat Zdenka van Schaik, AFM-manager Lenen & Sparen, weten.
Toetsing op financiële situatie in de toekomst
Sinds de uitrol van de AFM-aanpak in 2019 hebben hypotheekaanbieders in totaal 1,68 miljoen klanten met een (deels) aflossingsvrije hypotheek benaderd. Bij 37.000 klanten is getoetst of zij hun aflossingsvrije hypotheek ook in de toekomst nog kunnen betalen. 744.000 klanten hebben actie ondernomen om hun financiële situatie te verbeteren door bijvoorbeeld een incidentele of periodieke aflossing van hun hypotheek om te zetten naar een deels aflossende hypotheekvorm of extra sparen.
Stijging van hypotheekaftrek
Er zijn huishoudens met een aflossingsvrije hypotheek die te maken kunnen krijgen met betalingsproblemen. Bijvoorbeeld als de maandlasten stijgen door het einde van de hypotheekrenteaftrek, door inkomensdaling na pensionering of door stijging van hypotheekrentes. Bij een gedwongen verkoop van de woning kan men ook te maken krijgen met een restschuld als de opbrengst lager is dan de uitstaande hypotheekschuld.
Aanpak doorzetten
Het is volgens de AFM dan ook noodzakelijk dat hypotheekaanbieders zich de komende jaren blijven inspannen om klanten te wijzen op de mogelijke risico’s en hen indien nodig aan te zetten tot actie. Veel aflossingsvrije hypotheken lopen echter af tussen 2033 en 2038. De meeste huishoudens hebben dus nog tijd om waar nodig hun financiële situatie te verbeteren.