De ex-medewerker – hij werkt inmiddels bij Nationale-Nederlanden – was in zijn studententijd werkzaam voor het koeriersbedrijf. Bij een eenzijdig ongeval in de provincie Groningen raakte hij ernstig gewond toen hij met een bestelbus tegen een boom reed. De ongevallenverzekeraar keerde kort na het ongeluk 7.000 euro uit omdat sprake is van blijvende invaliditeit. Meer vergoeding kwam er niet, omdat de werkgever meende niet aansprakelijk te zijn. Voor de voormalig medewerker reden om naar de rechter te stappen.
Kantonrechter wijst deskundige aan
Vorig jaar boog de kantonrechter in Groningen zich al over de zaak. Die wees toen - om later een definitief oordeel te kunnen vellen - een deskundige op het gebied van verzekeringsrecht aan om onder meer te bepalen hoe hoog de schadevergoeding moet uitvallen. De jurist zette desgevraagd onder meer op een rij welke verzekeringen van toepassing waren ten tijde van het ongeluk en welke verzekeringsmogelijkheden het koeriersbedrijf nog meer zou hebben gehad. Dat waren er meer dan alleen de afgesloten collectieve ongevallenverzekering, die uitkeert bij overlijden en blijvende invaliditeit, en de inzittendenverzekering als onderdeel van het leasecontract voor de bedrijfsauto. Die laatste verzekering keert een vast bedrag uit bij een ongeval.
Tussenpersoon had uitkomst kunnen bieden
Volgens de deskundige zijn andere verzekeringen algemeen bekend bij koeriersbedrijven; zeker de schadeverzekering voor inzittenden (SVI), die bij een ongeval recht geeft op een uitkering voor de bestuurder van een motorrijtuig voor de daadwerkelijk geleden schade, waaronder smartengeld. En zo niet, dan zou het “een kleine stap zijn om zich via advies door een verzekeringstussenpersoon op dit punt te laten voorlichten”, aldus de deskundige. De werkgever had overigens wel een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering; echter keert die niet uit wanneer sprake is van een ongeval met een motorvoertuig.
Koeriersbedrijf verzaakte
De kantonrechter concludeert naar aanleiding van het deskundigenrapport, vrij vertaald, dat het koeriersbedrijf heeft verzaakt medewerkers goed verzekerd de weg op te sturen. Het bedrijf is dan ook aansprakelijk voor de geleden schade. De definitieve schade moet nog worden bepaald. Over de hoogte van de vergoeding van de medische kosten van bijna 2.000 euro bestaat geen discussie; de voormalige koerier heeft echter niet kunnen aantonen dat hij als gevolg van het ongeval studievertraging heeft opgelopen en daardoor schade heeft geleden. Een vergoeding hiervoor is dan ook niet aan de orde.
Vergoeding immateriële schade: 20 mille
De immateriële schadevergoeding wordt vastgesteld op ten minste 20 mille. Dat bedrag is bij voorschot toegekend. De definitieve hoogte van de schade kan nog niet worden vastgesteld, omdat de eindtoestand van een aantal letsels nog niet is bereikt. De kantonrechter laat niet na om het koeriersbedrijf en zijn voormalig werknemer ertoe te bewegen tot overeenstemming te komen over de definitieve schaderegeling om een eventuele nieuwe procedure te voorkomen.