Het aandeel dat zich zorgen maakt ligt nog wel onder het niveau van 2013, toen 32 procent aangaf zich zorgen te maken. Sinds dat jaar nam het aandeel af tot 23 procent in 2021. Vooral 18- tot 25-jarigen geven aan zich veel zorgen te maken over de toekomstige financiële situatie. Naarmate de leeftijd hoger wordt, krimpt dat aandeel tot 23 procent van de 75-plussers.
Financiële zorgen onder huiseigenaren
24 procent van de mensen met een eigen koopwoning geeft aan financiële zorgen te hebben. Dat aandeel komt in de buurt van de bevindingen van NHG waaruit voortkwam dat een op de vijf huizenbezitters stress ervaart over hun financiën. Volgens de NHG had 14 procent van de woningeigenaren de afgelopen twaalf maanden bijvoorbeeld moeite met het betalen van de woonlasten. Een vijfde daarvan had bovendien een betalingsachterstand.
Alleenstaande ouders en jongeren
Verhoudingsgewijs maken alleenstaande ouders zich daarnaast meer zorgen dan volwassenen met een partner. Zo geeft 40 procent van de alleenstaande ouders aan zich zorgen te maken. Van de huishoudens die bestaan uit twee volwassenen, met of zonder kinderen, is dat 26 procent. Het inkomen speelt daarbij een rol. Want, hoe meer Nederlanders verdienen, hoe minder bezorgt ze zijn. Zo maken vier op de tien volwassenen met het laagste inkomen zicht zorgen. Dat is bijna twee keer zoveel als het aandeel mensen dat behoort tot de groep die het meest verdient.
