Kaag: 'Geen aanvullende waarborgen nodig voor registratie fraudeurs door verzekeraars'

Kaag: 'Geen aanvullende waarborgen nodig voor registratie fraudeurs door verzekeraars'

Minister Sigrid Kaag van Financiën vindt niet dat aanvullende waarborgen nodig zijn om de registratie van fraudeurs door verzekeraars beter te laten lopen. Dat zegt ze in antwoord op vragen van Tweede Kamerleden Songül Mutluer en Henk Nijboer (beiden PvdA).

De twee parlementsleden stelden hun vragen naar aanleiding van berichtgeving in Trouw met als kop 'Nederlandse verzekeraars spelen voor aanklager en rechter tegelijk.' In het opiniestuk uit Bart Custers, hoogleraar law & data science van de Universiteit Leiden, zijn zorgen. Verzekeraars zouden vooral fraudeurs opnemen in een incidentenwaarschuwingssysteem, maar niet meer aangifte doen. Custers roept verzekeraars op om altijd aangifte te doen, de bewaartermijn van data over de fraudeurs te verkorten en fraudeurs na een veroordeling door een rechter pas te registeren. Ook zouden verzekeraars transparanter over de registraties moeten zijn.

Nooit een verplichting om aangifte te doen

De twee parlementsleden in hun brief: "Acht u het begrijpelijk dat verzekeraars geen aangifte doen van fraude maar de voorkeur geven aan het via het register kunnen opleggen van eigen maatregelen?" Kaag wijst er allereerst op dat de regels en waarborgen over het incidentenwaarschuwingssysteem door vijf brancheverenigingen zijn vastgelegd in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI). "Personen en private organisaties zoals een verzekeraar hebben nooit een verplichting om aangifte te doen van een strafbaar feit zoals fraude. Het kabinet heeft er begrip voor dat verzekeraars niet in alle situaties overgaan tot aangifte, maar een afweging maken op basis van proportionaliteit. Een aangifte kan namelijk voor de betrokkene verstrekkende gevolgen, bijvoorbeeld ten aanzien van het vinden of behouden van werk."

Nadelige gevolgen voor betrokkene

Ook registratie in het incidentenwaarschuwingssysteem kan nadelige gevolgen hebben voor de betrokkene, stelt Kaag. "Maar die zijn vaak minder verstrekkend dan wanneer de verzekeraar tevens aangifte doet van een strafbaar feit. Dat verzekeraars zorgvuldig afwegen of aangifte naast registratie proportioneel is, betekent niet dat zij in het algemeen lichtvaardig omgaan met registratie. Ook wanneer een verzekeraar over gaat tot registratie en geen aangifte volgt, blijft het uitgangspunt dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging de kwalificatie strafbaar feit kan dragen en dat voldoende bewijs van betrokkenheid tegen de betrokkene beschikbaar is."

Preventie moet vooraf gaan aan strafrecht

"Deelt u de mening dat strafbare feiten zoals fraude bij voorkeur via het strafrecht
aangepakt zouden moeten worden", willen de twee PvdA'ers weten. Kaag: "Een aanpak van criminaliteit, zoals verzekeringsfraude, is pas effectief als de repressie via het strafrecht wordt voorafgegaan door effectieve preventie. De inzet van verzekeraars is hierop gericht en vult de aanpak aan. Uiteraard moeten er zowel bij de strafrechtelijke repressie als preventie goede rechtswaarborgen zijn. Die zijn er in mijn ogen en in die van de Autoriteit Persoonsgegevens ook. In dit kader vind ik het daarom goed dat het uitgangspunt in het PIFI is dat een verzekeraar aangifte doet van strafbare feiten. Ik heb er echter ook begrip voor dat verzekeraars niet altijd over gaan tot aangifte vanwege onder andere proportionaliteitsoverwegingen."

Er zijn diverse wettelijke waarborgen

Tot slot willen de twee kamerleden weten of er betere regels en waarborgen moeten komen voor het bijhouden van een register van fraudeurs door verzekeraars? Kaag is beslist met haar 'nee'. "Er zijn diverse wettelijke waarborgen ten aanzien van het beschermen van persoonsgegevens van strafrechtelijke aard. Voor het verwerken van zulke persoonsgegevens door private organisaties zoals verzekeraars moet de AP onder meer een vergunning verlenen. De AP toetst in dat kader of behoorlijke en zorgvuldige gegevensverwerking binnen de wettelijke eisen aannemelijk is. In 2021 heeft de AP geconcludeerd dat dit het geval is. Ik vind het PIFI een voorbeeld dat laat zien dat de verwerking van persoonsgegevens van strafrechtelijke aard kan, binnen de gestelde wettelijke waarborgen."

Ronald Bruins

Ronald Bruins

is redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.