Mede door een recente uitspraak van de rechter stelden Kamerleden Grinwis (CU) en Nijboer (PvdA) vragen aan Kaag over het aanbieden van flitskredieten door websites als Saldodipje.nl. Aanvragers moeten een garantsteller aandragen, maar als ze dan niet snel genoeg doen, krijgen ze een boete. Daarmee komen de totale kosten van een flitslening ver boven de wettelijk gemaximeerde rente uit. "Ik vind het onwenselijk als buitenlandse kredietaanbieders consumenten hoge kosten in rekening brengen", luidt het weinig verrassende antwoord van de minister, die verwijst naar de Regeling aanpak flitskrediet, die sinds 2020 geldt. Die moet voorkomen dat buitenlandse aanbieders de maximale kredietvergoeding omzeilen.
Boete valt buiten verdienmodel
Maar of die regeling Europeesrechtelijk deugt, valt te bezien. De rechtbank in Rotterdam oordeelde onlangs dat de AFM geen waarschuwing mocht opleggen aan het Finse Ferratum, eigenaar van Saldodipje, vanwege het opleggen van een boete als er geen garantsteller is. Die boete hoort namelijk niet bij de kosten van het krediet, aldus de rechter, terwijl de Regeling aanpak flitskrediet ervan uitgaat dat het niet relevant is of de vergoeding door de aanbieder wordt aangemerkt als rente, leenkosten, een garantstelling (al dan niet met een externe partij) of anderszins.
"De rechtbank wijst er echter op dat op basis van vaste jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven - mede gelet op het beschermingsdoel van de Consumentenkredietrichtlijn - bij de beantwoording van de vraag of kosten kunnen worden gerekend tot de totale kosten van het krediet, niet zozeer een formeel-juridische benadering dient te worden gevolgd, maar veeleer dient te worden gekeken naar de feitelijke gevolgen voor de consument", schrijft Kaag. Er moet aannemelijk worden gemaakt dat aan klanten zo vaak een boete wordt opgelegd dat die feitelijk de basis vormt van het verdienmodel van de kredietverstrekker en daarmee alsnog onderdeel is van de kredietvergoeding. En dat was in de betreffende zaak niet aangetoond.
Niet over gesproken, geen reden voor actie
Eerder had de rechter in kort geding getwijfeld over de juridische basis van de Regeling aanpak flitskrediet. Dat is voor de minister geen reden om actie te ondernemen: "Aangezien de rechter in de recente uitspraak niet ingaat op dit vraagstuk, is er nu geen aanleiding om wijziging van de Regeling aanpak flitskrediet te overwegen."
Wachten op EU-richtlijn
Kaag wijst er wel op dat er nu wordt onderhandeld over herziening van de Europese richtlijn consumentenkrediet, met als doel strengere regels te stellen aan onder andere de krediettoets, reclame en informatieverstrekking. "Ook stelt de Europese Commissie voor om het toepassingsbereik van de richtlijn uit te breiden met kredieten van minder dan 200 euro die nu zijn uitgezonderd. Het doel daarvan is om kortlopende leningen tegen (zeer) hoge kosten aan te pakken. In Nederland zijn deze kredieten reeds gereguleerd, en dit voorstel draagt dus bij aan een gelijk Europees speelveld." Volgens Kaag moeten andere lidstaten ook maatregelen gaan nemen om de kosten van krediet te beperken. "Naar verwachting wordt in de eerste helft van dit jaar een akkoord bereikt. Wanneer de richtlijn definitief is zal ik bij de omzetting daarvan kijken of er aanleiding is om de huidige wetgeving voor flitskredieten aan te passen."