Dat blijkt uit een brief van de regering aan de commissie Sociale Zaken van de Tweede Kamer. Het is de derde keer dat de wet wordt uitgesteld.
“De regering vindt het belangrijk dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het keuzerecht bedrag ineens. Dit vergt allereerst goede informatie vanuit pensioenuitvoerders en daarnaast voldoende tijd voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Het is belangrijk dat pensioenuitvoerders deelnemers tijdig informeren over de keuzemogelijkheid. Daarnaast zal het wetsvoorstel met zorgvuldigheid door uw Kamer worden behandeld, waarvoor een adequate termijn nodig is. Met deze elementen indachtig acht ik een voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2024 haalbaar”, aldus minister Schouten in haar Kamerbrief.
Wet bedrag ineens
Met de Wet bedrag ineens krijgen deelnemers de optie om bij hun pensioen alvast 10 procent direct te krijgen. De Eerste Kamer nam de wet al begin 2021 aan, maar op voorwaarde dat de invoering later zou plaatsvinden. Er waren namelijk met name vragen over de uitvoerbaarheid, vooral wanneer de deelnemers de uitkering wilden uitstellen tot het jaar na het ingaan van hun pensioen. Die mogelijkheid kwam er op verzoek van de Tweede Kamer om fiscaal nadeel te voorkomen. Deelnemers zouden namelijk AOW-premie moeten betalen over de lumpsum, waarbij het bedrag zou afhangen van de geboortemaand. Pensioenuitvoerders noemden deze uitstelmogelijkheid echter onuitvoerbaar.
Schouten introduceerde daarom afgelopen zomer een reparatiewet op de Wet bedrag ineens, de zogenaamde Wet herziening bedrag ineens. Hierin is een variant opgenomen waarbij de uitstelmogelijkheid beter uitvoerbaar zou zijn. In deze nieuwe wet is de mogelijkheid voor uitgestelde uitbetaling van de lumpsum beperkt tot de groep die rond AOW-datum het pensioen laat ingaan. Deelnemers die eerder met pensioen gaan, kunnen de lumpsum niet uitstellen. Volgens Schouten is met het voorstel een evenwicht gezocht tussen enerzijds de wens voor maatwerk voor deelnemers en anderzijds die voor uitvoerbaarheid en uitlegbaarheid.
