Van der Linden houdt zijn speech tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst van Adfiz die op 12 januari plaatsvindt in Fort Voordorp in Groenekan.
In zijn speech geeft hij ook aan dat de financieel adviseur het niet alleen kan. “Willen we op dit vlak echt stappen zetten, dan moeten aanbieders hun data delen zodat adviseurs op het juiste moment met het juiste verhaal bij de klant kunnen aankloppen. Ook moeten we als maatschappij gaan beseffen dat we er met tooltjes en slimme kiesomgevingen alleen niet komen, maar accepteren dat een succesvolle transitie naar weerbaarder burgers en bedrijven persoonlijke aandacht vraagt en dus geld en tijd kost. Ook moet het tot ons allen gaan doordringen dat verstandig financieel gedrag iets anders is dan quasi zelfbewust producten bij elkaar klikken, maar gaat over zicht en grip op je financiële situatie. We moeten stoppen met advies kleiner te maken dan het is, en met suggereren dat je het als consument allemaal makkelijk zelf kunt. Want je kunt er nog zoveel verstand van hebben: ik zou geen enkele huisarts adviseren zijn eigen diagnose te stellen.”
Ook moet het tot ons allen gaan doordringen dat verstandig financieel gedrag iets anders is dan quasi zelfbewust producten bij elkaar klikken, maar gaat over zicht en grip op je financiële situatie”
Regeldruk voor ondernemers
De Adfiz-voorzitter gaat ook in op het verminderen van de regeldruk voor ondernemers. “Als we hier echt stappen in willen zetten, moeten we stoppen met nationale koppen op Europese wetten zetten, maar kijken naar nut en noodzaak, iets wat nu nog echt te weinig gebeurt. Ook betekent het dat we ophouden met het steeds opnieuw toetsen van al eerder getoetste kennis, vaardigheden en competenties. Het is volkomen disproportioneel, frustreert werkelijke professionalisering en lijkt eerder bij te dragen aan een leven lang stilstaan dan een leven lang ontwikkelen van de beroepsgroep.” Aanbieders moeten daarnaast volgens hem gaan beseffen dat bij een markt en maatschappij in transitie ook hoort dat oude regels en gewoonten moeten worden afgebroken omdat ze nieuw gedrag juist in de weg zitten. “Innovatie, vooruitgang, kan alleen gedijen en tot wasdom komen in een wereld waar er een intrinsieke wil is om te innoveren en te groeien.”
We moeten ophouden met het steeds opnieuw toetsen van al eerder getoetste kennis, vaardigheden en competenties. Het is volkomen disproportioneel, frustreert werkelijke professionalisering en lijkt eerder bij te dragen aan een leven lang stilstaan dan een leven lang ontwikkelen van de beroepsgroep”
Consumentenbescherming
Ook consumenten hebben volgens Van der Linden te maken met stapels papierwerking in het kader van de consumentenbescherming. “Als ik de papierstapel zie die consumenten krijgen te verhapstukken in het kader van consumentenbescherming, dan vraag ik me ook af: ‘willen we wel echt vooruit?'."
Hij noemt hierbij documenten met informatie over dienstverlening bij complexe producten, bij niet-complexe producten, bij hypotheken en bij Nationaal Regime producten en een document over advies bij beleggingsverzekeringen als voorbeelden.
Ook krijgen klanten volgens hem veel papierwerk met daarbij informatie over het kantoor van de adviseur, diens privacystatement, dienst klachtenregeling en diens verzekeringsadvies- en beloningsbeleid. Veel te veel, aldus de Adfiz-voorzitter. “En je maakt mij niet wijs dat er hier in de zaal ook maar één iemand is die er echt van overtuigd is dat meer dan een klein handjevol consumenten die documenten stuk voor stuk doorleest. Want vergis u niet, die papierstapel is er niet gekomen voor de bescherming van de consument. Maar lijkt eerder bedacht voor de gemoedsrust van de bedenkers ervan. Dat ze een vinkje kunnen zetten en zogenaamd daadkracht kunnen tonen. Maar het biedt slechts schijnzekerheid aan de klant en heeft absoluut niets van doen met echt vooruit willen.”
Ook de nieuwe naam voor het dienstverleningsdocument, de vergelijkingskaart, gaat er volgens hem niet voor zorgen dat consumenten die het oude document al niet lazen de nieuwe kaart nu wél gaan lezen. “Dat is niet alleen mijn voorspelling; dat staat ondubbelzinnig in het onderzoeksrapport dat is opgesteld naar de effectiviteit van de vergelijkingskaart.”
Duurzame samenwerking
Van der Linden vervolgt zijn speech met te stellen dat de financiële sector een grote en impactvolle rol kan spelen in de transitie naar een duurzamere maatschappij. “Dit kunnen we doen door niet te wachten op wet- en regelgeving en klanten die erom vragen, maar door initiatief te nemen en als sector koploper te willen zijn. Natuurlijk gebeurt er al veel, maar de tijd dringt en een echte doorbraak is nu nodig.”
Ook wijst hij op het belang van groenere producten. “Een groen pensioen is bijvoorbeeld 21 maal effectiever dan stoppen met vliegen, vegetariër worden en van energieleverancier veranderen tezamen.” Verder is het belangrijk om vanuit risicoperspectief met klanten te praten over het risico van niet verduurzamen voor de continuïteit van de onderneming. “Het is een gegeven dat regelgeving steeds strenger zal worden. Dat klanten steeds meer eisen zullen stellen aan verduurzamingsinspanningen van ondernemingen. En ook werknemers zullen de mate waarin een onderneming verduurzaamt steeds vaker laten meewegen bij de keuze voor een werkgever. We kunnen de transitie ook versnellen door bij adviesgesprekken over pensioen, inkomen en verzuim ook te praten over financieel fit, vitaliteit, duurzame inzetbaarheid en ga zo maar door.”
Van der Linden eindigt zijn speech met zijn openingswoorden: ‘Het essentiële van vooruitgang, is vooruit te willen’. “Dit vraagt om visie, vertrouwen en leiderschap. En om keuzes maken die misschien op de korte termijn ongemakkelijk voelen, maar op de langere termijn het verschil gaan maken.” Hij roept de bezoekers van de nieuwjaarsbijeenkomst tot slot op om zichzelf de vraag te stellen of ze écht willen meewerken aan vooruitgang. “Voor mezelf heb ik die vraag al beantwoord met een volmondig 'ja'. Wat er ook voor nodig is, coûte que coûte. Want ik wil worden beoordeeld op wat ik doe om echt vooruit te komen en nergens anders op”, besluit hij.