In gesprek met AM gaf Dijkhof, eveneens directeur van hypotheekadviesketen HypotheekCompany, al aan dat de woning- en hypothekenmarkt op slot zitten en dat dit voorlopig ook wel zo zal blijven. Iedere aanwijzing om iets anders te verwachten ontbreekt in zijn ogen. Het gat tussen vraag en aanbod is simpelweg te groot.
Geen perspectief is onacceptabel
Dan kun je wel stellen dat maatregelen zoals de leennormen intrinsiek goed zijn, maar ze werken uiteindelijk compleet contraproductief”
Dat er een vrijwel onoverbrugbare kloof bestaat tussen wat de markt biedt en waar de consument behoefte aan heeft, betekent niet dat Dijkhof zich daarbij neerlegt.
Dijkhof: “Het kan niet zo zijn dat er geen perspectief is op een verbeterende woningmarkt. Dat betekent namelijk dat we tegen bepaalde groepen klanten zeggen: ‘We accepteren dat je slachtoffer bent van deze situatie’. En dat is onacceptabel, voor mij als voorzitter van de OvFD, maar ook voor de sector als geheel. Daarom is het belangrijk dat we hierover samenzitten, met stakeholders als de DNB, AFM en de betrokken ministeries.”
Regels werken contraproductief
Dijkhof en de OvFD pleiten onder meer voor een versoepeling van de leennormen. Wat niet alleen maar gaat over meer lenen. “De leennormen zijn an sich een prima middel om problemen mee te voorkomen. Maar ze zijn te star. Decennia geleden ontwikkeld en niet met de tijd meegegroeid. Waardoor er een gigantische discrepantie bestaat tussen wat je als klant nog kunt lenen en wat een huis gemiddeld kost.” In de derde aflevering van de Hypotalkshow gaf Dijkhof hier al een schematische weergave van.
Leennormen zijn er om klanten voor te hoge maandlasten te behoeden. In dit tijdsgewricht en in hun huidige vorm schieten ze volgens Dijkhof echter hun doel voorbij. “Op dit moment bepalen de leennormen dat je met je inkomen niet 931 euro per maand kunt lenen voor een hypotheek. Maar het enige alternatief dat nog resteert is om dan maar maandelijks twaalfhonderd, dertienhonderd of veertienhonderd euro aan huur te betalen. Dan kun je wel stellen dat de maatregelen intrinsiek goed zijn, maar werken ze uiteindelijk compleet contraproductief.”
Pensioeninkomen niet juiste knop om aan te draaien
Het voorstel van de AFM om het pensioeninkomen eerder mee te laten wegen in de toetsing of een hypotheekverstrekking verantwoord is of niet, is van eenzelfde laken een pak. Intrinsiek te prijzen, want ter voorkoming van overkreditering, maar qua timing en uitvoering allesbehalve gelukkig.
Dijkhof: “Nu nemen we het mogelijke pensioeninkomen tien jaar voor pensionering mee en dat is al onzeker. Hoe langer die periode, des te groter de onzekerheid. Stel, we schatten het pensioeninkomen twintig jaar voordat iemand stopt met werken in; moeten we dat dan zien als een tweede inkomenstoets? Dat gaat geheid mis: aanname op aanname op voorspelling maal een verwacht rendement geeft een boterzachte uitkomst, waarvan we alleen zeker weten dat dat het níét gaat worden.”
Met de Wet toekomst pensioenen die het pensioenstelsel compleet op zijn kop zet in aantocht lijkt deze maatregel al met al qua timing erg slecht uit te komen.
Laatste termijn als voorzitter van de OvFD
Dan heb ik dus nog twee jaar te gaan. Dat lijkt me ook wel in orde, dan kan iemand anders vol energie en met een frisse wind ermee aan de slag gaan”
Terugkijkend op tien jaar voorzitterschap, erkent Dijkhof dat het toch wel iets langer duurde voordat hij zijn rol als voorzitter echt onder de knie had. “Ik dacht dat ik daar een half jaartje voor nodig zou hebben. Maar het vergde toch een jaar of drie. Om een goede band op te bouwen met instanties als de AFM, DNB en de Tweede Kamer, maar ook om de historie van de dossiers te doorgronden.”
Hoewel de discussies met onder meer de AFM stevig kunnen zijn, is Dijkhof ervan overtuigd dat de stakeholders de inbreng van de OvFD op waarde schatten. “Zij hanteren meer een beleidsperspectief, wij belichten vooral de praktische kant. Zo komen we tot de beste besluiten. Het besef dat we daar gezamenlijk naartoe moeten werken, is wel gegroeid de afgelopen tien jaar.”
Desondanks spreekt Dijkhof de verwachting uit dat hij aan zijn laatste termijn bezig is. “Ik denk dat dit mijn laatste termijn is. Dan heb ik dus nog twee jaar te gaan. Dat lijkt me ook wel in orde, dan kan iemand anders vol energie en met een frisse wind ermee aan de slag gaan. Dan is het goed zo.”