Een leverancier en installateur van alarminstallaties heeft bij Reaal een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering lopen, bemiddeld door De Deugd & Terpstra, dat sinds 2014 onderdeel is van Kroezen, op haar beurt inmiddels deel van de Quintes Groep. Er is tussentijds contact over de verzekeringsdekking, waarbij ook een beroepsaansprakelijkheidspolis ter sprake komt, maar die acht de installateur niet nodig.
Systeem niet aangemeld: beroepsfout
De installateur maakt in december 2015 een fout bij het aanleggen van een alarmsysteem voor een kledingbedrijf door het systeem niet aan te melden bij de alarmcentrale. Vervolgens is er kort daarna bij de klant ingebroken, waarbij een kledingvoorraad buit is gemaakt. Het bedrijf krijgt geen vergoeding van verzekeraar Interpolis omdat de alarminstallatie niet werkte en spreekt daarop de installateur aan, die Reaal inschakelt. Die wijst weer op de voorwaarden van de AVB, waarin staat dat schade die verband houdt met ‘diefstal van zaken’ niet is gedekt.
De claim belandt vervolgens bij Kroezen, want die had moeten zorgen dat de dekking deugdelijk was, vindt de alarminstallateur. Bij de rechter boekt hij succes: Kroezen moet als adviseur opdraaien voor de schade, want er is niet gezorgd voor voldoende dekking.
Kroezen gaat in beroep en voor het gerechtshof herhaalt de installateur zijn standpunt dat De Deugd niet goed heeft geadviseerd en dat dat ook Kroezen als nieuwe portefeuille-eigenaar valt te verwijten. Kroezen werpt tegen dat het bedrijf niet betrokken is geweest bij de onderhoudsgesprekken en tot aan de schademelding was er nog geen jaar verstreken sinds de portefeuilleoverdracht.
Advies na overdracht uitgebleven
Dat maakt geen indruk bij het hof. De verzekerde belangen zijn in 2014 naar Kroezen overgegaan en de schade werd in januari 2016 gemeld: dat is meer dan een jaar later. Maar ook als de door Kroezen aangedragen datum van mei 2015 moet worden aangehouden, was dat ruim genoeg om van Kroezen te verlangen dat zij de alarmleverancier had geadviseerd over zijn verzekeringsdekking. Daarbij speelt ook mee dat de contactpersoon ook na de portefeuilleoverdracht dezelfde was.
Vermogensschade versus zaakschade
Kroezen gaat vervolgens in tegen de uitleg van Reaal: als er inderdaad geen dekking was voor schade door diefstal, dan zou de polis feitelijk nooit dekking bieden. De uitleg van Reaal is onredelijk, aldus de intermediair. Maar onder de AVB is alleen zaakschade gedekt; vermogensschade wegens aansprakelijkheid valt onder een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Kroezen heeft niet aannemelijk gemaakt dat de installateur mocht verwachten dat Reaal dekking zou bieden, aldus het hof. “Redelijke uitleg leidt naar het oordeel van het hof tot de conclusie dat aansprakelijkheid voor schade verband houdend met diefstal van zaken niet verzekerd was, terwijl ‘verband houdend met’ zo ruim is omschreven dat daarvan in geval van de door [het kledingbedrijf] geclaimde schade redelijkerwijs sprake is. Omstandigheden kunnen meebrengen dat aan een polisbepaling een andere betekenis toekomt dan waar grammaticale uitleg van die bepaling in beginsel op wijst, maar in dit geval zijn die omstandigheden onvoldoende toegelicht. Dat een bedrijf als dat van [de installateur] door de uitsluiting volgens Kroezen c.s. niets aan een AVB-polis zou hebben, vindt het hof onvoldoende, alleen al omdat niet behoorlijk is uitgelegd waarom zich naast het risico van diefstal bij de aanleg van alarmsystemen geen andere aansprakelijkheidsrisico’s (van zaaks-en personenschade) zouden kunnen voordoen."
Begreep de klant het?
Kroezen had de installateur op de uitsluiting moeten wijzen, maar heeft dat niet gedaan. Kroezen heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat duidelijk is gemaakt voor vermogensschadeclaims geen dekking bestond. Ook al heeft de adviseur naar eigen zeggen wel een BAV besproken – die de installateur niet nodig vond – dan nog kon niet worden verwacht dat hij begreep wat dat betekende. Bovendien blijkt Kroeen niet te hebben betwist dat de installateur heeft gezegd dat hij verzekerd wilde zijn als hij door klanten zou worden aangesproken voor fouten bij de aanleg van alarmsystemen. “Het lag op de weg van Kroezen c.s. om in begrijpelijke taal en met concrete voorbeelden duidelijk te maken in welke gevallen [de installateur] voor vermogensschade aansprakelijk gesteld zou kunnen worden. Aan de uitlating op het gespreksformulier waarop Kroezen zich beroept (‘besproken, prima in orde’) kan alleen belang worden toegekend als [de installateur] met wat precies besproken was, werkelijk in staat zou zijn gesteld om goed geïnformeerd te beslissen over zijn verzekeringsdekking.”
'BAV niet nodig voor elektriciens'
Bovendien heeft Kroezen in de procedure nog gesteld dat een beroepsaansprakelijkheidsverzekering “over het algemeen ook [wordt] afgesloten door advocaten of assurantietussenpersonen. Elektriciens en/of bedrijven die alarminstallaties aanleggen plegen een beroepsaansprakelijkheidsverzekering niet af te sluiten, om de simpele reden dat de risico’s waartegen een dergelijke verzekering dekking beoogt te bieden zich bij die beroepsgroepen niet voordoet.”
Dat het alarmsysteem is stukgeslagen, zoals Kroezen nog inbrengt als argument waarom er überhaupt geen relatie is tussen installatiefout en schade, wil nog niet zeggen dat de alarmcentrale bij juiste installatie niet zou zijn ingeseind – sterker nog: het omgekeerde is het geval.
Het hof bevestigt de uitspraak van de rechter: Kroezen moet de nog nader te bepalen schade vergoeden.