Het ging daarbij in veel gevallen meteen om flinke verhogingen (0,20 tot 0,40 procent), waardoor het totaalgemiddelde in een week tijd steeg van 3,78 naar 3,88 procent. De forse verhogingen wekken verbazing, maar lijken verklaarbaar door de angst voor een naderende recessie. Door alle renteverhogingen is de rust van de zomervakantie echt verleden tijd.

Woningverkopen gedaald
Het aantal woningverkopen is de afgelopen maanden gedaald door het afgenomen consumentenvertrouwen en het vertrouwen in de woningmarkt in het bijzonder. Doorstromers vervullen een essentiële rol bij het op gang houden van die woningmarkt (bijvoorbeeld voor starters), zeker nu de bouw van nieuwe woningen achterblijft bij de behoefte. Er is niettemin een belangrijk verschil met de situatie van doorstromers in vroegere tijden: het kunnen meenemen van de oude rente, die vaak lager is dan de huidige rentestand, omdat die veelal is afgesloten in de afgelopen 5-7 jaar.
Meeverhuizen naar de nieuwe woning
In augustus maakte circa 30 procent van alle doorstromers gebruik van het recht om de huidige (lagere) hypotheekrente mee te verhuizen naar de nieuwe woning, waardoor hun leencapaciteit en maandlasten minder worden geraakt door de hogere hypotheekrente. De gemiddelde hypotheek van een doorstromer die gebruik maakt van een meeneemregeling lag in augustus dan ook een stuk hoger (361.721 euro), dan doorstromers die dat niet deden (319.901 euro). Verhuisregelingen zullen op deze manier de daling van het aantal doorstromers mogelijk dempen.

Weer een lichte stijging
De gemiddelde hypotheek is sinds februari / maart van dit jaar lager geworden. Augustus was echter de eerste maand die voor alle typen aanvragers een stabilisatie en zelfs weer een lichte stijging (ten opzichte van juli) liet zien. De afname dit jaar lijkt een teken van een veranderende woningmarkt. Datzelfde geldt voor het toegenomen aantal huiseigenaren dat weer eerst verkoopt, alvorens te kopen.

Overbruggingsrente stijgt ook
Woningeigenaren die eerst een nieuwe woning kopen, voordat ze de huidige verkopen, maken vaak gebruik van een overbruggingskrediet. Overbruggingen kennen afhankelijk van de betreffende aanbieder een rentevaste periode van een maand (variabel) tot 12 of 24 maanden vast. Net als de hypotheekrente is ook de overbruggingsrente sinds begin dit jaar gestegen, met gemiddeld 1,1 procentpunt.
Niet goed vergelijkbaar
Doordat online rentevergelijkers geen overbruggingsrentes tonen, zijn de verschillende tarieven niet goed vergelijkbaar. Dat dit echter wel belangrijk is, blijkt uit de grote verschillen tussen geldverstrekkers. Er zit op dit moment maar liefst 2,1 procentpunt verschil tussen de duurste (4,50 procent) en de goedkoopste (2,40 procent) aanbieder van een overbrugging. Dat kan zeker bij hogere overbruggingen die lang lopen veel geld schelen.
Gehanteerde voorwaarden
Naast het tarief kunnen de gehanteerde voorwaarden ook van belang zijn. Zo rekenen sommige geldverstrekkers aanvullende kosten voor het afsluiten van een overbrugging en zit er verschil in de maximale hoogte van een overbrugging als de huidige woning nog niet definitief is verkocht. Ook de kosten van de vereiste taxatie kunnen flink uiteenlopen, van 69 euro voor een deels modelmatige taxatie tot circa 800 euro voor een regulier rapport. Daarnaast kunnen niet alle financiers twee overbruggingen administreren bij kopers die beiden een eigen koopwoning achterlaten. Kopers die vanwege de overwaarde geen nieuwe hypotheek nodig hebben, maar wel tijdelijk een ‘losse’ overbrugging, kunnen mogelijk bij uitzondering terecht bij hun bestaande geldverstrekker.