Kaag in provisiedebat: 'Invulling van fijnmazig is aan de branche'

Kaag in provisiedebat: 'Invulling van fijnmazig is aan de branche'

Minister van Financiën Sigrid Kaag schetst het deze ochtend helder: ze kiest voor fijnmazige gemiddelden in nominale bedragen omdat ze zo nauwkeurigheid biedt aan consumenten, zonder absoluutheid in cijfers. Hoe nauwkeurig 'fijnmazig' precies moet zijn, laat ze over aan de markt. "We gaan niet op de stoel van de brancheorganisaties zitten."

Dit stelt de minister in het debat over Financiële Markten dat deze ochtend plaatsvindt. Kaag: “Er is al heel veel gesproken over actieve provisietransparantie en tot op heden zonder conclusie. Ik vond het belangrijk om het wijzigingsvoorstel verder te brengen. Er zijn veel reacties gekomen op het voorstel met nominale bedragen, met name over de uitvoerbaarheid.  Ik heb gekozen voor ‘fijnmazige gemiddelden’ zodat consumenten zo nauwkeurig mogelijk de verwachte provisie kunnen inschatten. Voor nadere uitwerking gaan we in gesprek met brancheorganisaties en de AFM.”

Consumenten bewust maken van provisie

Kaag noemt haar gekozen variant de meest werkbare, die ook de consument zoveel mogelijk inzicht geeft in het bedrag en tegelijkertijd de aanbiedende partijen niet in een onmogelijke positie plaatst waarbij ze bedragen tot achter de komma moeten verklaren. Het doel moet in deze zaak volgens de minister altijd voor ogen blijven: de consument bewustmaken van provisie en dat er kosten verbonden zijn aan advies. “Als mensen zien wat het kost, kunnen ze ook andere keuzes maken.”

We gaan niet op de stoel van de brancheorganisatie zitten, we doen het samen”

Branche bepaalt fijnmazigheid

Op de vraag hoe geborgd kan worden dat gemiddelden echt fijnmazig zijn, geeft ze aan dat ze dit aan de branche overlaat. “We gaan niet op de stoel van de brancheorganisatie zitten, we doen het samen. We zijn in gesprek en we zullen in gesprek blijven.”

Verder benadrukt Kaag dat de implementatietermijn van twee jaar ingaat op het moment dat de wet in werking treedt. De implementatietermijn is volgens haar fair, met name voor de kleinere kantoren en eenpitters. Deze termijn verandert dan ook niet en de dialoog moet ook gedurende deze periode en daarna volgens de minister blijven bestaan.

Geen commentaar op rommelig proces

Tot slot geeft ze aan welke lessen ze uit het lange proces rondom de provisietransparantie trekt. “Het is wel vaker zo dat bepaalde zaken lang duren en ik geef geen commentaar op processen waar ik niet bij was. Het is wel soms lastig om tot het beste besluit te komen. Belangrijkste les is voor mij: het is een zorgvuldig proces, zorg dat er ruimte is voor tegengeluiden, maar uiteindelijk moet je wel een besluit nemen.”

Een reconstructie over het ontstaan van actieve provisietransparantie lees je hier.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.