Alle seinen stonden voor de ex-klant op groen om een nieuwe woning te kunnen kopen. Zijn partner en hij beschikten allebei over een koophuis met forse overwaarde – de man mocht in de schuldsanering (WSNP) zijn woning houden omdat die onder water stond – en het inkomen van het stel was ruim voldoende om aan de financieringsbehoefte van 350.000 euro te voldoen. Enige sta-in-de-weg: de BKR-notering die Rabobank noteerde vanwege een oninbare schuld van zo’n 33.000 euro.
'Salaris is verdacht'
Hoewel de schuldsanering vlekkeloos was verlopen en de man in de twee jaar na afronding van het traject geen nieuwe schulden was aangegaan, bleven de Rabobank-medewerkers onvermurwbaar de verzoeken om de registratie te schrappen afwijzen. Het salaris van de oud-klant was tijdens zijn schuldsanering heel laag geweest. Dat liep gestaag op toen hij eenmaal een schone lei had. Ongetwijfeld bewust en dus fraude, redeneerden medewerkers van de bank.
Omzet van een startup
De man verklaarde dat hij in eind 2016 dienst is gegaan bij een startup. In de jaren daaropvolgend is het bedrijf steeds succesvoller geworden; inmiddels werkt er 12 man personeel. Ook met de jaarstukken kon hij de groei van het bedrijf aantonen. Rabobank had geen bewijs van fraude.
Uit het vonnis: “De voorzieningrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat Rabobank, omdat zich blijkbaar recent bij haar een geval heeft voorgedaan waarbij iemand tijdens de WSNP gefraudeerd zou hebben, de premisse hanteert dat [eiser] een fraudeur is, tenzij hij bewijst dat hij dat niet is. Rabobank hanteert daarmee een onjuiste maatstaf.”
De bank moet per direct de notering voortijdig schrappen en de proceskosten vergoeden.