ORV-week. Grove: 'NHG was bewust van consequenties schrappen ORV-plicht'

ORV-week. Grove: 'NHG was bewust van consequenties schrappen ORV-plicht'

Vraag een adviseur of verzekeraar waarom het aantal verkochte ORV's al jaren terugloopt, en hij zal twee redenen geven. De ingang van het provisieverbod en het afschaffen van de ORV-verplichting op NHG-hypotheken. Vanuit de markt wordt ervoor gepleit om die afschaffing terug te draaien. NHG- productmanager Finn Grove erkent dat het besluit uit 2018 grote gevolgen heeft gehad, maar vindt het niet de verantwoordelijkheid van NHG om er iets aan te doen.

Een verplichting om voor de volledige hypotheeksom een ORV te sluiten is er nooit geweest. Alleen voor het deel van de hypotheek dat boven de 80 procent van de executiewaarde uitkwam was tot 2018 een overlijdensrisicoverzekering vereist. De bekendste reden om de verplichting te schrappen, was het feit dat chronisch zieken juist zo moeilijk aan een ORV kwamen, en daarom geen mogelijkheid hadden om met NHG te financieren.

We hebben altijd gecommuniceerd dat het hebben van een overlijdensrisicoverzekering hoort bij een gezonde situatie van de klant. Maar het is aan de adviseur om te beoordelen of een ORV passend is”

'ORV-plicht dubbelop'

Maar dat was niet de enige afweging, vertelt Grove. “We kwamen tot de conclusie dat het voor ons heel vreemd is om een risico af te dekken waar we zelf al als verzekering voor fungeren.” Naast echtscheiding, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, is ook overlijden een gebeurtenis waarvoor de hypotheekgarantie kan worden ingeroepen. Een ORV verplichten werd daarom als dubbelop beschouwd.

Geen invloed op de buffers

NHG constateerde bovendien dat het op de buffers van de garantie nauwelijks invloed had. “Dat risico is er eigenlijk niet”, zegt Grove. “We hebben zo weinig gevallen gehad van een restschuld in verband met een overlijden waarbij wij aanspraak hebben gemaakt op de ORV. Dus waarom zouden we er dan nog naar vragen? Voor ons was dat geen belemmering om ermee te kunnen stoppen.”

Nieuwe NHG-hypotheken hoefden dus vanaf 2018 geen ORV meer te hebben. De vervolgstap was volgens Grove ook logisch: “Als we het aan de voorkant niet vragen, dan hoeven we aan de achterkant ook al die verpande ORV’s niet meer.” In 2020 stond NHG toe dat de verpanding werd verwijderd of dat klanten hun overlijdensrisicoverzekering helemaal stopzetten.

Verantwoordelijkheid adviseur

Toch is de garantie op geen restschuld iets totaal anders dan een gegarandeerde som bij overlijden. Is het dan wel een zuivere vergelijking als je constateert dat NHG en ORV dubbelop zijn? “Dat is ook niet helemaal te vergelijken. We zien absoluut de waarde van een ORV, het geeft je veel meer flexibiliteit. En we hebben ook altijd gecommuniceerd dat het hebben van een overlijdensrisicoverzekering hoort bij een gezonde situatie van de klant. Maar het is aan de adviseur om te beoordelen of een ORV passend is”, zegt Grove.

NHG was zich bewust van gevolgen

De beslissing om ermee te stoppen heeft gevolgen gehad in de complete hypotheekmarkt. Ook aanbieders die zonder NHG financieren, baseren zich vaak op de leennormen van NHG. Daar verdween de ORV-verplichting dus ook. Volgens Grove viel dat effect wat NHG betreft binnen de perken. Voor de wijziging in 2018 vroeg nog maar een beperkt aantal van de geldverstrekkers nog om een ORV bij hypotheken zonder NHG. “Alle grootbanken deden het al niet meer”, zegt Grove.

We zijn ons er wel degelijk van bewust geweest dat er mogelijk minder ORV’s gesloten zouden worden. De vraag is alleen: wiens verantwoordelijkheid is dat?”

“We zijn ons er wel degelijk van bewust geweest dat er mogelijk minder ORV’s gesloten zouden worden. De vraag is alleen: wiens verantwoordelijkheid is dat?”, vervolgt Grove. “Ik snap het als een verzekeraar of een adviseur tegen ons zegt: dwing het maar gewoon weer af, want dat zorgt ervoor dat de markt het weer gaat afsluiten. Dat snap ik helemaal. Maar is dat de functie van NHG? Ik denk het niet.”

ORV niet koppelen aan risico van de bank

Het is volgens de productmanager eigenlijk ook onlogisch om de ORV te koppelen aan het risico van de bank op een potentiële restschuld in verband met de LTV. Het ligt wat hem betreft veel meer voor de hand om de ORV te koppelen aan de LTI van de klant. “Als je een LTI hebt van 5 of 6, dan zou mijn advies altijd zijn om het af te dekken tot een LTI van 4. Je kunt misschien 15 euro per maand besparen door het niet te doen, maar het potentiële risico dat je loopt is gigantisch. Helaas overzien klanten dit niet en daar ligt nu juist het punt waar de adviseur zijn waarde kan laten zien.”

En als de LTI het uitgangspunt is voor een ORV in plaats van het LTV-risico van de bank, maakt dat volgens Grove ook meteen duidelijk waarom een nieuwe verplichting niet aan de orde kan zijn. “Je creëert een eenheidsworst. Je hebt ook mensen met een LTI van 2 of 3. Die voldoende eigen vermogen hebben, of iets anders geregeld. Moet je die dan ook dwingen om toch een ORV af te sluiten?” 

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.