Meer dan de helft van de vrouwen die in deze levensfase zitten, blijkt te maken te hebben met overgangsklachten. In aantallen uitgedrukt: bij 173.000 vrouwen had dit in 2021 invloed op hun werk. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en TNO brengen deze cijfers vandaag naar buiten op basis van een vervolgmeting van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). Het onderzoek is in het laatste kwartaal van 2021 uitgevoerd onder vrouwelijke werknemers van 40 tot 75 jaar.
Minder goed functioneren op het werk
Van de werknemers in de overgang vindt 36 procent dat zij weleens minder goed functioneren op het werk door bijvoorbeeld pijnklachten, vermoeidheid of concentratieproblemen. Ook beleven zij soms ongemakkelijke situaties op de werkvloer, bijvoorbeeld vanwege opvliegers of stemmingswisselingen. Eén op de acht vrouwen in de overgang kampt met minder goed functioneren én ongemakkelijke situaties. Verder heeft 2 procent weleens zoveel klachten dat zij zich ziekmelden.
Vaker burn-outklachten
Werkgerelateerde psychische vermoeidheid (burn-outklachten) komt gemiddeld meer voor bij werknemers in de overgang dan bij 40- tot 60-jarige vrouwen die niet in de overgang zijn (27 tegenover 20 procent). Het verschil zit in het bijzonder bij werknemers die regelmatig overgangsklachten hebben, van wie 39 procent ook psychisch vermoeidheid is. Voor hen is het ook minder vanzelfsprekend om de eisen van het werk aan te kunnen: 27 procent van de vrouwen die regelmatig overgangsklachten hebben, geeft aan niet gemakkelijk te voldoen aan de psychische eisen van het werk, tegenover 13 procent van de leeftijdgenoten die niet in de overgang zijn.