Tulpenoogst naar de knoppen: twee polissen bieden geen dekking

Tulpenoogst naar de knoppen: twee polissen bieden geen dekking

Een agrariër die drainagebuizen kapotreed op door hem verhuurde landbouwgrond, kan de schade aan de tulpenoogst die de huurder daardoor leed niet claimen op zijn landmaterieelverzekering of zijn AVB, heeft de rechter bepaald.

Een boerenbedrijf heeft bij Nationale-Nederlanden een werk- en landbouwmaterieelverzekering gesloten en bij Achmea een Toplandpolis, die bedrijfsaansprakelijkheid dekt. Dat moet voldoende zijn als hij schade veroorzaakt, denkt hij. 

In oktober 2019 bewerkt hij zijn perceel landbouwgrond met een trekker die van een zogeheten cultivator is voorzien. Die moet het land klaarmaken voor het nieuwe teeltseizoen.  Het perceel wordt namelijk verhuurd aan een handelaar in tulpenbollen, die dat najaar dan ook zijn bollen poot. Maar de oogst verloopt slecht: doordat de grond te vochtig is, gaat een deel van de bollen verloren. Op eigen kosten laat hij een loonbedrijf de drainagebuizen onder het veld doorspuiten. Wat blijkt: bij het bewerken van de grond zijn drainagebuizen in de grond kapot getrokken, waardoor regen niet kon worden afgevoerd.

Tweemaal claim afgewezen

De bollenkweker stelt de boer aansprakelijk voor zijn schade. Die dient bij zowel NN als Achmea een claim in, maar die wordt tweemaal afgewezen. Een expert van NN stelt de schade op een kleine € 80.000.  Daar moet er even geschakeld worden om tot de juiste afwijzing te komen: in eerste instantie meldt de verzekeraar aan de agrariër dat hij een perceel heeft verhuurd dat ongeschikt was voor het doel waarvoor het (later) gehuurd is. Hoe die grond ongeschikt is geraakt, is niet relevant, aldus NN. Later blijkt dat het terrein al tien jaar aan dezelfde bollenteler wordt verhuurd en dat de grondbewerking in dienst opdracht heeft plaatsgevonden. 

Zaakschade

De agrariër schakelt rechtsbijstandverzekeraar DAS in, die betoogt dat de wijze waarop de grond ongeschikt is geraakt, wel degelijk relevant is. Maar ook dan is er geen dekking, repliceert NN: in de polis is namelijk een uitsluiting opgenomen voor "schade aan zaken – en de daaruit voortvloeiende schade – die de verzekeringnemer, de bezitter, de houder of de bestuurder van het verzekerde object op het moment van toebrengen van de beschadiging in eigendom toebehoren of die op dat moment 1 van hen onder zich heeft."

Schade door motorvoertuig

Biedt de AVB dan uitkomst? Volgens de expert van Achmea is de schade € 78.000. Conclusie: "De cultivator was achter de trekker gekoppeld, er is dus sprake van schade met of door een motorvoertuig." En die schade is uitgesloten op de Toplandpolis.

Ook hier wordt DAS in stelling gebracht; nu is het betoog dat het perceel grond bij het ingaan van de huurovereenkomst naar zijn aard ongeschikt was voor het doel waarvoor het werd verhuurd, zodat dekking bestaat onder de AVB.

Maar dat kan Achmea niet op andere gedachten brengen: "Als het motorrijtuig de drainage niet kapot had getrokken, was de schade van de tegenpartij niet ontstaan", is het antwoord. Ook het argument dat de schade niet is veroorzaakt in het verkeer (de openbare weg), zodat de tractor wettelijk niet gezien kan worden als motorrijtuig, wordt weggewuifd. 

De boer probeert het tot slot nog met een advocatenbrief aan beide maatschappijen waarin wordt gesteld dat beide polissen dekking moeten bieden omdat de rol van het voertuig in het geheel leidt tot dekking onder de landmaterieelverzekering en het gebrek aan het verhuurde land afzonderlijk is gedekt onder de AVB.

Ook dat levert niets op. Voor de rechter eist de boer alsnog schadevergoeding.

Vermogensschade

De rechter beoordeelt of er al dan niet sprake is van materiële schade, bepalend voor de dekking onder de NN-polis. Daarbij wordt verwezen naar een eerdere rechterlijke uitspraak die zaakschade uitlegt als "een objectieve aantasting van de stoffelijke structuur van een zaak, die naar verkeersopvattingen haar stoffelijke gaafheid kenmerkt". En zo'n objectieve beschadiging is niet aan de orde: "De tulpenoogst is minder groot geweest dan huurder had gehoopt en verwacht gelet op de veronderstelde aanwezigheid van de drainage, maar objectief gezien zijn de tulpen(bollen) niet aangetast in hun natuurlijke levenscyclus. De tulpen(bollen) hebben zich ontwikkeld zoals tulpen(bollen) dat doen wanneer zij zijn omgeven door een hoeveelheid hemelwater zoals die op het perceel/in de grond aanwezig was. De schade van [huurder] waarvoor zij [eiseres] aansprakelijk houdt, bestaande uit een lagere verkoopopbrengst van de tulpen, is dus niet aan te merken als materiële schade in de zin van artikel 2.1 onder b van de polisvoorwaarden, maar als zuivere vermogensschade."

Oorzaak wel relevant

De rechter geeft NN dus gelijk. Ook de AVB hoeft geen dekking te bieden, is het oordeel. Opmerkelijk: de boer betoogt tegenover Achmea (net zoals NN tegen hem) dat de manier waarop het land ongeschikt is geraakt voor de bollenteelt niet ter zake doet. Maar de rechter constateert: "Als de cultivator de drainage niet kapot zou hebben getrokken, zou huurder geen schade hebben geleden, aldus Achmea. Eiseres heeft dit op zichzelf niet weersproken." En dan geldt de uitsluiting voor schade die is veroorzaakt met of door een motorrijtuig of een werktuig dat is bevestigd op of aan een motorrijtuig.

Het argument dat er van verkeersdeelname sprake moet zijn om van een motorvoertuig te kunnen spreken, veegt de rechter ook van tafel.

Spiegelbeelddekking

De laatste troef van de boer is een beroep op spiegelbeelddekking:  de dekking met betrekking tot een bepaald risico op de ene polis het spiegelbeeld vormt van de uitsluiting van dat risico op een andere polis en omgekeerd. Dan moet er altijd dekking zijn, vindt hij. Daar is de rechter het niet mee eens: "Anders dan eiseres kennelijk meent, betekent het feit dat dekking onder de ene verzekering ontbreekt, niet automatisch dat dan onder de andere verzekering dan wél dekking bestaat." Hier wordt ook naar de adviseur gewezen: de agrariër is bij het afsluiten van beide verzekeringen bijgestaan door dezelfde professionele assurantietussenpersoon. "Het ligt dan voor de hand dat de tussenpersoon zal zorgen voor een sluitende dekking. De kennis van de tussenpersoon moet daarbij worden toegerekend aan eiseres als verzekeringnemer. Dit betekent dat eiseres moet worden geacht ervan op de hoogte te zijn geweest dat beide dekkingen niet naadloos op elkaar aansloten en dat zij moet worden geacht het risico dat dit het geval was te hebben geaccepteerd."

Rechtbank Gelderland, 4 mei 2022

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.