Volgens de toezichthouder zijn niet-beleggende huishoudens die voldoende financiële buffers hebben om te beleggen een dief van de eigen portemonnee. "De meeropbrengst kan oplopen tot honderden euro’s per jaar."
Nederlander belegt relatief klein bedrag
Inmiddels is bijna een kwart van de huishoudens aan het beleggen, wat ongeveer gelijk is aan het Europese gemiddelde. "Al ligt de hoogte van het belegd vermogen in Nederland lager. Een verklaring hiervoor is dat Nederlanders al vermogen opbouwen door middel van hun pensioen."
Door de inflatie en lage rentes wordt sparen almaar onaantrekkelijker. Maar beleggen is voor velen nog een brug te ver: "Van de ruim 5 miljoen beleggende huishoudens hadden er 3,1 miljoen na aftrek van een veilige buffer voor financiële tegenslagen ongeveer € 20.000 beschikbaar om te beleggen terwijl ze dat niet deden."
Beleggen in driekwart gevallen rendabeler
De AFM simuleerde wat er zou gebeuren als zij het vermogen zouden beleggen in een passief indexfonds. "In ruim driekwart van de simulaties levert beleggen meer op dan sparen. Afhankelijk van de inleg gaat om bedragen tussen de € 200 en € 2.400. In bijna een kwart van de simulaties levert beleggen minder op dan sparen, bijvoorbeeld in geval van koersverliezen of relatief hoge spaarrentes."
Spreiden en lange termijn
Een belangrijke voorwaarde is dat mensen wel voldoende spaargeld aanhouden als buffer. "Om veelgemaakte beleggersfouten te vermijden kunnen particuliere beleggers het beste beleggen voor de lange termijn in een goed gespreide portefeuille met lage kosten. Dat betekent onder meer niet te veel handelen en niet te veel risico nemen."
Niet alle particuliere beleggers kiezen voor deze ‘saaie’ maar verstandige manier van beleggen, aldus de AFM. En ruim een op de tien beleggende huishoudens had in 2019 onvoldoende financiële buffers om tegenslagen op te vangen.