In december 2016 ruilde de klant zijn Audi Q5 in voor de Porsche. Volgens de man kreeg hij nog 35.000 euro voor de Audi en betaalde hij de overige 34.500 uit eigen zak. Het inruilbedrag kwam de Achmea-expert hoog voor. Een dergelijke auto zou normaliter tussen de 22.000 en 25.000 opleveren. Omdat het om een importauto ging, eerder aan de onderkant van die bandbreedte.
Lagere verkoopprijs
Achmea ontdekte dat de Cayenne te koop stond voor 58.400 euro. De fraudeonderzoeker die bij de handelaar langsging, hoorde daar dat de verkoopprijs 54.000 euro bedroeg. Bij de rechtbank en later het hof in Arnhem kon de verzekerde evenmin aannemelijk maken dat hij 34.500 euro cash aan het autobedrijf had betaald. De pintransacties waren niet aanwezig.
Opzet bewezen
De niet onderbouwde cash betaling, de niet onderbouwde inruilwaarde van de Audi, en de getuigenverklaring van de verkoper maken volgens het hof dat vaststaat dat de man bewust onjuiste informatie verstrekte om een hogere uitkering te krijgen.
Verval van recht op uitkering
Achmea zette een streep door de complete claim. Volgens de rechter had de verzekeraar daar het recht toe. In plaats van een schadevergoeding voor een gestolen Porsche, blijft de klant achter met een rekening van ruim 6.000 euro aan proceskosten.