In een eerste reactie geeft Kaag aan dat het belangrijk is om zorgvuldig te reageren op het rapport en dat er goed moet worden nagedacht over de vervolgstappen. “Het rapport bevat goede aanknopingspunten om te bezien hoe de procedures van DNB en mogelijk ook het regelgevend kader kunnen worden verbeterd. Het streven is om een uitgebreide reactie op het rapport in maart aan de Kamer te sturen.”
Kaag geeft aan dat in haar reactie uiteen zal worden gezet op welke manier opvolging wordt gegeven aan de aanbevelingen van de Evaluatiecommissie Conservatrix. In die reactie zal ook de informatie van DNB worden meegenomen over hoe zij de aanbevelingen van de commissie inpast in het risicogebaseerde toezicht. “Ik zeg u toe dat de informatie die DNB mij in dit kader verstrekt, als bijlage bij de reactie aan uw Kamer zal worden gezonden. De komende periode vinden gesprekken plaats tussen DNB en het ministerie over de conclusies en aanbevelingen van de commissie, en wat die moeten betekenen voor de toekomstige toezichtpraktijk”, benadrukt de minister.
Gedupeerden
In haar brief gaat Kaag ook nog in op de 92.000 gedupeerden. Ze benadrukt hierbij dat het afwikkelen van het faillissement de verantwoordelijkheid is voor de curatoren en dat het kabinet daar (nu nog) geen rol in speelt. “Het afwikkelen van het faillissement is de verantwoordelijkheid van de curatoren. Zij schatten in dat de kortingen voor polishouders niet meer dan 20 procent zullen bedragen, maar de precieze consequenties voor de polishouders staan nog niet vast. De curatoren werken er hard aan om, onder toezicht van de rechtbank, het verzekeringsbedrijf van Conservatrix zo gunstig mogelijk af te wikkelen. Daarbij staan de belangen van de polishouders en andere schuldeisers voorop. Ik wil op de uitkomsten daarvan niet vooruitlopen”, besluit ze.