'Onduidelijkheid box 3-heffing maakt verantwoord advies onmogelijk'

Het Verbond van Financiële Beroepsorganisaties (VFBO), de samensmelting van de belangenclubs voor financieel planners, hypotheekadviseurs en echtscheidingsadviseurs, heeft opnieuw een oproep gedaan aan politiek Den Haag om de vermogensrendementsheffing aan te passen. Ditmaal geldt het pleidooi de fictieve vermogensmix in box 3.

De VFBO, waarin de FFP, de SEH en de RFEA zijn opgegaan, bijt zich stevig vast in het vermogensbelastingsdossier. In 2020, vlak na de oprichting, kwam al het pleidooi voor het belasten van werkelijk rendement op vermogen. Vorig jaar augustus presenteerde het verbond een onderzoek waaruit bleek dat driekwart van de aangesloten leden pleitte voor het belasten van het werkelijk gerealiseerd rendement op spaar- en beleggingsvermogen. De huidige oproep is om de fictieve vermogensmix die in box 3 wordt gehanteerd als basis voor de vermogensrendementsheffing zo snel mogelijk te schrappen. De VFBO haakt daarmee aan bij de recente uitspraak van de Hoge Raad over de belastingheffing in box 3 in de jaren 2017 en 2018. Sinds 2017 wordt het vermogen fictief verdeeld in een deel sparen en een deel beleggen. "Hoe de verdeling in werkelijkheid is, speelt geen rol. Dit leidt tot onevenredig hoge belastingen voor mensen die hun vermogen liquide aanhouden of defensief beleggen."

Discriminerend

Volgens de belangenvereniging heeft iemand met een miljoen op de spaarrekening een belastingdruk van bijna 250 procent. "Die maakt met 0,5 procent rente een jaarrendement van € 5.000 maar wordt voor € 12.460 belast in box 3", stelt Conny Weber, voorzitter van de Commissie PA & Lobby van het VFBO. Een belastingdruk van 95 procent of meer is volgens haar geen uitzondering. "Dat is onwaarschijnlijk hoog. Terwijl mensen goede redenen hebben om hun vermogen liquide aan te houden of defensief te beleggen. Bijvoorbeeld omdat het hun pensioenvermogen is. Deze belasting werkt discriminerend." Dat vindt ook de Hoge Raad, die oordeelde dat de belastingheffing in box 3 is in strijd is met regels over bescherming van eigendom in het Europees Verdrag Rechten van de Mens (EVRM) en dat de belasting moet worden berekend over het daadwerkelijk genoten inkomen uit vermogen in box 3.

Verantwoord advies niet mogelijk

De VFBO vraagt zich nu af wat de uitspraak betekent voor mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing. "En wat is de betekenis voor de heffing in de latere jaren?" Bovendien heerst er nu onzekerheid bij financieel adviseurs en hun klanten. "Moeten zij bezwaar maken of ambtshalve om vermindering vragen? Of komt er een algemene regeling voor alle belastingplichtigen? Het VFBO vindt duidelijkheid vanuit de politiek op korte termijn dringend gewenst." Afstappen van de forfaitaire heffing in 2025, zoals in het regeerakkoord staat, is te laat, aldus de vereniging. "Mensen kunnen geen verantwoorde beslissingen over hun vermogen nemen als de fiscale behandeling daarvan onduidelijk is; financieel adviseurs kunnen er evenmin verantwoord advies over geven."

De oplossing is het loslaten van de fictieve vermogensmix en het laten aansluiten van de belasting op de werkelijke verdeling van het vermogen, aldus de VFBO. "Belastingheffing op basis van werkelijk rendement voor onroerend goed en overige bezittingen wordt complex."