Nog geen drie weken geleden leek een nieuwe cao mijlenver weg. De vakbonden schortten toen na zes ronden het overleg op tot eind januari, mede omdat werkgevers met een te mager loonbod kwamen. Dat lag op een structurele loonsverhoging van 1,7% per 1 februari 2022 en 1,7% per 1 januari 2023 en op 1 juli 2022 een eenmalige uitkering van 1%. De bonden stelden daar een loonsverhoging van 3,2% op jaarbasis tegenover.
Volgens FNV-bestuurder Gerard van Hees waren er over en weer irritaties die tussen Kerst en Oud & Nieuw zijn uitgesproken. Daarna is het overleg sneller dan gepland hervat, wat donderdag een resultaat heeft opgeleverd. "De wil was er om er snel uit te komen en ook de inflatie zette druk op de onderhandelingen." Het Verbond, FNV Finance, De Unie en CNV Vakmensen spreken van een 'driekoningenakkoord'. "De cao-partijen zijn tevreden dat zij na de opschorting van de onderhandelingen eind 2021, na heroriëntatie tijdens de feestdagen, tot een akkoord zijn gekomen. Daarmee wordt een mooie start gemaakt van het nieuwe jaar."
Inclusiviteit
Werknemers krijgen er per 1 februari 2,75% loon bij en per 1 januari 2023 nog eens 2,75%. "Daarnaast zijn er afspraken gemaakt die passen bij de huidige tijd en ontwikkelingen. Zo komt er een modelregeling voor Tijd- en Plaats Onafhankelijk Werken (TPOW) die door verzekeraars gebruikt kan worden bij de uitwerking van de TPOW-regeling in de cao." De nieuwe cao bevat ook een afspraak over verlof van regenbooggezinnen en transitieverlof bij geslachtsverandering om bij te dragen aan een inclusieve maatschappij en verzekeringssector. "Verder wordt de Werkcode nader uitgewerkt, vanuit het gedachtegoed van de in december 2019 door diverse partijen ondertekende Werkcode voor één arbeidsmarkt voor álle werkenden."
Ook zijn er afspraken gemaakt over de continuering van paritaire werkzaamheden (zoals de Arbocatalogus en Werkdruktemeter), het instellen van een Werkgroep Pensioen en Werkgroep Functie- en loongebouw en de aanpassing van de RVU-regeling. "Medewerkers kunnen drie jaar voor hun AOW stoppen met werken en ontvangen van de werkgever in die periode een bedrag dat gelijk staat aan de AOW. Dit laatste wordt toegevoegd aan het huidige cao-artikel, maar ook dat dat voor parttimers naar rato is en dat een referte-eis geldt van minimaal 10 dienstjaren bij de werkgever."
PAWW toch verlengd
Een heet hangijzer in de onderhandelingen was de verlenging van de WW en de WGA via de PAWW-regeling. Dat is een omslagstelsel dat het derde jaar WW en WGA bekostigt. Werkgevers wilden die regeling niet verlengen, onder meer omdat er maar een heel klein deel van de werknemers gebruik van maakt. Dat is nu alsnog afgesproken: de private aanvulling van het derde WW-jaar wordt gecontinueerd, "waarbij cao-partijen zich jaarlijks door Stichting PAWW nauwkeurig laten informeren over het gebruik van deze regeling".
Het onderhandelingsresultaat wordt nader uitgewerkt en daarna voorgelegd aan de achterban van de cao-partijen. "De verwachting is dat cao-partijen eind januari kunnen berichten of de achterbannen hebben ingestemd en de cao daarmee tot stand komt." De cao, die van toepassing is op 12.500 werknemers in de branche, loopt tot 1 januari 2024.
De afspraken in het kort:
- De cao geldt voor de kalenderjaren 2022 en 2023
- Per 1-2-2022 en 1-1-2023 een structurele loonsverhoging van 2,75%
- De PAWW-regeling is voor vijf jaar verlengd
- Een modelregeling voortijd- en plaatsonafhankelijk werken als aanvulling op de huidige kaderregeling
- Een Regeling Vervroegde Uittreding op het fiscaal maximaal vrijgestelde bedrag, pro rato voor deeltijdwerkers en een referte-eis van tien jaar in het bedrijf
- Een beperkte verdere invulling van de Werkcode
- Per 2-8-2022 70% ouderschapsverlof, ongeacht of de verhoging naar 70% doorgaat of niet
- Faciliteiten voor regenbooggezinnen bij geboorteverlof
- Kaderafspraak transitieverlof