Voormalig eigenaar Ewout Henny wil via de nog altijd bestaande BV Conservatrix Groep voor de rechter een compensatie van de Nederlandse staat afdwingen: de aandelen hadden in zijn ogen veel meer kunnen opbrengen. De Ondernemingskamer wil dat onderzocht hebben en stelt nu een commissie van deskundigen in om de waarde van de aandelen te bepalen.
Afhakende kopers en wisselende waardeberekeningen
Volgens Henny was de waarde van het bedrijf begin 2015 in elk geval € 18 miljoen, zoals het door Conservatrix adviesbureau Milliman had becijferd. DNB vond de voorwaarde dat alle polissen dan en bloc aangepast moesten worden - om de solvabiliteit op peil te brengen - echter te ver gaan. Later dat jaar ketst een overname door Eli Global (voor € 30 miljoen) af. Begin 2017 ziet ook het Chinese Tai He af van een overname. Willis TowersWatson heeft intussen een rapport geschreven dat ook bij liquidatie vanwege het negatieve eigen vermogen onvoldoende geld overblijft om de polishouders van te kunnen betalen. Milliman wordt daarna weer in stelling gebracht: die berekent een overdrachtswaarde van zeker € 12 miljoen. Begin dit jaar wordt de berekening nogmaals gemaakt en daar rolt een waarde van € 23 miljoen uit.
Zelfstandig voortbestaan was geen optie
De Ondernemingskamer stelt ten eerste dat de overheid in principe de werkelijke waarde van de aandelen in Conservatrix moet vergoeden, uitgaande van het te verwachten toekomstperspectief als de onteigening niet had plaatsgevonden. Bovendien veegt de rechter van tafel dat Conservatrix zelfstandig had kunnen voortbestaan zonder ingrijpen van DNB. Daarvoor was de financiële positie te zwak. Het scenario van liquidatie zou daarnaast geen uitkering aan de aandeelhouder tot gevolg hebben gehad, oordeelt de Ondernemingskamer, omdat er simpelweg sprake was van een tekort, zoals onder meer Willis Towers Watson had berekend. De sommen die Milliman heeft gemaakt, zijn vooral gebaseerd op een overnamescenario.
Deskundigencommissie
En of er in dat overnamescenario zonder optreden van DNB meer dan een euro betaald zou zijn, moeten deskundigen gaan bepalen. Uitgangspunt daarbij zal zijn dat een redelijk handelend koper de solvabiliteit op 135% zou hebben gebracht. De rechter weegt daarin mee dat een koper gericht zou zijn geweest op een constructieve verhouding met DNB als toezichthouder. "Die koper zal bovendien acht slaan op het feit dat Conservatrix Groep in 2016 tevergeefs in twee instanties vorderingen heeft ingesteld gericht tegen het optreden van DNB en de door haar aangestelde curator en dat het eerder door Conservatrix N.V. ingenomen standpunt dat DNB de solvabiliteit van Conservatrix onjuist had berekend, in het bijzonder door geen rekening te houden met de NHG, door de rechtbank was verworpen." Dat neemt niet weg dat de deskundigen moeten oordelen in hoeverre de NHG meeweegt bij de waardering van de hypotheekportefeuille.
Oordeel over benodigde investeringen
De ondernemingskamer noemt het meest recente rapport van (het door Henny ingeschakelde) Milliman, dat een kapitaalinjectie van € 89 miljoen nodig acht om aan de DNB-eisen te voldoen. "Van de deskundigen wordt verwacht dat zij zich een eigen oordeel vormen over de door de koper te maken kosten, te plegen investeringen en/of te treffen maatregelen (in de vorm van een kapitaalstorting, herverzekering en/of verkoop van en deel van de portefeuille) om de solvabiliteit op het door DNB verlangde niveau te brengen en te handhaven." Dat Conservatrix Groep claimt nog € 20 miljoen van de overheid tegoed te hebben, omdat de NHG niet is meegerekend bij de waardering van de hypotheekportefeuille, hoeven de deskundigen niet mee te wegen. Toepassing van een en bloc-clausule moeten de deskundigen niet als reële optie meenemen in hun oordeel.
Grechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, gepubliceerd 19-11-2021