Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van MoneyView naar lijfrenteproducten. De vergelijker van financiële retailproducten spreekt over een opvallende trendbreuk, gezien in vorige jaren de uitkeringen uit verzekeringslijfrentes nagenoeg altijd lager waren dan die van bancaire lijfrentes.
Negatieve risicopremie
Als een verzekerde komt te overlijden vóór de afgesproken einddatum van de lijfrente, gaat het resterend saldo (meestal) naar de verzekeraar en niet naar de nabestaanden. Voor die kans op voordeel geeft de verzekeraar een vergoeding; de negatieve risicopremie. Die krijgt de verzekerde bij zijn uitkering, waardoor deze in veel gevallen hoger uitkomt dan een uitkering uit de bancaire lijfrente. De keerzijde is dat nabestaanden het nakijken kunnen hebben, als de verzekerde voortijdig komt te overlijden en er geen sprake is van overgang van de lijfrente. Bij een bancaire lijfrente wordt het nog niet uitgekeerde restant altijd aan de nabestaanden uitgekeerd. “Wat verstandig is, hangt daarom af van de persoonlijke situatie en wensen. Ook een zorgvuldige vergelijking van de mogelijkheden en opbrengsten van verschillende lijfrenteproducten is belangrijk”, besluit MoneyView.
Meer is te lezen in het Special Item Lijfrentes.