In zijn maandelijkse column schrijft Wiertsema dat hij het initiatief van de Solidariteitsmonitor toejuicht. Het Verbond meet daarmee of de premieverschillen voor eenvoudige schadeproducten voor 93.000 fictieve ijkpersonen toe- of afnemen. De reden voor de meting is om te zien of overvloedig datagebruik leidt tot slechtere verzekerbaarheid van particulieren. Directeur van het Verbond Richard Weurding noemde vorige week de resultaten ‘niet eenduidig.’
'Data bedreigt fundament onder de sector'
Wiertsema zegt dat hij graag met het Verbond meedenkt: meer concurrentie acht hij uitgesloten. “Blijft over de toegenomen inzet van data. Dat verzekeraars steeds vaker afgaan op (big) data, niet goed genoeg kijken naar het risico en dat daarmee het gevaar bestaat dat de solidariteit – het fundament onder de verzekeringssector – afneemt, lijkt me zonneklaar.”
Zo'n weigering op basis van data, zonder moeite te doen om te zien wat voor vlees je in de kuip hebt? Ik snap wel dat klanten daar niet blij van worden”
De directeur noemt als voorbeeld de Heerlenaren die standaard tot 27 procent meer betalen voor een cascodekking, of het nieuws van vorige week dat een 80-jarige zijn grotere Volvo niet meer kon verzekeren. “Zo'n weigering op basis van data, zonder moeite te doen om te zien wat voor vlees je in de kuip hebt? Ik snap wel dat klanten daar niet blij van worden.”
'Onderzoek is nodig'
Hoewel het volgens Wiertsema duidelijk is dat datagebruik de bron is van onwenselijk grote differentiatie, wil het Verbond daar nog niet aan. Weurding belooft dat als de premieverschillen nog veel groter worden, dat hij zal laten uitzoeken wat de oorzaak is. De Adfiz-directeur wil daar niet mee wachten. “Uitzoeken hoe dit kan is ontzettend belangrijk. En als de Solidariteitsmonitor daar nu nog niet in voorziet, moet dat zo snel mogelijk worden toegevoegd.”