De zes frauderende klanten werden bij het kantoor aangebracht door een externe partij. Als beloning ontving deze persoon 25 procent van de adviesvergoeding per geslaagd traject. Volgens Aegon gaat het hier om iemand die al eerder in verband is gebracht met omvangrijke hypotheekfraude. Medewerkers van het kantoor zouden in het onderzoek hebben proberen te verhullen dat er met deze dubieuze persoon zaken werd gedaan.
Bovendien is vastgesteld dat deze externe partij veel taken en werkzaamheden van het kantoor overnam. Zo werden er adviesdocumenten en klantprofielen opgesteld op basis van zijn gesprekken. Was hij contactpersoon voor de klanten en werden identiteitsdocumenten door echte medewerkers onterecht afgetekend als ‘voor origineel gezien’.
'Geen doel tot misleiden'
“Van een zorgvuldige bedrijfsvoering getuigt dit niet”, schrijft de rechter in het vonnis. “Maar van opzet tot betrokkenheid bij fraude getuigt het evenmin.” De documenten waren voor de eigen dossiers van de adviseur en zijn niet bij Aegon ingediend met het doel hen te misleiden. Het onterecht aftekenen van identiteitsvragen had volgens de adviseur te maken met ‘spoed en vertrouwen.’
Dat de externe contactpersoon bij het adviesbedrijf bekend had moeten zijn als notoire hypotheekfraudeur, werd door Aegon in de zaak niet verder onderbouwd.
Mails gewist voor AVG
Aegon betoogde wel dat de adviseurs bewust alle correspondentie hebben gewist en zo het onderzoek naar de fraude tegenwerkten. Volgens het kantoor was dat echter de standaardwerkwijze sinds de invoering van de AVG en het verbod om in de eigen administratie BSN-nummers te bewaren. Daarom werden alleen de bijlagen van mails bewaard en alle overige correspondentie gewist. “Over de effectiviteit van deze werkwijze kan men twisten, maar de suggestie van Aegon dat [adviseurs] hiermee kennelijk de sporen hebben willen uitwissen van álle toeleveranciers van vervalste gegevens, [….] onderbouwt Aegon niet.”
Enkel vermoeden is onvoldoende
Dat de bedrijfsvoering bij het advieskantoor sterke vraagtekens opriep bij Aegon, is volgens de rechter begrijpelijk. Maar tot een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld aan opzettelijke betrokkenheid bij fraude, leidt het echter niet. Voor opname in de frauderegisters is dat echter wel vereist. Aegon moet de registraties verwijderen en draagt de proceskosten.