De intermediair had nog een rekening met de klant te vereffenen op basis van wat zij eind 2012 schriftelijk zijn overeengekomen. Afgesproken is destijds onder meer dat de klant 75 euro betaalt per lopende of in de toekomst nog tot stand brengen verzekering. In de opdracht tot dienstverlening is nauwkeurig omschreven waarvoor de bijdrage bedoeld is en wanneer de rekening te verwachten valt.
Betaling via kantonrechter afdwingen
De tussenpersoon stuurde vorig jaar twee rekeningen naar de klant nadat de overeenkomst tussen beiden was beëindigd voor een totaalbedrag van 900 euro. Er waren 12 verzekeringen beëindigd à 75 euro, zoals afgesproken. De klant weigerde echter te betalen, waarop de intermediair uiteindelijk naar de kantonrechter stapte om de betaling af te dwingen.
Klant vindt dat hij dubbel betaalt
De ex-klant vindt dat hij dubbel betaalt en dat dat in strijd is met de geldende wet- en regelgeving. Bovendien vindt hij dat de vergoeding “in geen verhouding staan met de al dan niet verrichte werkzaamheden en daarmee niet verschuldigd zijn”.
Geen sprake van strijdigheid met wet
Voor de kantonrechter is klip en klaar dat er geen sprake is van strijdigheid met de wet of goede zeden. “Voordat gedaagde tot ondertekening van de overeenkomst is overgegaan heeft hij kennis kunnen nemen van de inhoud hiervan. Indien hij het hiermee niet eens was, en bezwaar had tegen de door eiser in de overeenkomst opgenomen eenmalige vergoeding voor zijn werkzaamheden, had hij van ondertekening af kunnen zien”, aldus de kantonrechter.
Hoge kosten bovenop te betalen bedrag
Kortom: de klant moet betalen. En niet alleen de 900 euro, maar ook nog eens de wettelijke rente die daar nog bovenop komt en proceskosten. In totaal komt dat neer op ongeveer 1500 euro.