Beperking in rentevaste periode
De mogelijkheid tot rentemiddeling bestond in januari 2019 nog bij ongeveer 60 procent van de geldverstrekkers, nu is dat gedaald naar ongeveer 45 procent. Van de geldverstrekkers die wel rentemiddeling toestaan, hanteert een groot deel ook nog een beperking in de nieuw te kiezen rentevaste periode aldus Van Bruggen Adviesgroep. Vooral bij banken rentemiddeling toestaan, mag de nieuwe rentevaste periode vaak slechts 10 of 12 jaar zijn.
Volgens Michiel Meijer, directeur bij Van Bruggen Adviesgroep, hebben de vooral financieel kwetsbare 50-plussers de behoefte om de rente langer vast te zetten. Veel vijftigplussers zouden een hypotheek hebben met een vaste, nog hoge rente over een lange periode. Daardoor profiteren ze niet van de huidige lage hypotheekrentes.
'50-plusser betaalt teveel'
Daar ziet Meijer graag verandering in komen. Oversluiten is volgens hem een optie, maar in sommige situaties is dit duur, lastig of niet mogelijk. Rentemiddeling zou een goedkopere en bovendien laagdrempelige oplossing kunnen zijn. “Maar het probleem is dat veel banken en geldverstrekkers die optie niet aanbieden, of alleen onder beperkte voorwaarden. Daardoor betaalt de gemiddelde vijftigplusser vaak over lange tijd veel te veel geld terwijl het aanzienlijk goedkoper kan”, aldus Meijer.
Eendimensionale kijk
Van Bruggen Adviesgroep wijst op de regels vanuit de AFM over rentemiddeling. Geldverstrekkers mogen daardoor geen kosten in rekening brengen die hoger liggen dan het financiële nadeel. Dit is volgens Meijer dan ook de oorzaak dat het aanbod van rentemiddeling verdampt. “Het is jammer dat banken zo eendimensionaal naar deze problematiek kijken”, zegt hij.
