Een echtpaar woont in een vrijstaand huis en sluit in 1998 bij de Rabobank een opeethypotheek (later Keuze Plus Hypotheek) van ruim € 136.000 om geld uit de overwaarde vrij te maken. Daarvan is in 2003 zo'n € 79.000 over. Dat jaar komt de vrouw te overlijden; haar vriendin ontpopt zich vervolgens als de huisvriendin die de huishoudelijke en financiële zorg voor de man op zich neemt. Niet volledig, want hij beschikt over een PGB waarvan twee verzorgenden worden betaald.
De huisvriendin krijgt via een volmacht toegang tot de betaalrekening van de weduwnaar en vraagt bij de lokale bank in Voorthuizen een offerte op voor een verhoging van de opeethypotheek tot ruim € 113.000. Twee jaar later wordt nog eens een verhoging tot € 215.000 aangevraagd. De man neemt vanwege de ogenschijnlijk goede zorgen de vriendin in 2006 op in zijn testament: ze krijgt een legaat van € 100 en het recht tot gebruik van de woning tot twee jaar na het overlijden, onder verkrijging van € 3.000 per maand uit de nalatenschap.
Bank zag geen graten in vierde verhoging
De huisvriendin heeft de smaak te pakken en meldt zich datzelfde jaar voor de derde keer bij de bank: of de hypotheek nog een stukje hoger kan. Dat kan: er volgt een offerte voor een verhoging tot € 300.000. De gretigheid van de vrouw valt kennelijk niet op bij de Rabobank, maar wel bij de weduwnaar: die vindt het in 2008 niet nodig om er nog eens een ton bij te lenen. Er ligt dan al een getekende offerte; de (tweede) notaris weigert de akte te laten passeren en adviseert de man onder bewind te laten stellen.
Kinderen ontdekken misbruik
Dat gebeurt; de taak van bewindvoerder wordt toebedeeld aan de dochter van de weduwnaar en niet aan de huisvriendin die ook wel oren had naar een bewindvoerderschap. Ze heeft intussen haar machtiging niet onbenut gelaten en voor ruim € 213.000 opgenomen van de bankrekening. Daarnaast weet ze de hand te leggen op een aantal schilderijen van de weduwnaar, die voor bijna € 14.000 in het laatje brengen. Het geld belandt op de rekening van de partner van de zelfbenoemde huisvriendin.
De kinderen van de bejaarde man komen daar in 2008 ook achter en beginnen een rechtszaak, die wordt voortgezet nadat de man in 2009 op 86-jarige leeftijd overlijdt. In 2010 wordt de vrouw veroordeeld om (deels met haar partner) een kleine € 75.000 te betalen. Maar de opgenomen tonnen blijken verdwenen: ze kan dat bedrag niet ophoesten. Er volg een schikking, waarbij de vriendin haar rechten voortvloeiend uit het testament opgeeft.
Bemiddeling levert niets op
De kinderen van de man schakelen Kifid in: de Rabobank heeft de hypotheek keer op keer verhoogd zonder toestemming van hun vader. De Ombudsman bemiddelt in de zaak en de bank lijkt bereid om schade te vergoeden. Dat gebeurt niet: Rabobank vindt dat met de schikking met de huisvriendin de schade al is vergoed.
Rechter ziet geen fouten
Bij de rechtbank komen de kinderen ook niet verder: die vindt dat de weduwnaar de hypotheekverhogingen en de overboekingen naar zijn betaalrekening steeds heeft gewild. Dat vervolgens de valse vriendin zichzelf een flink deel van het vermogen heeft toegeëigend, is niet de schuld van de bank, oordeelt de rechtbank. Bovendien is de klachtplicht geschonden omdat de man in 2003 al had kunnen weten dat de hypotheek was verhoogd.
Rabobank handelde niet volgens eigen voorschriften
Het gerechtshof komt tot een ander oordeel. De klachtplicht is helemaal niet geschonden. Toen de machtiging voor de betaalrekening werd getekend, was de man opgenomen in een verzorgingshuis. De bank heeft hem niet gesproken en later geen navraag gedaan. De huisvriendin wordt door de bank omschreven als 'bestaande klant' en 'persoonlijk bekend', terwijl de huisvriendin toen niet bankierde bij deze Rabobank. Ondanks dat beide personen op de bank de stukken moeten tekenen in aanwezigheid van een bankmedewerker, is dat niet gebeurd. "De Rabobank heeft bij de volmachtverlening dus niet gehandeld volgens haar eigen voorschriften."
Blind vertrouwen
In de jaren erna ziet de bank de bejaarde weduwnaar niet, maar zijn huisvriendin des te meer, stelt het hof vast. "De Rabobank is steeds blind en kennelijk in vol vertrouwen ervan uitgegaan dat de huisvriendin de (financiële) zaken van erflater (netjes) regelde mede omdat zijn gezondheid slecht was." De man leed aan Parkinson. Daarom is het niet redelijk te veronderstellen dat de man het leegroven van zijn rekening door had moeten hebben, vindt het hof. De bank stelt niet op de hoogte te zijn geweest van de slechte gezondheid. "Dit doet echter niet ter zake, aangezien het bij de beoordeling of op tijd geklaagd is gaat over wat en wanneer de erflater redelijkerwijze kon ontdekken."
De kinderen zijn direct na de onderbewindstelling op onderzoek uitgegaan en hebben eerst de vriendin aangesproken en pas daarna (in 2013) de bank. Dat leidt echter niet tot schending van de klachtplicht, aldus het hof. Dat verwijst in zijn uitspraak ook naar de zelfstandig hypotheekadviseur, die betrokken blijkt bij alle vier de verhogingsverzoeken. Hem is niets gevraagd: "Hij is al langere tijd met pensioen, daarom gaan we hem daar niet mee lastigvallen", aldus de kinderen. Ook de bank heeft hem niet benaderd.
Man nooit gezien
Dat de bank wel degelijk wist van de slechte gezondheid van de bestolen man, blijkt uit een notitie uit 2003, waarin staat vermeld 'gezondheid is slecht'. Ondanks dat een handtekening staat onder de bepaling (onder meer) "de bank heeft u gewezen op de risico’s die daaraan zijn verbonden. U heeft jegens de bank verklaard deze risico’s acceptabel te achten", heeft de Rabobank de man toen helemaal niet gezien en gesproken. Hetzelfde geldt voor de latere verhogingen, waarbij steeds is gewaarschuwd voor de gevaren van een restschuld. In 2006 staat aangetekend: "Accepteert de klant het risico van gedwongen verkoop? Antwoord: Ja."
Het hof oordeelt dat de man in geen van de gevallen door de bank is gezien, zodat de Rabobank geen adequate informatie van de man heeft gekregen over de wens om de hypotheek te verhogen en zijn bereidheid de risico’s te accepteren. "Dat betekent naar het oordeel van het hof dat uit de handtekeningen onderaan de offertes niet geconcludeerd kan worden dat erflater deze verhogingen ook daadwerkelijk wilde, nu hij van de Rabobank geen énkele informatie hierover had ontvangen noch hem gewezen was op de daaraan verbonden risico’s, waaronder de mogelijkheid van opzegging. Bij de laatste verhoging in 2006 meldt de Rabobank zélf dat gewezen moet worden op de risico’s voor erflater in het kader van de (bancaire) zorgplicht; ook dat is toen niet gebeurd."
Eigen verplichting
De bank werpt nog tegen "dat een hypotheek geen lastig te doorgronden financieel product is", maar dt neemt niet weg dat de bank een zorgplicht heeft, aldus het hof. "De Rabobank heeft steeds blindgevaren op de informatie die de huisvriendin gaf en die ook niet juist en onvolledig was." Dat er telkens een notaris bereid was om de akte te passeren, kan de Rabobank niet baten: "De Rabobank heeft een éigen verplichting tegenover haar cliënt, erflater, om hem deugdelijk voor te lichten en te informeren over de risico’s en na te gaan of hij deze risico’s wil(de) aanvaarden. Dit heeft de Rabobank dus niet gedaan. Met haar handelen heeft de Rabobank, als professionele partij, haar zorgplicht tegenover erflater, een particuliere en hoogbejaarde cliënt, in ernstige mate geschonden."
Het is zonneklaar dat de Rabobank haar zorgplicht tegenover erflater op flagrante wijze heeft verzaakt”
Structureel onzorgvuldig handelen
In de woorden van het gerechtshof bereikt "dit structureel onzorgvuldig handelen [...] zijn dieptepunt in 2008 bij de aanvraag voor een vierde verhoging van de Keuze Plus Hypotheek". Zonder de man te zien wil de bank nog eens een ton storten, terwijl de offerte alleen door de huisvriendin is getekend. "Hartelijk dank dat u onze hypotheekofferte heeft geaccepteerd", schrijft de bank aan de man. Alleen omdat de dan zwaar zieke man bezwaar maakt, komt de hypotheek niet tot stand. "Uit de hiervoor geschetste gang van zaken blijkt naar het oordeel van het hof zonneklaar dat de Rabobank haar zorgplicht tegenover erflater op flagrante wijze heeft verzaakt. Dit door niet alleen de handtekening van de huisvriendin te accepteren op de offerte, terwijl zij geen gevolmachtigde was van erflater, maar ook door de hypotheekvestiging door te willen zetten terwijl de oplettende eerste notaris zijn medewerking weigerde omdat erflater, (in de woorden van de medewerkster van de Rabobank), ontoerekeningsvatbaar zou zijn. Op dat moment hadden alle alarmbellen bij de Rabobank moeten gaan rinkelen. Desondanks stuurt de Rabobank weer dezelfde offerte naar erflater voor het zetten van zijn handtekening, die daarna kennelijk ook geplaatst is op de offerte." De bank is ook uit de bocht gevlogen met het accepteren van overschrijvingsopdrachten zonder toestemming van de man.
De kinderen slagen in hun eis jegens de Rabobank. Nu moet alleen nog worden bepaald hoe hoog de schade precies is die zij geleden hebben. Daar kijkt de rechter op 16 maart naar.