Verkoopster assurantieportefeuille grijpt naast doorbetaling provisie

Verkoopster assurantieportefeuille grijpt naast doorbetaling provisie

Een intermediair die haar portefeuille had verkocht, heeft weinig plezier beleefd aan de bepaling dat zij de provisie doorbetaald zou krijgen. De portefeuille is leeggelopen en voor de rechter haalt ze bakzeil omdat ze al akkoord is gegaan met een regeling waarbij ze € 5.000 betaald zou krijgen.

Een voormalig assurantieadviseur en een VOF troffen elkaar voor de rechter over de overdracht van een assurantieportefeuille, bestaande uit levens- en schadeverzekeringen. De adviseur had haar kantoor in 2012 aan de VOF verkocht met als afspraak dat de koper tot mei 2014 de provisie over de portefeuille volledig zou doorbetalen en daarna nog gedeeltelijk. Mocht de VOF zelf de onderneming verkopen, dan zou de adviseur nog de helft van de netto-opbrengst van de onderneming ontvangen, met een minimum van € 45.000, verminderd met het al betaalde provisiebedrag.

Snel einde betalingen

Maar de provisiebetalingen houden al in oktober 2013 op. De vrouw vermoedt dat het levendeel van de portefeuille is verkocht omdat de VOF niet over een Wft-levenvergunning beschikt. De vrouw schakelt de notaris in die bij de transactie betrokken was en eist nog ruim € 24.000: de gemelde minimale € 45.000, verminderd met het al betaalde provisiebedrag. Maar betaling blijft opnieuw uit. In 2017 bestrijdt een van de vennoten van de VOF dat de levenportefeuille is overgedragen. Die is alleen in beheer gegeven aan een ander assurantiebedrijf. De betalingsachterstand zou volgens deze vennoot slechts € 2.480 bedragen.

Deurwaarder

Een jaar later staat de deurwaarder op de stoep: die beveelt betaling van de nog resterende ruim € 22.000. De advocaat van de VOF laat echter aan de deurwaarder weten dat de claim niet terecht is, omdat er geen sprake is geweest van doorverkoop van de portefeuille. Sterker nog: de adviseur zou de VOF nog geld terug moeten betalen omdat er te veel provisie is uitgekeerd. De advocaat van de vrouw is het daar niet mee eens en vermoedt op grond van het overnamecontract dat "het erop lijkt dat er alles aan gedaan is om onder betaling uit te komen".

De klantenportefeuille telt nog maar elf namen”

Betalingsregeling

Uiteindelijk wordt er eind 2018 een regeling afgesproken waarbij de VOF € 5.000 betaalt aan de verkoopster van de portefeuille. "Dit voorstel komt erop neer dat uw cliënte alle vanaf de overname van de portefeuille ontvangen provisie ontvangt verminderd met de door [de VOF] gemaakte beheerskosten en juridische kosten. Uw cliënte kan daarnaast tevens alle dossiers terug ontvangen", schrijft de advocaat van de VOF. In die brief staat ook dat met ingang van mei 2014 ook de derde partij die de levenpolissen beheeert provisies incasseert en dat met ingang van februari 2018 de VOF nagenoeg geen provisie meer ontvangt.

De verkoopster is bereid tot het opstellen van een vaststellingsovereenkomst en krijgt een overzicht van de betrokken klantenportefeuille. Dat valt vies tegen: die telt nog elf namen. Dat is niet veel, stelt ze vast. "Wat is er met al die andere klanten gebeurd?", vraagt ze bij monde van haar advocaat.
Het antwoord is duidelijk: "De andere klanten zijn overgegaan naar andere tussenpersonen."

Wat is vervreemding?

Daarna wordt het stil: de overeenkomst komt niet tot een schriftelijke afronding. Eind 2019 ontstaat er een discussie over wat precies onder 'vervreemding' moet worden verstaan. Volgens de (nieuwe) advocaat van de verkoopster is met het overdragen van het beheer ook (een deel van) de activiteiten met betrekking tot de verzekeringsportefeuille overgegaan op een andere partij. Bovendien heeft de VOF sinds begin 2018 geen AFM-vergunning meer. "Bij dit zgn. ‘staken van activiteiten’ is het een verplichting om lopende portefeuilles over te dragen aan een onderneming die wel een AFM-vergunning heeft. Daarmee staat vast dat de onderneming van [naam gedaagde 1] deels of gedeeltelijk is overgedragen."

Ook als de verzekeringsportefeuille zelf niet zou zijn overgedragen, is in ieder geval de polisadministratie en/of het klantendatabestand deels of geheel overdragen, is het betoog. "Het is echter niet mogelijk om alleen werkzaamheden voor ‘beheer’ over te dragen bij een verzekeringsportefeuille. De portefeuille en de daaraan gekoppelde werkzaamheden zijn onlosmakelijk verbonden, reden waarom een onderneming geen assurantieportefeuille mag aanhouden zonder de benodigde vergunning van de AFM." Daarmee treedt de bepaling in werking dat de vrouw recht heeft op (tenminste) een bedrag van € 45.000 minus de reeds ontvangen bedragen.

Wel of geen overeenstemming?

De VOF laat via haar advocaat echter weten nog steeds op een vaststellingsovereenkomst te wachten. Maar er was nog helemaal geen overeenstemming, stelt de advocaat van de verkoopster vast. Die brengt de zaak voor de rechter. En die geeft de VOF gelijk: de regeling hoefde alleen nog maar op papier gezet te worden. Dat het klantenbestand tot elf was geslonken, is nooit als doorslaggevend bezwaar naar voren gebracht. Dat er nog geen contract was opgemaakt, wil niet zeggen dat er geen overeenkomst was. "Een vaststellingsovereenkomst is niet aan vorm gebonden en behoeft derhalve ook niet op die wijze schriftelijk te worden aangegaan."

Geen dwaling en ook geen verkoop

Het beroep van de verkoopster op dwaling wordt verworpen. Dat de portefeuille is verdampt, speelt geen rol. "[Ze] had kunnen weten dat de portefeuille [...] inmiddels nagenoeg was verdampt. [De VOF] heeft daarover op geen enkel moment enig misverstand laten bestaan." De rechter komt niet toe aan een oordeel of er daadwerkelijk sprake is van vervreemding van de portefeuille, nu er een rechtsgeldige overeenkomst bestaat. De vennoten van de VOF worden hoofdelijk veroordeeld tot nakoming van de bereikte overeenstemming, die inhoudt dat de verkoopster € 5.000 krijgt overgemaakt.

Uitspraak rechtbank Rotterdam, 27 januari

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.