In juni 2011 vindt een aanrijding plaats tussen een Lexus en een Mercedes. De Lexus is een leaseauto en WA-verzekerd bij Achmea, de Mercedes is particulier allrisk verzekerd bij ASR, met een schadeverzekering inzittenden. De Lexus was net door een garagemedewerker voor onderhoud opgehaald bij de werknemer die doorgaans in de auto reed. De garagemedewerker lette kennelijk niet goed op, want hij kwam op de verkeerde weghelft terecht en reed tegen de Mercedes aan.
ASR keert twee keer uit
ASR is twee keer betrokken in de zaak, want de garagehouder heeft een garagepolis bij ASR, inclusief WAM-dekking voor motorrijtuigen die door cliënten aan de garage zijn toevertrouwd. ASR keerde ook twee keer uit: de schade aan Mercedes en bestuurder is vergoed onder de casco- en de SVI-dekking én uit de garagepolis is schade vergoed aan het UWV en de ziektekostenverzekeraar van de Mercedesrijder.
'Na u'
Maar ASR en Achmea botsen over de na-u-clausule. In zowel de garagepolis als de WA-polis van Achmea is een harde na-u-clausule opgenomen: er is geen dekking als een andere verzekering al dekking biedt of geboden zou hebben als de betrokken verzekering er niet zou zijn geweest. Beide maatschappijen vinden dus dat de ander moet uitkeren. ASR wil dat Achmea voor 100% de schade betaalt die volgens de allriskverzekering is uitgekeerd én voor de helft de vergoeding uit de garagepolis voor zijn rekening neemt. Maar Achmea stelt dat de na-u-clausule van de garagepolis niet geldt en dat de Achmea-polis geen dekking biedt op grond van de polisvoorwaarden. De rechter vindt dat in eerste aanleg ook, waarna ASR beroep aantekent.
Niet als WAM-verzekeraar
ASR bepleit voor het Hof met succes niet als WAM-verzekeraar op te treden die verhaal zoekt op een andere WAM-verzekeraar, maar als een gesubrogeerde casco/SVI-verzekeraar die in de positie van de benadeelde is getreden. Dat Achmea beperkingen in de dekking heeft opgenomen, gaat dan niet meer op. "Dit standpunt is correct", aldus het gerechtshof. ASR is door de vergoeding gesubrogeerd in de vorderingen tot schadevergoeding anders dan uit verzekering die de getroffen Mercedes-rijder op derden had: dus ook de vorderingen op de bestuurder van de Lexus en Achmea als WAM-verzekeraar. "De vordering van de benadeelde ex artikel 6 WAM, op grond waarvan deze zich rechtstreeks tot de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke persoon kan wenden, is immers niet een vordering tot schadevergoeding uit hoofde van een schadeverzekering als bedoeld in artikel 7:962 lid 1 BW."
Geen dekkingsbeperkingen voor benadeelde
ASR is daarmee als benadeelde aan te merken en aan benadeelden kunnen op grond van de WAM geen dekkingsbeperkingen worden tegengeworpen. "Het gegeven dat Achmea na betaling van de schade op grond van samenloop weer verhaal kan nemen op ASR als WAM-verzekeraar van de garage maakt het voorgaande niet anders. Het is niet meer dan toeval dat ook die verzekering bij ASR is afgesloten."
Clausules wegstrepen
Voor de vergoeding uit de garagepolis is ASR wel een WAM-verzekeraar die op grond van samenloop voor 50% van de schade verhaal zoekt op Achmea, aldus het hof. In dat geval kunnen dekkingsbeperkingen dus wel in het geding worden gebracht. De tegenwerping van Achmea dat ASR's na-u-clausule niet geldt bij een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven, wordt terzijde geschoven. De garagepolis telt met meerdere verzekerde rubrieken, "waaronder een hier niet relevante aansprakelijkheidsdekking voor bedrijven en een hier wel relevante WAM-dekking voor motorrijtuigen die door cliënten aan de garage zijn toevertrouwd." Omdat beide na-u-clausules gelijke sterkte zijn, kunnen zij tegen elkaar worden weggestreept, concludeert het hof.
Onopvallende dekkingsbeperking
Nu brengt Achmea het argument in stelling dat er geen dekking zou zijn tijdens het ophalen van de auto door de garage. Dat valt onder de bepaling "in onderhoud" zoals in de polisvoorwaarden vermeld en die is bedoeld om de dekking af te bakenen ten opzichte van garagepolissen, zo betoogt de verzekeraar. Het Hof stelt dat de betreffende bepaling niet is genoemd onder het kopje 'uitsluitingsbepalingen', maar onder 'verhaal'. "Het valt in die zin niet op als artikel dat een dekkingsbeperking bevat." Dat het artikel beoogt de dekking tussen de WA-verzekering en de garagepolis af te bakenen, blijkt niet uit de tekst: "In de bepaling wordt geen onderscheid gemaakt tussen gevallen waarin wel of geen garageverzekering met dekking voor het WAM-risico voor motorrijtuigen van cliënten is afgesloten."
Geen WAM-plicht
Er is geen verplichting voor garagehouders om WAM-dekkingen af te sluiten voor motorrijtuigen van klanten die zij ter reparatie of onderhoud onder zich hebben. "Indien de uitleg van Achmea zou worden gevolgd, dan zou die dus ook gelden in gevallen waarvoor de dekkingsbeperking volgens haar niet is bedoeld, namelijk wanneer een garagepolis ontbreekt. Ook dan zou schade bij het ophalen/wegbrengen van de auto door de garage van dekking zijn uitgesloten, in een situatie waarin het gaat om het 'normale WAM-risico' van schade bij het rijden over de weg. Dat lijkt een ongerijmde uitkomst."
Schade direct delen
ASR slaagt in het hoger beroep: Achmea moet de op de particuliere autopolis vergoede schade van ruim € 140.000 betalen, onder aftrek van de advocaatkosten die ASR heeft gemaakt. Met betrekking tot de uit de garagepolis vergoede schade moet Achmea 50% betalen aan ASR. Het hof merkt nog op dat de 50-50-verdeling ook voor de eerste schade geldt, mocht Achmea na betaling op zijn beurt verhaal zoeken op ASR als WAM-verzekeraar van de garage. "In praktische zin verdient het daarom mogelijk de voorkeur om direct op die wijze af te wikkelen."