In de nacht van 10 op 11 april vorig jaar gooide een nog onbekend persoon een hand- of fosforgranaat naar binnen bij een autobedrijf op bedrijventerrein Overvecht. Dat veroorzaakte een ontploffing, die tot een brand leidde. De schade van bijna € 124.000 werd door de eigenaar gemeld bij brandverzekeraar ASR. Die keerde een deel van het schadebedrag uit in september.
‘Geconstateerde bevindingen’
Een paar weken daarna viel er een opzeggingsbrief bij het autobedrijf op de mat. De brandverzekering werd per 4 december beëindigd wegens “de bij de schadebehandeling geconstateerde bevindingen”. Na bezwaar van de eigenaar liet ASR weten niet van plan te zijn de verzekering door te laten lopen. Wel is de einddatum verschoven naar 1 januari van dit jaar. Het bedrijf ging op zoek naar een andere verzekeraar, maar kon ook bij de Vereende niet terecht. Daardoor heeft het tot op dit moment geen brandverzekering.
Een opvallende schade
De eigenaar van het bedrijf spant een kort geding aan. In de voorwaarden vermeldt ASR dat een verzekering kan worden aangepast of beëindigd “als de soort schade of de oorzaak van de schade opvalt”. Alleen na gemaakt bezwaar kreeg de eigenaar te horen dat de brand die veroorzaakt is door een ontplofte granaat de reden was: “Het ontstaan van brand door een explosief die wel of niet bewust voor verzekerde is bestemd is, is voor ons een reden om de verzekering niet te willen handhaven. Dit risico wensen wij niet verzekeren.” Voor de voorzieningenrechter betoogt de man dat dat onvoldoende motivatie is. Hij eist dat zijn verzekering bij ASR wordt hervat.
Op last van burgemeester gesloten
Maar een opvallende schade was het zeker. “Het feit dat de brand is gesticht door middel van een granaat doet vermoeden dat de brandstichter afkomstig is uit het criminele milieu”, verweert ASR zich. “Dat vermoeden wordt bevestigd door verschillende uitspraken in bestuursrechtelijke procedures.” Vorig jaar moest het bedrijf, samen met drie andere auto-ondernemingen in Overvecht, op last van de burgemeester voor een jaar op slot. De bedrijven werden in verband gebracht met criminele activiteiten; bij een inval eind 2018 werden nepkleding, gestolen auto-onderdelen, valse kentekenplaten en drugs gevonden. Ook bleken diverse vergunningen niet op orde en was de brandveiligheid niet gewaarborgd. Bij een ander autobedrijf werd een week na de brand een handgranaat gevonden.
De Raad van State oordeelde oktober vorig jaar dat de bedrijfssluiting van een jaar gerechtvaardigd was. Het bedrijf faciliteerde criminele activiteiten en dat kon de eigenaar verweten worden, luidde de overweging. “Met deze kennis wekt het minder verbazing dat de brand is ontstaan als gevolg van brandstichting met een granaat. In deze situatie kan de gebondenheid aan de verzekering niet langer van ASR worden gevergd”, is het verweer van de verzekeraar.
Ernstige omstandigheden moeten bij de opzegging aan de verzekerde kenbaar worden gemaakt”
Terughoudendheid geboden
Maar de voorzieningenrechter concentreert zich op de vraag of ASR wel voldoende terughoudend is geweest bij de zware beslissing om de brandverzekering van het autobedrijf op te zeggen. “De omstandigheden moeten zo ernstig zijn dat deze rechtvaardigen dat van de verzekeraar niet meer gevergd kan worden de verzekering voort te zetten. Als die omstandigheden er volgens de verzekeraar zijn, dan moeten deze bij de opzegging aan de verzekerde kenbaar worden gemaakt zodat deze weet waarom de verzekeraar hiertoe overgaat en hij zich kan beraden op vervolgstappen.”
Onderbouwing komt te laat
Daar is het misgegaan: alleen de bewering over de “bevindingen” is niet genoeg. “Pas in deze kortgedingprocedure heeft ASR allerlei stukken in het geding gebracht die volgens haar maken dat de opzegging gerechtvaardigd is. Los van de vraag of deze feiten en omstandigheden maken dat niet langer van ASR gevergd kan worden om de verzekering voort te zetten, is ASR daarmee nu te laat. Zij had direct op het moment dat zij aankondigde de verzekering op te zeggen moeten toelichten op welke gronden uit de overeenkomst zij hiertoe overging.” Omdat dat niet is gebeurd, is de opzegging onvoldoende gemotiveerd. De verzekering moet nu met terugwerkende kracht per 1 januari 2020 worden hervat. ASR krijgt een dwangsom van € 250 voor elke dag dat de verzekering nog niet is hersteld, met een maximum van € 15.000.