Hans Bartels, hoofd Legal & Compliance bij Arag, wil voor het interview graag kwijt dat het begrip vrije advocaatkeuze hem stoort. Het keuzerecht betreft immers niet alleen advocaten. “Wij gebruiken intern ‘vrije keuze van rechtshulpverlener’, VKR. Dat is een zuiverder term”, zegt Bartels. Naast Bartels willen ook Emile de Wijs (Stichting Achmea Rechtsbijstand) en Harrie Timmermans (Stichting Univé Rechtshulp) graag vertellen waarom zij vinden dat de advocatuur te hard van stapel loopt.
Het Verbond heeft namens de rechtsbijstandverzekeraars gesteld dat de uitspraak van het Europese Hof van Justitie niet van toepassing is op Nederland. Is zo’n uitspraak van een Europese rechter niet per definitie van toepassing op alle lidstaten?
Bartels: “Een uitspraak van het Europese Hof is in principe geldig voor de hele Europese Unie. Dat is juist. Maar je moet wel kijken wat de uitspraak inhoudt. En of er gevolgen zijn voor Nederland. Dit gaat om een bepaald type procedure in België: de bemiddelingsprocedure. Die kun je voeren voordat je de eigenlijke procedure bij de rechter begint en in sommige gevallen ook tijdens de procedure bij de rechter. De vraag aan het Hof luidde of in die procedure de vrije keuze geldt. Het Europese Hof heeft dat bevestigd. Maar een dergelijke procedure hebben wij niet in Nederland. De uitspraak is wat ons betreft dus duidelijk: dit heeft geen effect op Nederland.”
Als we aan elke zere knie een chirurg zetten, dan lopen de kosten uit de klauwen”
Nu zeggen juristen dat we in Nederland andere vormen van buitengerechtelijke geschiloplossing hebben die lijken op de Belgische bemiddelingsprocedure, zoals arbitrage. Wat is dan nog het verschil?
Bartels: “Dat argument heeft ons een beetje verbaasd. Voor arbitragezaken passen wij het vrije keuzerecht al toe. Kennelijk is er nog wat onbekendheid met hoe wij hiermee omgaan, maar voor de verzekeraars is dat niets nieuws.”
Maakt de soort procedure nog wel uit? Heeft het Hof met de uitspraak niet de aanvangsfase van een geschil in het algemeen beoogd?
Bartels: “Dat gaat wel heel erg ver. De Europese richtlijn geeft duidelijk aan: je hebt vrije keuze bij een procedure. Dus daar moet wel sprake van zijn. Als de zaak wordt gemeld en er is helemaal geen procedure aan de orde, dan gaat het te ver om daar al het vrije keuzerecht op toe te passen. Dat miskent wat er in de richtlijnen en de wet staat.”
De Wijs: “Het Hof heeft in de uitspraak toegelicht dat ze de uitleg die ze hanteert voor de gerechtelijke procedure gelijk heeft willen trekken met de uitleg voor de administratieve procedure. De Nederlandse Orde van Advocaten bevestigt dat ook, daar kijken we precies hetzelfde naar.”
Toch zijn er al advocaten die alle verzekerden uitnodigen om al in het prilste stadium van een geschil hun kantoor in te schakelen.
De Wijs: “Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Ze zetten de verzekerde op het verkeerde been. Als die niet de spelregels volgt van het product dat hij kocht, dan kan hij nog wel eens achter het net vissen bij het verkrijgen van dekking voor hulp bij een geschil. Dekking die hij anders wel had gehad. Ik vind het een onverstandig advies.”
Komen er al veel verzoeken binnen van klanten die al in de aanvangsfase naar een advocaat willen?
Timmermans: “Die zijn er wel, maar niet heel veel. Er zijn wel verzekerden die ernaar informeren, maar we kunnen goed uitleggen hoe het zit.”
De Wijs: “De branche lost zo’n 400.000 hulpverzoeken per jaar op. Rond de 98 procent van de geschillen wordt geregeld door juristen en advocaten die bij ons in loondienst zijn. Het leeuwendeel kiest daar voor momenteel.”
Stel dat het Hof straks toch zegt dat de uitspraak ook op Nederland toepasbaar is, wat voor gevolgen zou dat dan hebben voor de verzekeraars?
De Wijs: “We denken dat we nu compliant zijn aan de bestaande wet- en regelgeving. We kunnen er nu niet heel veel over zeggen wat er gebeurt als het Hof toch een andere uitspraak doet. Dat moeten we afwachten. Waar we wel zorgen over hebben is dat de toegang tot het recht in het gedrang komt. De maatschappelijke functie van een rechtsbijstandverzekering is het voorzien in goede en bereikbare rechtshulp aan de middengroepen in Nederland. Als we nu aan elke zere knie een chirurg zetten, dan lopen de kosten uit de klauwen. Bovendien is het niet doelmatig. Zou de wet- en regelgeving die kant op bewegen, dan wordt het al snel ingewikkeld om de kosten beheersbaar te houden.”
Juristen brengen daar graag tegenin dat zo’n eventuele kostenstijging nooit bewezen is. Bovendien zijn er andere EU-lidstaten met een uitgebreid keuzerecht die toch een betaalbaar systeem in de lucht houden.
Bartels: “Dat horen we vaker. Als Arag werken wij internationaal, we zitten in alle West-Europese landen. De rechtssystemen in al die landen zijn verschillend. Je moet heel erg oppassen als je die met elkaar gaat vergelijken. In Duitsland behandelen verzekeraars zelf geen zaken. Daar gaan alle zaken naar advocaten, maar hun tarieven zijn wel wettelijk gereguleerd. Een rechtsbijstandverzekering is daar een echte kostenverzekering. In Nederland heb je veel ruimte voor eigen behandeling. Daar is het systeem op gebaseerd en dat heeft zich bewezen.
Als er toch een uitspraak van het Hof komt in ons nadeel, dan zullen we het systeem moeten aanpassen zoals dat ook in 2013 is gebeurd. Het is niet zo dat de premies ineens twee keer zo hoog zullen worden, maar het wordt wel duurder en er zullen beperkingen worden ingevoerd.”
Doelmatig en kosteneffectief: ‘Ook in complexe en specialistische zaken’
Volgens Emile de Wijs (Achmea) is het Nederlandse systeem van rechtsbijstand niet alleen kosteneffectief, maar ook uitzonderlijk doelmatig. Op basis van data kan de verzekeraar exact vertellen in welke fase van een geschil welke gespecialiseerde jurist een klant verder kan helpen. De wet van de grote getallen helpt de rechtsbijstandverzekeraars op nog een manier: “We kunnen kijken naar vergelijkbare gevallen”, vertelt De Wijs. “Neem de problematiek met de reisvouchers. Daar zetten we voor 250 klanten geen 250 juristen op. We formeren een team van specialisten die allemaal een rol krijgen. Op die manier kunnen we met een relatief klein team toch een enorme hoeveelheid werk verzetten.”
Ander voorbeeld is de fosfaatproblematiek. “Die is heel specialistisch en uitermate complex. Binnen dezelfde doelgroepen van belanghebbenden van agrariërs bestaan zelfs tegengestelde belangen. Wij hebben dat ondergebracht in teams waardoor we goede kwaliteit leveren, snel, en tegen redelijke kosten. Dat is een kracht die ongekend is.”
Ligt de oplossing in tariefregulering voor advocaten?
De Wijs: “We denken dat het zeker een oplossing kan zijn. Niet omdat wij dat vinden, maar omdat er onderzoek naar is gedaan. De Commissie Van der Meer heeft in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid twee jaar geleden onderzocht voor welk bedrag een zaak uit kan. Ze hebben data vergeleken die is aangeleverd door zowel advocaten als rechtsbijstandverzekeraars. Hoe ziet in een rechtszaak de urenbesteding eruit? Wat zijn de kosten? Dan kom uit je op een heel ander tarief dan er nu gemiddeld in Nederland wordt gevraagd. Zou je dat aanhouden, dan zou het een onderdeel van een nieuw model kunnen zijn.”
Er wordt nu ook al gewerkt met maximeringen voor advocaatkosten. Waarom zou dat niet verder uitgebreid kunnen worden?
Bartels: “Je kunt je voorwaarden niet zodanig aanpassen dat een klant genoodzaakt is om voor de advocaat van de verzekeraar te kiezen. Met de vergoeding moet je een reële keuze hebben. Dat is geen knop waar je aan kunt draaien. De enige mogelijkheid die je dan hebt is je inkomsten verhogen, de premie.”
Zou je naast de standaard rechtsbijstandpolis ook een soort restitutieverzekering kunnen ontwikkelen waar wel volledige keuzevrijheid bestaat?
Bartels: “Dat idee is al heel vaak onderzocht. Dan blijkt telkens dat de tweede vorm waarin alle zaken naar een externe advocaten gaan zodanig duur wordt dat niemand die zal afsluiten. Het wordt een heel onaantrekkelijk alternatief.”
Nederland staat in de EU alleen met dit model van rechtsbijstandverzekeringen. Alle voorgaande uitspraken van het Europese Hof lijken in de richting van de andere systemen te sturen. Is op termijn dit systeem nog wel vol te houden?
De Wijs: “Wij denken dat we binnen Nederland zeer ver gevorderd zijn met het niveau waarop wij geschillen oplossen. Van klein tot groot. We zijn niet voor niets leidend in Europa als het gaat om het inrichten van rechtssystemen.
Het lijkt nu heel erg of we ons in een lastige positie bevinden. Dat valt wel mee”
Wat ik fascinerend vind: in delen van Afrika wordt rechtshulp verleend via apps. Waarbij de rechtzoekende mobiel online zijn geschillen kan oplossen. Zij hebben zich ontwikkeld van een primitieve naar een vergevorderde vorm van geschiloplossing. Ik denk dus dat er veel aan gelegen is om niet de ons omringende landen te nemen als voorbeeld, maar dat we inzetten op onze kennis over intelligente geschiloplossing die ook duurzaam is voor de toekomst. Hoe dat er precies uitziet en welke rol verzekeraars daarin hebben: geen idee.
Timmermans: “Het lijkt nu heel erg of we ons in een lastige positie bevinden. Dat valt wel mee. Uiteindelijk gaat het erom dat we de Nederlandse rechtzoekenden kunnen voorzien van een goede en betaalbare oplossing van hun geschil. Dat zou ook de focus moeten zijn van de andere rechtshulpverleners.”