Bij de ombudsman kwamen vorig jaar 980 klachten binnen, blijkt uit het jaarverslag. Het gros daarvan is niet in behandeling genomen: 499 keer was er sprake van een informatieverzoek en 328 klachten werden doorverwezen. Uiteindelijk was in 29 gevallen sprake van geslaagde bemiddeling; 14 klachten zijn nog in behandeling. De algemene noemer 'ouderdomspensioen' was goed voor het grootste aantal klachten (283), daarna volgt arbeidsongeschiktheid met 135 klachten. Zo'n 88 klachten hadden betrekking op een verzekeraar.
Doorverwijzingen niet meer geteld
Klagers boeken wel relatief vaker een positief resultaat: 28% van de klachten is vorig jaar in hun voordeel beslecht, tegen nog 16% in 2018. Het beeld is wel vertekend: voorgaande jaren werden de klachten meegenomen die werden verwezen naar de pensioenuitvoerder of waarbij het alleen ging om beantwoorden van vragen. Dat is nu niet meegeteld. Om die reden is ook de gemiddelde doorlooptijd van klachten sterk toegenomen: van 22 naar 81 werkdagen.
Dit probleem komt vooral voor bij pensioenfondsen en nauwelijks bij verzekeraars”
Redelijk beleid premievrijstelling
De ombudsman vraagt opnieuw aandacht voor het onderwerp arbeidsongeschiktheid. "Maak een redelijk beleid over hoe om te gaan met mensen die niet tijdig vragen om premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en leg het beleid goed uit op de eigen website", is de aanbeveling. Het is niet de eerste keer dat de kwestie aan de orde komt: ook in 2015 en 2016 vroeg de ombudsman aandacht gevraagd voor de positie van arbeidsongeschikten die pensioenopbouw missen omdat ze zich te laat hebben gemeld voor premievrijstelling. "Uit de analyse van de klachten 2019 blijkt dat dit probleem vooral voorkomt bij pensioenfondsen en nauwelijks bij verzekeraars. Daarom richt de aanbeveling zich specifiek op pensioenfondsen."
Alleen informatie op verzoek uitvoerder
De Pensioenwet regelt dat het UWV de pensioenuitvoerder informeert over de arbeidsongeschiktheid van deelnemers. "Hoewel de wettekst iets anders doet vermoeden, informeert het UWV alleen de pensioenuitvoerder over arbeidsongeschikte deelnemers als de pensioenuitvoerder daar actief om vraagt bij het UWV. De praktijk was echter dat lang niet elk pensioenfonds gebruik maakt van deze mogelijkheid. Als ze dat wel doen, of er recent mee zijn gestart, gebeurt dat niet altijd met terugwerkende kracht."
Die plicht om zelf te melden is een zware eis”
Dat vindt de ombudsman opmerkelijk. "Sociale partners kiezen ervoor om in de pensioenregeling op te nemen dat mensen die arbeidsongeschikt raken, toch pensioen kunnen blijven opbouwen. Ook als ze niet meer in dienst zijn van het bedrijf, waar ze werkten voordat ze arbeidsongeschikt werden. Daar betalen de werknemer en de werkgever premie voor. Tegelijkertijd wordt ook de afspraak gemaakt dat als je niet binnen een jaar aan je pensioenfonds meldt dat je arbeidsongeschikt bent, je geen voortgezette pensioenopbouw krijgt. Die plicht om zelf te melden is een zware eis. Het is alleen redelijk dat van iemand te vragen als die persoon heel duidelijk is verteld, dat hij of zij die meldingsplicht heeft."
Weinig recente klachten
Er komen weinig klachten binnen van mensen die recentelijk arbeidsongeschikt zijn geworden. "Dat gaat waarschijnlijk vaker goed door verbeterde voorlichting en de gegevensuitwisseling tussen het UWV en de pensioenuitvoerders." In het verleden ging het vaak mis. "Als die persoon nu bij het pensioenfonds aanklopt en als reactie krijgt dat hij te laat is, is dat niet redelijk." De ombudsman gaat volgend jaar onderzoeken of pensioenuitvoerders gehoor hebben gegeven aan de oproep.