De bloemkweker en de zzp’er waren in juli 2016 bezig het land vol zantedeschia’s (aronskelken) met bestrijdingsmiddelen te bespuiten. Omdat er onvoldoende regen viel om het bestrijdingsmiddel in de grond op te laten nemen en het spul ook niet te lang op het blad van de aronskelken mag blijven liggen, besloot de kweker het land te beregenen met water uit de naastgelegen sloot. Toen de haspel in werking was gesteld, zijn ze van het land vetrokken.
Rotting werd nooit vastgesteld
Tijdens het beregenen draaide de wind en nam de windkracht toe. De teeltvrije zone van vijf meter breed was daardoor onvoldoende om het naastgelegen land met pootgoed droog te houden. Als er oppervlaktewater op de pootaardappelen belandt, neemt de kans op rotting toe. Ondanks dat de zogeheten bruinrot nooit werd vastgesteld, verloren de aardappelen hun pootgoedstatus.
Het verlies van de pootgoedstatus is aan te merken als zuivere vermogensschade, waarvoor de AVB geen dekking biedt”
Alleen voor consumptie geschikt
De aardappelkweker kon zijn oogst daarom alleen nog als consumptieaardappelen verkopen. Opbrengst: 14.623 euro. Met aftrek van de bespaarde teeltkosten becijferde het ingeschakelde expertisebureau de schade op 182.595 euro.
Bloemkweker en loonwerker aansprakelijk
De rechtbank in Alkmaar acht de bloemkweker en zijn loonwerker aansprakelijk voor de schade. Ze waren beiden bekend met de kwetsbaarheid van het naastgelegen perceel en besloten toch met onvoorspelbare weersomstandigheden te beregenen. Bovendien zijn ze vertrokken zonder het proces in de gaten te houden.
AVB-verzekeraar ASR wijst schade af
De bloemkweker en de loonwerker beschikken allebei over een AVB van ASR. Volgens de twee zou die dekking moeten bieden omdat de aardappelen verontreinigd of vervuild zijn. De verzekeraar wees dekking van de hand. De structuur van de aardappelen is niet veranderd en er heeft zich geen vervuilende stof aan de aardappelen gehecht.
“Dat op een deel van de pootaardappelen nevel van oppervlaktewater terecht is gekomen, heeft slechts tot afkeuring van de aardappelen geleid. Het verlies van de pootgoedstatus is aan te merken als zuivere vermogensschade, waarvoor de AVB geen dekking biedt”, verweerde ASR zich bij de rechtbank.
Ook tussenpersoon betrokken
Een uitleg die ook de rechter volgt. ASR hoeft de schade dus niet te vergoeden. De kweker en de loonwerker richtten zich vervolgens tot hun verzekeringsadviseur. Die zou de schade moeten dragen omdat hij geen verzekering leverde die dekking biedt voor dergelijke risico's.
Adviseur treft geen blaam
Ook dat wees de rechter van de hand. De twee gedaagden konden niet aangeven wat voor soort verzekering de tussenpersoon dan had moeten adviseren. Een beroepsfout is daarom volgens de rechter niet aangetoond. “De enkele omstandigheid dat de AVB in dit geval geen dekking biedt omdat de schade van [aardappelteler] niet is aan te merken als zaakschade maakt [adviseur] niet aansprakelijk.”
De bloemenkweker en de loonwerker vallen dus tussen de wal en het schip. Het complete vonnis is uitgesteld tot duidelijk is hoeveel de exact geleden schade van de aardappelteler bedraagt.