Bijna alle jonge huizenkopers (94 procent) die in 2019 een woning kochten tussen 100.000 en 300.000 euro brachten eigen middelen in. Ruim drie op de tien starters jonger dan 25 legden meer dan 10 procent van de totale koopsom zelf in. Tien procent van deze groep betaalt meer dan 30 procent van de aankoopprijs uit eigen zak.

Gemiddelde koopsom groeit met bijna een kwart

Ook het gemiddelde hypotheekbedrag van huizenkopers tot 25 jaar ging behoorlijk omhoog. In 2017 bedroeg dat nog bijna 159.000 euro. Twee jaar later staat de teller op 195.000 euro. Dat is een stijging van bijna een kwart in twee jaar tijd. Dat het aantal starters dat een huis koopt toch ook flink toeneemt, komt volgens De Hypotheker vooral door het gebrek aan voldoende huuraanbod.

Om een starterswoning te kunnen financieren, hebben jongeren vaak de hulp van hun ouders nodig. Ze kunnen niet zonder hun financiële steun, zegt Menno Luiten, commercieel directeur van De Hypotheker. Hij rekent voor dat starters bij een woning van 250.000 euro zo’n 12.500 euro aan bijkomende kosten hebben. Maar de huizenprijzen zijn dusdanig hoog dat vaak meer eigen middelen nodig zijn om de financiering rond te krijgen.

'Positie start wordt alleen maar zorgelijker'

“Bovendien is overbieden eerder regel dan uitzondering op de oververhitte huizenmarkt, waardoor ook hiervoor extra eigen geld nodig is om kans te maken op een woning”, aldus Luiten in een persbericht. “Niet iedereen heeft dit geld zomaar beschikbaar, waardoor alleen starters met vermogende ouders nog in aanmerking komen voor een huis. De stijging van het aantal jonge huizenkopers lijkt positief, maar verhult dat de positie van starters eigenlijk alleen maar zorgelijker wordt.”