Waarom is gekozen voor één erkenningsregeling voor makelaars én adviseurs?
“Wij hielden ons bezig met dezelfde thema’s, uitdagingen en positioneringsvraagstukken; 97 procent was overlap. Daarom stelden we ons de vraag of het niet verstandig was de krachten te bundelen en de registers op te heffen en er één nieuw register van te maken”, zegt Wilco de Haan. “Het heeft tijd gekost om als besturen op één lijn te komen, maar ook met onze achterban. Wil je een vuist maken in de huidige markt met een scherper onderscheidend keurmerk, dan moet je een voldoende representatieve achterban hebben, ook om je te kunnen positioneren naar de eindklant. Wij zijn het register met op dit moment 500 allround, zeer ervaren, hoog opgeleide verzekeringsprofessionals.”

De beslissing is genomen om afscheid te nemen van de oude registers. De RMiA-nieuwe-stijl draagt wel de naam van een van de voorgangers. Wat is de reden dat niet voor iets nieuws is gekozen?

“De titel RMiA heeft een heel stevige lading; er zit een kwaliteitsperceptie omheen. Ook in achterban leeft dat. Het is een naam en titel waar je trots op bent. Na veel beraad en discussie hebben we besloten deze naam te houden, omdat die een waarde vertegenwoordigt. Die koppelen we aan de ambitie om het niveau verder te verhogen en om het register te laten groeien.”

Betekent dit dat er geen verschil meer is tussen een registermakelaar en een registeradviseur?
“In de praktijk zag je al dat de verschillen steeds minder scherp zijn. Welbeschouwd is het enige verschil dat in het verleden RMiA’s een mondelinge test hebben afgelegd”, aldus De Haan. “Dat is anno 2020 onvoldoende basis om de registers gescheiden te houden.”

Mag elke RAiA zich voortaan registermakelaar noemen?
“Ja, maar dat betekent niet dat wij als oud-RAiA’s zomaar sigaren rokend en whisky drinkend de titel overnemen”, vervolgt Van Steensel. “We gaan naar een nieuw register, waar ook een nieuwe opleiding aan komt te hangen. Verschil is wel dat de RMiA de mondelinge test al heeft afgelegd. Door middel van de verplichte competenties & vaardighedenworkshop moeten ook de oud-RAiA’s aantonen een zakelijk adviesgesprek te kunnen voeren. Uiteraard adviseren wij ook de RMiA’s deel te nemen aan deze workshop gezien de grote toegevoegde waarde voor hun dagelijkse adviespraktijk. ”

Ook de RMiA moet dus flink aan de bak?
De Haan: “We hebben het bewust zo geformuleerd dat sprake is van een nieuw register. Voor beide registers gaan we naar upgrading van het kwaliteits- en kennisniveau ten opzichte van wat we nu hebben. We willen voor iedereen een hoger niveau om uit te stralen dat we steeds verder bouwen aan het professionele niveau in de verzekeringsbranche. Dat is onze ambitie als register.”

Dit heeft vast heel wat voeten in aarde gehad bij de achterban?
“Daar komt zeker emotie bij kijken”, aldus De Haan. “Mensen zijn trots op titels die ze verworven hebben. Maar in praktijk zien we dat het aantal ingeschrevenen door meerdere redenen terugloopt en dan helpt het niet dat je twee registers hebt die in 2020 lastig te positioneren zijn. Met één register kun je gemakkelijker duidelijk maken wat de toegevoegde waarde is voor de RMiA én de eindklant.”

Komt oud-RMiA en oud-RAiA automatisch in het nieuwe register?
De Haan: “We hebben er bewust voor gekozen dat iedereen in het nieuwe register instroomt. Er geldt wel een overgangsregeling van drie jaar. Iedereen moet binnen die termijn een nieuwe kennistoets doen op Assurantie A-niveau. Voor de oud-RAiA komt daar nog de competenties & vaardighedenworkshop bij, zodat ze kunnen aantonen dat ook zij prima het adviesgesprek met de klant kunnen voeren.”

Voorwaarde om in het register te komen is onder meer dat een adviseur of makelaar het diploma Assurantie A heeft behaald. Past die toch wel gedateerde opleiding nog wel bij de hedendaagse professional en hoe die opgeleid wil worden?
Wilco de Haan: “We pakken deze handschoen zelf op door een nieuwe opleiding te creëren. We kiezen bewust voor een bovenwettelijk opleidingsniveau dat actueel is en blijft. Ook risicomanagement en preventie worden daarin bijvoorbeeld meegenomen. Wij leveren de content voor de opleiding, maar betrekken er wel een opleider bij. In de toekomst is Assurantie A of de RMiA-opleiding een voorwaarde voor toetreding tot het register.”
“Het wordt anders opgezet met onder meer casuïstiek en blended learning”, vult Kees van Steensel aan. “De opleiding wordt veel praktischer neergezet dan in de huidige setting. We hopen daarmee een veel grotere groep – ook jongeren – te trekken, die op dit topniveau verzekeringsadviezen geven.”

Bij de RMiA-oude-stijl was de slagingskans relatief klein. Wordt dat nu anders?
“Het was echt geen onneembare vesting, maar wel een stevig gesprek met een aantal professionals als ware het een klantgesprek”, zegt De Haan. “Al hebben we in de praktijk allemaal van dit soort gesprekken met klanten, het slagingspercentage was laag wat aangeeft dat het niveau hoog was. Dat willen we zeker niet verlagen.”
Wel blijft een assessment een onderdeel van de opleiding voor nieuwe RMiA’s. “Maar die gaat nog meer in op de praktijk. Je krijgt vooraf vragen random aangereikt. Die werk je schriftelijk uit. Schriftelijke communicatie is in verband met zorgplicht en vastlegging minstens zo belangrijk. Je krijgt zo de kans om te stralen op je kennisinhoudelijke zaken en hoe goed je kunt communiceren. Daarna bevraagt de testcommissie je en kun je een toelichting geven en verdieping aanbrengen. Dit bootst veel meer de echte praktijksituatie bij de klant na. We verwachten dat met dit nieuwe assessment mensen nog beter tot hun recht komen, mede omdat je voorbereid het gesprek aangaat met de testcommissie.”

De belangstelling voor de RMiA en de RAiA is afgenomen. Van 225 (bij de start in 2000) naar 185 voor de RMiA en van 485 (bij de start in 2003) naar 300 voor RAiA. Verwachten jullie dat met een nieuwe variant de branche weer meer interesse krijgt in erkenningsregelingen?
“Jazeker, al zullen er ook mensen afvallen. Niet iedereen wil mee in deze transitie”, aldus Van Steensel. “Je moet investeren en dan vallen er altijd mensen af die het te zwaar vinden.” De Haan vult aan: “Er is voldoende aanwas beschikbaar, maar mensen en hun werkgevers moeten wel de meerwaarde van het register blijven zien. Onze uitdaging is om mensen die nog niet in het register zitten te gaan enthousiasmeren. Ze krijgen immers bovenwettelijke kennis en competenties aangereikt, waar ze in de dagelijkse praktijk direct hun voordeel mee kunnen doen en waar ze zich mee kunnen onderscheiden naar de klant. We mikken op een verdubbeling van het aantal RMiA’s. Tegelijkertijd moeten wij ons natuurlijk met dit onderscheidende keurmerk richting de eindklant gaan profileren. Daar gaan we in 2020 mee aan de slag.”

Jullie hebben ongetwijfeld naar het succes gekeken van het Register Gevolmachtigd Agent (RGA) dat de SAR in 2017 heeft opengesteld samen met de NVGA? In korte tijd waren er honderden inschrijvingen. Wat hebben jullie hiervan geleerd?
“Ik heb heel wat jaartjes bestuurlijk mogen meebouwen in de transitie van het volmachtbedrijf. Ik zat in het bestuur van de NVGA en in de commissie economische zaken”, vertelt Van Steensel. “Wat je daar ziet, is dat ze de durf hebben gehad om te veranderen en een ongelooflijk sterk volmachtbedrijf hebben neergezet. Dat heeft ons de moed gegeven om deze transitie door te zetten. Wij zijn ervan overtuigd dat wij net als in het volmachtbedrijf een prachtig nieuw opleidingsmodel voor de professionele zakelijke adviseur gaan neerzetten.”
Wilco de Haan: “Het heeft ons geïnspireerd. De NVGA heeft, nadat ze uit het Wft-vakbekwaamheidsstelsel zijn getreden, door zelfregulering en opleiding gezorgd dat ze hun kwaliteit op een hoger niveau borgen dan de oorspronkelijke Wft. Dat is ook onze ambitie. Ons opleidingsniveau is namelijk nu al significant hoger dan het wettelijk minimum, waardoor vrijstelling gerechtvaardigd is.”