Dat is een van de uitkomsten van het onderzoek Geldzaken in de praktijk 2018-2019 van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Het onderzoek is gehouden onder bijna 2.500 Nederlanders tussen de 18 en 75 jaar. De resultaten zijn vandaag bekendgemaakt tijdens het Jubileumcongres van het Nibud in Utrecht, waar koningin Máxima eregast was. Het Nibud bestaat 40 jaar.
Geen geld apart voor later
Uit het onderzoek blijkt verder dat weinig mensen geld apart zetten voor later. Vooral 45-plussers willen dat wel, maar ruim een derde van hen zegt daar geen geld voor te hebben. Werkenden met een wisselend inkomen zetten minder vaak geld apart voor hun pensioen dan werkenden met een vast inkomen.
Het Nibud vindt dat de samenleving veel meer rekening moet houden met huishoudens met wisselende inkomsten. Er zijn inmiddels 2 miljoen flexwerkers tussen de 25 en 65 jaar; het gaat om werknemers met een flexibel arbeidscontract en zzp’ers. Het voorlichtingsinstituut ziet dat zij moeilijker rondkomen, minder sparen en minder vaak dan werkenden met een vast inkomen geld opzij zetten voor hun pensioen.
Lager inkomen flexwerkers
Flexwerkers blijven vaker een lager inkomen te hebben en komen dubbel zo vaak moeilijk rond als werkenden met een vast inkomen. Ook weten ze minder vaak hoeveel ze vrij te besteden hebben en lukt het ze minder goed om te sparen. Het Nibud wijst er op dat de samenleving nog onvoldoende rekening houdt met deze groeiende groep werknemers. Zo wordt er bij veel voorzieningen nog uitgegaan van een vast inkomen waardoor het voor flexwerkers moeilijker is om er gebruik van te maken.
“Het Nibud vindt het onwenselijk dat werkenden met een wisselend inkomen tegemoetkomingen mogelijk vaker niet benutten dan werkenden met een vast inkomen”, zegt directeur Arjan Vliegenthart van het Nibud. “Juist werkenden met een wisselend inkomen hebben vaker een lager inkomen en kunnen tegemoetkomingen goed gebruiken.”
38 procent heeft moeite met rondkomen
Het Nibud ziet dat het percentage huishoudens dat moeite heeft met rondkomen weer op hetzelfde niveau is als voor de economische crisis. Net als in 2009 zegt nu 38 procent van de huishoudens moeite met rondkomen te hebben.
Geen spaarrekening
Het spaargedrag van de Nederlandse huishoudens is de afgelopen tien jaar weinig veranderd. 17 procent heeft geen spaarrekening. En van degenen die wel een spaarrekening hebben, heeft 1 op de 5 minder dan 1.000 euro spaargeld. Zeker 3 op de 10 huishoudens heeft te weinig geld achter de hand om zijn twee duurste bezettingen te vervangen. Ruim een kwart (28 procent) van de huishoudens heeft meer dan 10.000 euro op de spaarrekening staan.